Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Sy comen tot Raguel, die haer vriendelijc ontfanct, ende gheeft den ionghen Tobia zijn dochter Saram tot een huysurouwe.

Dat .vij. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde si zijn in ghegaen tot Raguel, ende Raguel heeftse met vruechden ontfaen, Ende Raguel Tobiam aensiende, seyde tot Annam zijn huysurouwe,

2

Hoe gelijck is dese ionghelinc mijnder suster soon.

3

Ende doen hi dit gheseyt hadde, sprack. hi Van waer zijt ghi iongelinghen onse broeders? Si seyden Wi zijn wt den geslachte Naphthalim, wt der geuanckenisse Niniue.

4

Ende Raguel seyde tot hen, Kennet ghi Tobiam mijnen broeder? Si seyden, wi kennen hem wel.

5

Ende als hy veel goets van hem sprac, so seyde die Engel tot Raguelem, Tobias van welcken ghi vraecht, is deses vader.

6

Ende Raguel liet hem neder op sinen hals, ende custe hem met tranen, ende huylende op sinen hals heeft hi geseyt.

7

Mijn sone, v si benedidinghe, want ghi zijt eens goeden ende alderbesten mans sone.

8

Ende Anna zijn huysurouwe, ende Sara zijn dochter weenden oock.

9

Ga naar margenoot+Ende na dat si ghesproken hadden so geboot Raguel eenen ram te dooden, ende een weerschap te bereyden,

10

ende doen hise vermaende, dat si hen ter tafelen totter maeltijt souden setten, so seyde Tobias Ic en sal hier heden niet eten oft nyet drincken, ten si dat ghi mijn begeeringhe eerst beuesticht, ende dat ghi mi ghelooft te gheuen Saram v dochter.

11

Doen Raguel dat woort had gehoort, verscricte hi, want hi wiste wat dien seuen mannen toe was gecomen, die tot haer in waren gegaen, ende hi begonste te vreesen dat desen ooc misschien desgelijc soude ghebueren

12

Ende doen hi wanckelde, ende den begeerenden geen antwoorde en gaf, so seyde die Engel tot hem. En wilt niet vreesen, hem v dochter te geuen,

13

want desen Godureezenden behoort v dochter tot eender huysurouwen Daerom en heeftse geen ander mogen hebben Ga naar margenoot+

14

Ga naar margenoot+Doen seyde Raguel, Ic en twijfel niet God en heeft mijn gebeden ende tranen in sine tegenwoordicheyt toegelaten,

15

Ende ic gelooue dat hi v daerom tot mi heeft doen comen, dat dese mijn dochter ooc haren maechscappe soude werden toegheuoecht, na die wet Mosi, ende nv en wilt niet twijfelen dat icse v geuen sal.

16

Ende hi greep die rechterhant zijnre dochter aen, ende leuerdese der rechterhant Tobie, seggende, Ga naar margenoot+

17

God Abraham, ende God Isaac, ende God Iacob si met v, ende hi voege v te samen, ende veruulle zijn benedidinge in v .

18

Ende nemende eenen brief, hebben si een houwelixe voorwaerde gemaect. Ende hier nae weerscapten si, ende ghebenediden God.

19

Ende Raguel riep Annam zijn huysurouwe tot hem, ende geboot haer, dat si een ander slaepcamer soude bereyden,

20

ende leyden Saram haer dochter daer inne, Ende si weende,

21

ende seyde tot haer. Mijn dochter zijt sterck van gemoede, Die HERE des hemels geue v vruechde, voor dat verdriet dat ghi geleden hebt.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 9

margenoot+
gen. ij.f.

margenoot+
C vers 14

margenoot+
Dit ghebruycken is noch bi den ioden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken