Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Als Tobias met zijnder huysurouwen slapen ghinck so hielt hi hem na den beuele des Enghels, ende worden beyde voor schade behoet.

Dat .viij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+NAe dat si dauontmael gegeten hadden, so hebben si den ionghelinck tot haer in geleyt.

2

Tobias ghedachtich zijnde die reden des Engels, heeft voort gehaelt wt zijnre tesschen, een deel der leueren, ende hi leydese op leuende colen.

3

Doen greep die Engel Raphael den duyuel, ende verseinde hem in die woestijne des ouersten Egypten.

4

Doen vermaende Tobias der maghet, ende seyde.

5

Sara staet op, ende laet ons God bidden, heden ende morgen, ende ouermorghen, want dese drie nachten willen wy ons met God versoenen, maer als den derden heylighen nacht ouer is, so sullen wi ons dan in huwelijcker scult vereenighen

6

want wi zijn kinderen der heiligen, ende wi en mogen also niet toegeuoecht werden gelijc heydenen, die God niet en kennen

7

Ga naar margenoot+Tsamen opstaende, baden si gestadelic beyde te samen, datse God wilde behoeden.

8

Ende Tobias seyde HERE God onser vaderen, die hemel ende aerde, ende die zee, ende die fonteynen ende stroomen, ende alle creatueren die daer inne zijn, moeten v ghebenedien.

9

Ghi hebt Adam vanden slime der aerden gemaect, ende ghi hebbet hem Heuam tot een behulp gegeuen.

10

Ende nv HEERE, ghi weet, dat ic mijn suster niet genomen en hebbe om oncuysheyts wille tot eender huysurouwen,

11

mer alleen wt liefden der kinderen, in welcken uwen naem ghebenedijt moet werden inder eewicheyt.

12

Ende Sara sprac ooc Ontfermt onser HERE, ontfermt onser, ende laet ons beyde te gader gesont ende out werden

13

Ende het is geschiet ontrent den hanen craey, Raguel geboot zijn knechten te roepene, Ga naar margenoot+ ende si gingen met hem te gader, dat si een graft souden maken, want hi seyde dat misschien inder seluer manieren gesciet si, als den seuen ander mannen, die tot haer ingegaen zijn.

14

Ende als si een graft bereyt hebben, so is Raguel weder gekeert

[pagina *]
[p. *]

tot zijn huysurouwe, seggende.

15

Seynt haestelijc een van uwen dienstmaechden, dat si besie, oft hi doot si, dat ic hem begraue eert licht dach werde.

16

Si seynde een van haren dienstmaechden. Die welcke in die slaepcamer ghinck, ende vantse weluarende, ende gesont tsamen met malcanderen slapende. Ende si keerde weder, ende vercondichde een goede bootscapt.

17

Ga naar margenoot+Ende si gebenediden den HERE, te weten, Raguel ende Anna zijn huysurouwe, ende si seyden. Wi gebenedien v HEERE God Israels, dat ons niet gebuert en is, als wi meynden

18

Want ghi hebt dijne ontfermherticheit met ons gedaen, ende hebt van ons wtgesloten den vyant, die ons veruolgende is.

19

Ghi hebt der twee eeniger kinderen ontfermt. HERE doetse v volcomelijc ghebenedien, ende v offeren die offerhande ws lofs,

20

ende haerder gesontheyt, op dat alle die gemeynheyt der lieden bekenne, dat ghi alleen God zijt in allen landen.

Ende Raguel geboot sinen knechten terstont, dat si den gracht dien si gemaect hadden, Ga naar margenoot+ met aerden souden vullen, eert licht worde.

21

Maer hi seyde zijnder huysurouwen, dat si een weerschap soude maken, ende bereyden alle die dingen die den reysenden ouer wech, tot spise van node waren Ende hi hiet twee vette coeyen ende vier rammen dooden, ende liet spijse bereyden, allen sinen nabueren, ende alle sinen vrienden.

22

Ende Raguel beswoer Tobiam, dat hi twee weken bi hem soude vertoeuen.

23

Van al dat Raguel besat, gaf hi Tobie die helft ende hi maecte dit gescrift, dat die helft die ouerbleef na haer doot Tobie volghen soude.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 13

margenoot+
D vers 17

margenoot+
E vers 20


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken