Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Si reysen weder om thuys, ende worden met groter blischappen ontfanghen, si sijn vrolick ende louen God den HEERE.

Dat .xi. Capitttel.

1

Ga naar margenoot+ENde als si wederkeerden, quamen si opten xi. dach te Charram, die inden haluen wege tegen Niniue leit. Ende de engel seide Tobia broeder ghi weet hoe ghi uwen vader gelaten hebt,

2

daerom ist dat v behaecht so willen wi twee voor gaen, ende dat gesinne met uwer huysurouwen ende dieren laet met lancsamen ganc na volgen

3

Ende doen hem dat behaechde, dat si ghinghen, soo seyde Raphael tot Tobiam, Neemt met v vander gallen des vischs, want si sal v van noode zijn.

4

Tobias nam van dier gallen, ende si ghingen wech,

5

Ga naar margenoot+Mer Anna die moeder Tobie, sadt dagelicx byden wege opter hoochten des berchs, dat si van verre mocht sien

6

Ende als si zijn toecomst verwachtede vander seluer plaetsen, so sach si van verre, ende terstont bekende si haren sone comende, ende si liep, ende bootschaptet haren man, segghende. Siet, v sone coemt.

7

Ende Raphael seyde tot Tobiam. Als ghi in v huys

[pagina *]
[p. *]

sult comen, so aenbidt terstont den HERE uwen God ende hem danckende,

8

ghaet tot uwen vader, ende cust hem ende terstont smeert op zijn ooghen, vander gallen des vischs, die ghi met v draecht. Want weet dat zijn oogen terstont open sullen werden ghedaen, ende v vader sal dat licht des hemels sien, ende hi sal hem in v aensien verblijden.

9

Doen liep den hont voor, die mede inden wech was, ende als een bode toecomende, verblijde hi hem metten wispelen zijns steerts.

10

Ga naar margenoot+Ende zijn blinde vader mede opstaende, beghonst zijn voeten stootende te loopen,

11

ende den knape die hant ghegeuen hebbende, liep hi sinen sone te ghemoet.

12

Ende hem ontfangende, heeft hi hem gecust, met zijnder huysurouwen, ende si begonsten te weenen van blijscappen.

13

Ende als si God aengebeden, ende danck gheseyt hadden, zijn si tsamen gheseten.

14

Doen nam Tobias vander gallen des vischs, ende smeerde die oogen zijn vaders.

15

Ende het leet bi na een half vre, ende een wit scelleken, als het velleken eens eys begonst van zijn oogen te gaen, dat nam Tobias, ende troct wt sinen oogen, ende terstont ontfinc hi tghesicht.

16

Ende si glorificeerden God, te weten hi ende sijn huysurouwe, ende alle die hem kenden. Ende Tobias seyde.

17

Ic gebenedie v HERE God Israels, want ghi hebt mi gecastijt, ende ghi hebt mi ghenesen, Ende siet, ic sie nv Tobiam mijnen sone.

18

Ga naar margenoot+Ende na .vij. dagen, is Sara zijns soons huysurouwe ooc in gecomen, ende alle dat gesin, ende beesten ghesont, ende die kemelen, ende veel gelts der huysurouwen ende ooc dat ghelt dat hi van Gabelo ontfangen hadde

19

Ende hi vertelde zijn ouders alle die weldaden Gods die hi hem ghedaen had, door den man die hem gheleyt had.

20

Ende Achior ende Nabath Tobie susters sonen, quamen verblijdende tot Tobiam, ende hen gonstelijc met hem vrolijc zijnde van allen dien goeden die God bi hem gethoont had,

21

Ende also seuen daghen weerschappende zijn si al met grooter blijschappen verblijt.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 10

margenoot+
D vers 18


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken