Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe hem een in medelijden sijns naesten hebben sal ende in sinen naesten te leenen, ende wederomme hoe hem een, welcken gheleent wort tegen sinen weldaders houden sal, waerscout ooc voor onbedachtelick borghe te worden

Dat .xxix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIe ontfermherticheydt wil bewijsen, die leene sinen naesten, ende diet vermach die houde dat ghebot. Ga naar margenoot+

2

Leent uwen naesten inden tijt zijnder noot, ende ghi, gheeft dijnen naesten wederom in sijnder tijt,

3

Beuesticht v woort, ende doet ghetrouwelijc met hem, ende ghi sult in alle tijt vinden dat v van noode is,

4

Vele hebben dat ghene dat haer lieden geleent was, als geuonden geacht, ende hebben den genen moeylicheyt gedaen, die hen gheholpen hadden,

5

Si cussen die handt des gheuers, tot dat zijt ontfaen ende in die beloften verootmoedighen si haer stemme.

6

Ende inden tijt des weder geuens, sal hi tijt eysschen, ende sal woorden des verdriets ende der murmuratien spreken, ende den tijt clagen.

7

Ist dat hi mach, so sal hi contrarie vallen te betalene. Hy sal nauwelic die helft weder geuen, ende hy sal dat als eenen vont rekenen.

8

Is des niet, so sal hi hem zijn ghelt onthouden, ende sal hem te vergeefs tot eenen viant besitten, ende hi sal hem schande sprekinge ende vloecken weder gheuen,

9

ende voor eere ende weldaet, sal hi hem smaet weder geuen.

10

Ga naar margenoot+Vele en hebben niet willen leenen, niet om dat si selue ongerecht waren, maer si vreesden bedrogen te werden inder betalingen.

11

Nochtans weest medelijdende metten onnoselen, ende en ontreckt hem die bermherticheyt ende bystandicheyt niet.

12

Om des gebots wille, doet den armen goet, ende om sijnre armoeden wille laet hem niet ydel ghaen, Ga naar margenoot+

13

Verlieset dijn ghelt om den broeder ende vrient, en berget dat niet onder eenen steen, also dattet verroest.

14

Sedt uwen schat in die geboden des alderhoochsten, ende tsal v meer vorderen dan gout.

15

Sluyt die aelmoese in dat herte des armen, ende dese sal v verbidden van allen quade,

16

Die aelmoese des mans is als een borse met hem,

17

ende si sal smenscen genade bewaren als den oochappel, ende namaels sal si opstaen, ende betalen haer loon elcken op sijn hooft.

18

Ga naar margenoot+Sy sal teghen uwen vyant vechten, bouen eens machtichs scilt, ende bouen zijn glauie.

19

Een goet man wert borge voor sinen vrient, maer een boos mensch laet hem beschaemt werden,

20

En vergheet die vrientscap dijns borges niet, want hi heeft sijn siele voor v gegeuen.

21

Die godloose veracht die wel-daet zijns borges,

22

ende die ondancbare ende onuerstandige, laet sinen borge inden last.

23

Een man belooft voor sinen naesten, ende als hi die eerweerdicheyt heeft verloren, so sal hi van hem verlaten werden.

24

Die borchschap heeft veel rijcke ende ghetrouwe bedoruen, ende heeftse beroert als die baren ende vloeden der zee.

25

Machtighe mannen, heeft si doen verhuysen, ende si dwaelden onder vreemde lieden.

26

Een goddeloos ouertredende des HEREN gebot, is in een scalcke belofte geuallen, ende die hem pijnt, vele te doen, sal in dat oordeel vallen.

27

Helpt uwen naesten weder, na uwe macht, ende wacht v dat ghi niet en valt in sulcke schult

28

Ga naar margenoot+Dat begin des leuens des menschen, is water ende broot, cleet ende een huys, bedeckende zijn scamelheyt

29

Beter ist in armoeden een cleyn neeringe te genieten binnen sinen huysken, dan costelike maeltijden, onder den vreemden.

30

Dat alderminste sal v voor dat groote behagen, ende ghi en sult dat verwijt uwer pelgrimagien niet hooren.

31

Het is een arm leuen te herberghen van huyse te huyse, ende daer ghi gheherberget werdt, en salmen v niet trouwelic doen, noch ghi en sult den mont niet dorren open doen,

32

hi en sal v herbergen, ende voeden ende drincken, ende ghi sult onweert werden, ende ooc noch bitter woorden hooren.

33

Gaet wech gast, ende bereyt uwe tafele, ende spijst mi ooc vanden uwen.

34

Ghi gast gaet wt, want hi zijns niet meer en acht, Mi is een broeder thuys comen, ende so vertelt hi hem tgebreck zijns huys.

35

Dese dingen zijn swaer eenen mensche dye verstant heeft, tverbieden des huys, tverwijten des borghers.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
deu. xv. Lu. vi. Ro. xij.

margenoot+
B vers 10

margenoot+
da. iiij.b Lu. xi.g

margenoot+
C vers 18

margenoot+
D vers 28


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken