Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Die sine kinderen lief heeft, die onderwijstse, straftse, ende castijdtse, wat edelder gaue dat ghesontheyt is

Dat .xxx. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIe zijn kint liefheeft, die gheue hem dicwijle die roede, op dat het in zijn wterste mach verblijden,

2

ende dat het niet en taste zijnder naester dueren. Ga naar margenoot+ Die zijn kint leert, sal ghelooft werden van hem, ende hi sal te midden zijns huysgesins, in hem glorieren.

3

Die zijn kint leert die laet sinen viant in benijdinge, ende int middel der vreemden, sal hi daer inne glorieren.

4

Sijn vader is doot, ende is als niet doot, want hi heeft hem zijns gelijcken achter gelaten,

5

In sine leuen sach hi hem, ende verblijde in hem, in sinen doot en is hi niet bedroeft,

6

noch hy en is niet beschaemt voor die vianden, want hi heeft eenen beschermer des huys achter ghelaten, tegen zijn vianden, ende die den vrienden danck weder gheuen sal.

7

Voor der kinderen leuen, sal hi zijn wonden tsamen binden, ende zijn binnenste sullen werden verscrict bouen alle stemmen.

8

Een ongetempert paert sal hart werden, ende een ongedwongen sone, sal wulpsch werden,

9

troetelt uwen sone, ende hi sal v scroemende maken, speelt met hem, ende hi sal v bedroeuen.

10

En lacht niet met hem, op dat ghy met hem niet en weent, ende op dat v tanden inden wtersten niet flauwe en werden.

11

En geeft hem geen macht in zijnder ioncheyt, en en versmaet sijn dinckingen niet,

12

Buyget sinen hals in zijnder ioncheit, ende stoot zijn siden als hi een kint is, Ga naar margenoot+ dat hi misschien niet en verharde, ende v niet en gelooue, ende ghi sult smerte der sielen hebben.

13

Leert v kint ende arbeyt daer inne, op dat hi v tot geender scanden en worde.

14

Beter is een gesont arme, die sterc van crachten is, dan een rijc die cranc is, ende geslagen met quaetheyt.

15

Der sielen salicheit, is in die heylicheyt der gerechticheyt, ende is beter dan alle gout ende siluer, ende een vroom lichaem is beter dan eenen onghemeten schat.

16

Daer en is geenen scat, bouen den scat der gesontheyt des lichaems, ende daer en is geen verlustinge bouen des herten blijschap,

17

die doot is beter, dan een bitter leuen, ende een

[pagina *]
[p. *]

lange quale, Ga naar margenoot+

18

Goede dingen verborgen in eenen beslotenen mont, zijn als gerechten der weerscappen, rontsomme den graft geset.

19

Wat batet eenen afgod spijsofferhande? want hi en sal niet eten noch drincken, noch riecken.

20

Also is een, die vanden HERE wtgeiaecht werdt, ende die draghende die louen der ongherechticheden,

21

Siende metten oogen ende versuchtende, gelijc een ghesnedene omhelsende een maecht, ende versuchtende

22

En geeft uwer sielen geen droefheit, ende en quelt v seluen niet in uwen rade,

23

Ga naar margenoot+Genoechlicheyt des herten, is des menschen leuen, ende die vrolicheit des mans, is een verlengen zijnder dagen,

24

Ontfermt uwer sielen Gode behagende ende onthout, ende vergadert v herte in zijnder heylicheyt, ende wtdrijft die droefheyt verde van v

25

Want droefheit heeft veel menschen gedoot, ende daer en is gheen nutticheyt inne,

26

benijdinghe ende gramschap verminderen die dagen, ende die sorghe sal voor die tijt outheyt toe brengen.

27

Een vry milt goet herte, is goet in weerscappen, want sijn weerschappen gheschieden neerstelijck.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
pro. xiij b prouer. xxiij.b.

margenoot+
B vers 12

margenoot+
da xiiij b

margenoot+
D vers 23


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken