Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Menighe schoone sinnen ende sproken

Dat .xxvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+VEle hebben misdaen om der armoeden, ende die soeckt rijck te werden, keert zijn ooge af,

2

Gelijc int midden der tsamen voeginge der steenen, eenen stake wert gheuesticht, Ga naar margenoot+ alsoo salmen tusschen dat middel des vercoopens ende coopens benaut werden met sonden,

3

Die misdaet sal metten misdoender te stucken gewreuen werden,

4

Ist dat ghi v niet gestadelijc in die vreese Goods en houdt, so sal v huys haest auerecht geworpen werden. Ga naar margenoot+ Gelijc in dat slaen des seefs, stof blijft, also sijn die wercken des menscen in zijn ghedachten.

5

Den ouen proeft die vaten des potbackers, Ga naar margenoot+ ende die tentatie der tribulatien proeft die gerechtige menschen.

6

Ghelijc die bouwinghe vanden houte, sijn vruchte thoont, also worden die gedachten des herten des menschen wt die woorden bekent.

7

Voor die redene en prijst den man niet, want dit is der menschen proeuinge,

8

Ist dat ghi die gerechticheyt volcht, soo sult ghise vercrijghen, ende sultse aendoen, als een cleet der eeren,

9

ende ghi sult met haer in woonen, ende si sal v beschermen inder eewicheyt, ende inden dach der kennissen, sult ghi vasticheyt vinden.

10

Die vogelen comen te samen, een yegelijc tot haers gelijcke, ende die waerheit sal weder keeren totten ghenen diese wercken. Ga naar margenoot+

11

Den leeuwe laget altoos na den roof, also doen die sonden den genen die boosheyt wercken

12

Een wijs mensche blijft in die wijsheyt gelijck dye sonne,

13

maer die sotte verandert ghelijc die mane, Ga naar margenoot+

14

Int midden der onwijsen hout dat woort, tot zijnder bequamer tijt, mer sijt gestadich int midden der gheenre die Gods wet dincken.

15

Ga naar margenoot+Die vertellinge der sondigender, is een grouwel, ende haer lachen in misdaden der sonden.

16

Een sprake die veel sweert, die doet dat hayre des hoofts opstaen van vare, ende haer oneersaemheit is verstoppinge der ooren.

17

Wtstortinge des bloets int gheschille der hoouerdiger,

18

ende haer vloeckinghe is een swaer hooringe.

19

Die des vrients verholentheden ontdect, verliest dat gelooue, ende hi en sal geenen vrient vinden na sinen wille,

20

hebt den vrient lief, ende wert met trouwen met hem verbonden. Mer ist dat ghi zijn verborgentheden ontdect, so en suldi niet na hem achteruolgen

21

Ga naar margenoot+Gelijc een mensche die sinen vrient verliest, also is hi, die sijns naesten vrientschap verliest.

22

Ende gelijc die den voghel van zijnder hant laet, dyen niet meer vangen en can, also zijt ghi, die uwen vrient verlaten hebt, ende ghi en sult hem niet meer vaen.

23

En volget hem niet, want hi is verre wech, Want hi ontulucht als een ree wt den stricken,

24

Want sine siele is gewont, Die wonde mach weder verbonden werden, ende den twist versoent, maer die die verborgentheyt zijns vriendts openbaert, tot dien en is geen hope meer te bebben

25

Die metten oogen wenct, die bereyt ongerechtige dingen, ende niemant en sal hem verwerpen,

26

Int aenscouwen uwer oogen, sal hi sinen mont versetten, ende op dine redenen sal hi verwonderen,

27

Mer ten laetsten sal hi sinen mont verkeeren, ende in sinen woorden sal hi arghernisse geuen. Ic heb hem gehaet, mer geenen als den desen, want God hatet hem ooc.

28

Die eenen steen om hooch werpt, sal op zijn hooft vallen, ende een bedriechlike wonde, sal die wonden des bedriechliken deelen.

29

Ende die eenen gracht graeft, sal daer inne vallen. Ga naar margenoot+ Ende die sinen naesten eenen steen set, sal hem daer aen stooten, ende die eenen anderen eenen strick leyt, sal daer inne vergaen.

30

Ga naar margenoot+Die eenen schalcken raet maect, sal ouer hem werden ghewentelt, ende en sal niet weten van waen hi hem toecoemt. Der hooueerdiger bespottinghe ende lachter, ende die wrake sal hem laghen als een leeuwe.

31

Si sullen metten stricke vergaen, die verlustiget werden vanden valle der rechtueerdiger, Mer die smerte salse verteeren, eer si steruen sullen

32

Gramscap ende raserije zijn beyde verfuwelic, ende een man die een sondaer is die salse beyde onthouden.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
pro xxx

margenoot+
Iere. vi. .petr. i.

margenoot+
B vers 5

margenoot+
esa. iij.d

margenoot+
Col. iiij Ro. xij.

margenoot+
C vers 15

margenoot+
D vers 21

margenoot+
psal. vij.

margenoot+
E vers 30


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken