Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een clage ouer die stadt Tyrum, van haerder straffingen weghen die si lijden sal.

Dat .xxvi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde het gheschiede inden elfsten iare opten eersten dach der eerster maent dat des HEREN woordt tot my geschiede, ende sprac.

2

Du menscen kint, daeromme dat Tyrus oft Zor also spreeckt ouer Hierusalem, He He, Die poorten der volckeren sijn gebroken, dat si nv tot my moeten in trecken, ende ic moet alle dit verdestrueerde herberghen,

3

Daeromme spreeckt die HERE God alsoo, Siet, ick wil aen v O Tyre, ende ick wil veel heydenen tot v op brenghen, gelijc als hem een meyr verheft met sine baren,

4

dye sullen dye mueren tot Tyro verderuen, ende hare thorens afbreken, Ia ic wil ooc den stof vanden fundament af crabben ende wech veghen ende wil een bloote steenrootse van haer maken,

5

ende tot enen weert of scoor waer op datment der visschers netten aen der zee wtspant, want ic hebt ghesproken seyt die HERE God, Ende si sal den heydenen tot eenen roof worden,

6

ende hare dochteren die opten velde ligghen, die sullen metten sweerde verslagen worden, Ende si sullen weten dat ic die HERE ben.

7

Want also spreect die HERE God, Siet, ic wil op Tyrum laten comen NebucadNezar den Coninck tot Babel vanden Noorden herwaerts (dye een Coninc aller Coninghen is) met peerden, waghens, ruyters, ende met grote hoopen volckx.

8

Dye sal dijne dochteren dye opten velde ligghen, metten sweerde doorsteken, Mer teghen v sal hi een bolwerck opslaen, ende v beschantsen ende den schilt teghen v breeden.

9

Hi sal ooc Bocken oft Rammen aen dine mueren oprechten, ende omstoten ende dijnen thoornen met sine wapenen ter aerden ruysschen.

10

Den stof van dye menichte sijnder peerden sal v bedecken, Dijne mueren sullen oock daueren van tgedruyssce sijnder peerden, raderen, ende ruyteren als si tot dijnre poorten in trecken sullen, ghelijc alsmen plach tot eender stat in te trecken die gheopent is,

11

Hi sal met die hoefysers sijnre peerden alle dijne straten vertreden,

12

Dijn volcke sal hy metten sweerde vermoorden. Ende dijne stercke pylaernen ter neder werpen, Si sullen dijn goet roouen, ende di comanscappe plonderen, Dijne mueren sullen si afbreken, Ende dijne lustighe huysen ter neder stoten, ende dijne steenen, hout ende stof sullen si int water werpen.

13

Also wil ick des gheclancx van dijnen sanc een eynde maken, datmen tgeluyt dijnder harpen neyt meer hooren en sal.

14

Ende ick wil een bloote steenrootse wt v maken, ende eenen weert oft schoor, waer op men dye visschers netten wtspreyt, alsoo dat ghi woeste sult ligghen. Want ic ben dye HERE dye sulcx spreect seyt die HERE God.

15

Also spreeckt dye HERE God tot Tyrum, wat gheldet? Ga naar margenoot+ Die eylanden sullen beuen, van tgeluyt dijns vals ende sullen om dijnder gewonden wille suchten ende der geenre die in v vermoort sullen worden.

16

Alle die Princen aen den meyre sullen van haren stoele afsitten, ende hare rocken ende schoenen aflegghen, ende hare ghesticte cleederen wttrecken, ende sullen in rouwe cleederen ghaen, ende opter aerden sitten. Ende si sullen veruaerdt sijn, ende vreesen om dijns onvoorsienden vals wille,

17

Sy sullen v beclaghen, ende van v segghen, Ach

[pagina *]
[p. *]

du hoochste beroemde stadt, Hoe bistu dus ghansch bedoruen? ghi die aenden meyre laget, ende so machtich waert opten meyre met dine inwooners, also ooc dattet ganssce lant hem voor v veruaren moeste,

18

Ach hoe sullen die eylanden haer verslaen ter tijt dijns vals, Ga naar margenoot+ Ia die eylanden inder zee sullen verscricken van dijnen onderganc.

19

Also spreect dye HERE God. Ic wil v tot eender verwoester stadt maken, gelijc als die andere steden daer niemant in en woont, ende eenen grooten vloet ouer v laten comen,

20

also, dat v dye grote wateren bedecken sullen. Ende ic wil v hier onder stooten tot den genen dye in die grachten wech varen, te weten, totten dooden, Ick wil v onder der aerden hier af stooten, ende v gelijc een eewige woestine maken, met den ghenen dye inden cuyle varen op dat niemant meer in v en woone,

21

ende dat ghy niet meer so hoochmoedich ende vermeten en zijt, onder die leuende, Want ic wilt bottelicken met v wt maken, op dat ghy niet meer en zijt. Ende alsmen na v sal vragen, datmen v niet meer vinden en sal, spreect die HERE God.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 15

margenoot+
C vers 18


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken