Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina *]
[p. *]

Hier begint dat boeck Thobie.

Vanden leuen, gheslachte ende vreese Gods Tobie.

Dat .eerste. Capittel.

1

Ga naar margenoot+TObias was vanden geslachte, ende stadt Naphthalim, die daer is inden ouersten deelen Galilee, op Naason, na den wech dye westwaert leyt, hebbende die stadt Sephet ter slincker siden.

2

Als hi geuangen was inden dagen Salmanasar des conincx der Assirien.

3

Nochtans in die gheuankenisse ghesedt, Ga naar margenoot+ heeft den wech der waerheyt nyet verlaten,

4

also dat hi alle dat hi hebben mochte, daghelicx sinen mede gheuangenen broeders, dye van sinen gheslachte waren, mededeelde. Ga naar margenoot+

5

Ende hoe wel hi dalder ioncste was inden gheslachte Naphthalim, so en dede hi nochtans niet kindtselijc in sinen wercke,

6

Voort meer, doen si alle gingen totten gulden calueren, die Ierobeam die coninc van Israel had gemaket, vluchte dese alleen, dier alre geselscap ende reysde te Ierusalem totten tempel des HEREN, Ga naar margenoot+ ende aldaer aenbadt hi den HERE God Israhels, Ga naar margenoot+

7

ende offerde ghetrouwelijck alle sijn eerste vruchten ende sijn tienden, also dat hi int derde iaer alle tiendinghe, den nieuwen bekeerden, ende toecomelinghen diende,

8

Ga naar margenoot+dese dinghen ende deser gelijc onderhielt hi na die wet Gods, doen hi noch een cleyn kindeken was

9

Mer doen hi een man was gheworden, so nam hy een huysurouwe Annam, Ga naar margenoot+ van sinen geslachte, ende wan wt haer eenen sone, ende hiet hem met sinen name,

10

dien hi van zijnder kintsheydt op God leerde vreesen, ende hem onthouden van alle sonden.

11

Aldus doen hi midts die geuanckenis in die stadt Niniue was gecomen, met zijnder huysurouwen, ende met sinen sone, ende met alle zijn geslachte, ende als si alle vander spijse der heydenen aten, so bewaerde dese sijn siele, Ga naar margenoot+ ende en wert noyt besmet in haer spijsen,

12

ende want hi des HEREN gedachtich was in alle sijnder herten, so gaf hem God genade in die tegenwoordicheyt Salmanasar des conincx, ende die gaf hem macht te ghaen daer hi wilde, hebbende vriheit te doen wat hi wilde.

13

Aldus reysde hi door alle die in die gheuanckenisse waren, Ga naar margenoot+ ende ghaf hen lieden vermaninghe der salicheyt. Ga naar margenoot+

14

Ende als hi was ghecomen te Rages in dye stadt der Meden, ende had thien talenten siluers, van dien dingen daer hi mede vanden coninc gheeert was,

15

ende sach met een grote scare sijns gheslachts Gabelum ghebrec hebben, die van sinen stamme was, soo ghaf hi hem dat voorghenoemde gewicht siluers onder een hantscrift.

16

Nae vele tijts doen Salmanasar dye coninck doot was, Ga naar margenoot+ als Sennacherib zijn sone voor hem regneerde, ende hatede die kinderen Israels, in zijn aenschouwen, so ghinc Tobias daghelijcx door alle zijn maeschap ende troostese, ende deylden elcken na dat hi vermochte van sinen goede.

17

Hi spijsde die hongherighe, ende den naeckten ghaf hi cleederen, ende die dooden ende verslagenen begroef hi sorchfuldelijck.

18

Ga naar margenoot+Daer na doen dye coninck Sennacherib weder was ghekeert vliende die plaghe van Iudeen, dye God bi hem hadde gesonden, om sine Godlasteringe,

19

wert hi toornich, ende versloech vele wten kinderen Israels, so begroef Tobias haer lichamen

20

Ende doent den coninc wert gebootscapt, so hiet hi hem dootslaen Ende nam alle sijn goet.

21

Tobias die vluchte met sinen sone, ende met sinen wiue, ende was naect verborgen, want vele hadden hem lief

22

Mer na vijfenveertich daghen, wert die coninc gedoot van sinen sonen,

23

ende Tobias is wederom gekeert tot sinen huyse, ende alle zijn goet wert hem weder ghegheuen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
iiij.reg. xviij.

margenoot+
i.re. xij.

margenoot+
exo. xxij
margenoot+
deu xij.

margenoot+
B vers 8

margenoot+
nume. xxvij. n. xiiij.

margenoot+
De. xij c

margenoot+
C vers 13
margenoot+
mathe. xxv.

margenoot+
iiij.reg. xviij. ij.para. Esaye xxxvi. iij.Reg. xix.g

margenoot+
D vers 18


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken