Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tobias geeft sinen sone (doe hi meende dat den doot hem ware by) schoone leeringhen ende onderwijsinghen te leuen onstraffelick ende Godsalichlijc.

Dat .iiij. Capittel

1

ALdus doen Tobias meynde, dat sine gebet worde verhoort, dat hi soude moghen steruen, so riep hy Thobiam sinen soone tot hem ende seyde tot hem. Mijn sone hoort dye woorden mijns mondts, ende legtse in v herte, als een fundament.

2

Als God mijn siele tot hem neemt, so begraeft mijn lichaem, Ga naar margenoot+ ende hebt v moeder in eeren, alle die daghen haers leuens.

3

Ghi sult gedachtich wesen, welcke ende hoe groote periculen si in haren lichaem gheleden heeft om v, Ende als si den tijt haers leuens oock veruult heeft, so begraeftse bi my.

4

Hebt God alle die tijt ws leuens, in dijne ghedachte, Ga naar margenoot+ ende wacht v dat ghi der sonde niet tot eeniger tijt en consenteert, Ga naar margenoot+ ende niet achter en laet die geboden des HEREN ons Gods.

5

Ga naar margenoot+Doet aelmoessen wt uwen goede, Ga naar margenoot+ ende en wilt v aensicht niet afkeeren van eenighen armen. Ga naar margenoot+ Want also salt gheschieden dat het aensicht des HEREN van v niet en sal worden afgekeert. Ga naar margenoot+ Sijt ontfermhertich alsoo ghy vermoecht.

6

Hebt ghi vele, so gheeft oueruloedelic. Ga naar margenoot+ Hebt ghy weynich, so doet neersticheyt, dat weynich ooc gheerne mede te deylen,

7

want ghi vergadert v tot eenen schat, Ga naar margenoot+ een goet loon inden dage der noot, want die aelmoesse verlost van alle sonden, ende vander doot, ende si en sal die siele niet in dye duysternisse laten gaen. Ga naar margenoot+

8

Die aelmoesse sal een groot betrouwen zijn biden hoochsten God, allen den ghenen dyese doen,

9

Mijn soon wacht v van alle hoorderie, ende behalue v huysurouwe en lijdet nemmermeer eenige misdaet te weten

10

En latet die houaerdicheyt nemmermeer in dinen sin noch in dinen woorde heerscappie hebben Want in haer heeft alle verderffenisse begin genomen

[pagina *]
[p. *]

11

Ga naar margenoot+Die v yet ghewracht heeft dyen gheeft terstont sijn loon, ende dat loon dijns huerlings en bliue in gheender manieren bi v. Ga naar margenoot+

12

Dat ghi hatet v van eenen anderen ghedaen te werdene, siet dat ghi dat niet eenen anderen te eeniger tijt en doet. Ga naar margenoot+

13

Eedt v broot met den hongherighen, Ga naar margenoot+ ende met den behoeuenden, ende bedect den naecten van uwen cleederen.

14

Stelt v broot ende uwen wijn op dye begrauinghe des gherechten, ende en wilt daer niet wt eten ende drincken metten sondaers.

15

Soect altijt raet metten wijsen. Gebenedijt God altoos, ende heyscht van hem dat hi v wegen stuere, ende laet alle v raden in hem bliuen.

16

Mijn sone ic geue v ooc te kennen, dat ic heb gegeuen thien talenten siluers, doen ghy noch een cleyn kindeken waert. Gabelo in Rages der Meden stadt ende ick heb sijn hantscrift bi my.

17

Aldus ondersoeckt hoe ghi tot hem mocht comen, ende dat ghi van hem ontfanghen moecht, dat voorgenoemde ghewicht siluers, ende hem zijn hantscrift weder gheeft

18

Mijn sone en wilt niet vreesen het is wel waer, Ga naar margenoot+ wi leuen een arme leuen, Ga naar margenoot+ maer wi sullen vele goeden hebben, ist dat wi God vreesen, ende wi van alle sonden scheyden ende wel doen.

margenoot+
exo. xx c deu. v.f.

margenoot+
ro. vij.d
margenoot+
pro. iij b

margenoot+
B vers 5
margenoot+
Lu. x.d.
margenoot+
mat. vi.c
margenoot+
ij.corint viij.g.

margenoot+
Phi. iiij.b

margenoot+
ro. xij.e. act. iij.d
margenoot+
i.Thess. iiij.d.

margenoot+
C vers 11
margenoot+
Leu xxv.b

margenoot+
Deu. xiij e

margenoot+
Mat. vi b

margenoot+
Ro. viij.c
margenoot+
Mat. v.d

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken