Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die verkiesinge tot eenen officie der ouerheyt, en sal den mensche niet houeerdich noch stout maken, maer sorchfuldich neerstich ende ghetrouwe ouer die gene die hem beuolen sijn, Ende ander scoone leeren.

Dat .xxxij.Capittel

1

Ga naar margenoot+HEbben si v eenen regeerder ghesedt, en wilt v niet verheffen, weest onder hen, als een wt hen,

2

Draecht haerder sorghe ende alsoo aenmerct, ende als v sorghe voleyndt is, so sidt ter tafelen, op dat ghy met hen moecht verblijden,

3

ende ontfanct dat cyerat der eeren, tot eender croonen.

4

Ghi oudere spreeckt wijsselijc, want het betaemt v.

5

Dat eerste woort den ghenen die die kennisse lief heeft, ende en belettet den sanc nyet,

6

Daer geen gehoor en is, daer en stortet gheen reden wt, ende en wilt niet onbetamelick werden verheuen in uwe wijsheyt.

7

Gelijc den carbonckel steen een vercieringe des goudes is, alsoo zijn die sangers in dye weerscappen des wijns,

8

Ghelijc in die smedinge des gouts, dat teeken smaragdi is, also ist ghetal des sangers in ghenoechlijcken ende matigen wijn.

9

Ga naar margenoot+Hoort swijgende, ende voor die eerweerdicheyt sal v goede eere toecomen,

10

Iongelinc spreect in uwe saken nauwelic alst van noode is.

11

Ist dat ghi tweemael geuraecht wert, so hebbe v hooft v antwoorde,

12

In vele dingen zijt als onwetende, ende hoort swijghende ende mede ooc vragende.

13

En vermetet v niet te spreken int midden der grooter van state, ende en spreect niet vele daer ouden zijn.

14

Voor den donder gaet den blixem, ende voor die scamelheyt, sal lieflicheyt voorgaen, ende

[pagina *]
[p. *]

voor eerweerdicheyt sal v goede gratie voorcomen,

15

ende inder vren des opstaens, en streelt v niet. Mer voorloopt eerst in v huys, Ga naar margenoot+ ende wert daer toe gheroepen, ende speelt daer.

16

Ende doet v voorneminghen, ende niet in misdaden, noch in hooueerdighen woorden

17

Ouer alle dese dingen ghebenedijt den HERE die v ghemaect heeft, ende die v oueruloedelick ouergoten heeft met allen sinen goeden.

18

Die God vreest, dye sal sijn leeringe ontfaen, ende die tot haer waken, sullen die benedictie vinden. Ga naar margenoot+

19

Die die wet soecket, sal daer af veruult werden, ende die verradelic doet, sal van haer gheargert werden.

20

Die God vreesen, sullen een rechtuerdich oordeel vinden, ende si sullen die gherechticheden als een licht ontsteken.

21

Die godloose keert die straffinge af, ende hi vlietse, ende nae sinen moetwille can hy een ghelijckenisse vinden.

22

Een wijs man en veracht die wijsheyt ende verstandenisse niet, Ga naar margenoot+ maer een vreemde ende houeerdighe, en heeft geen vreese.

24

Mijn kint en doet niet sonder raet, ende na dat gedaen is, en salt v niet berouwen.

25

En gaet inden wech des vals niet, ende ghi en sult v aen dye steenen niet stooten, noch en gelooft v den arbeydelijcken wech niet, Ende en sedt uwer sielen geen arghernisse

26

Ende wacht v van uwen kinderen, Ende van uwen huysghesinne hoedet v,

27

In alle uwen werc, betrout wt uwer sielen, want dat ist onderhouden der geboden,

28

Dye Gode ghelooft, die aenmerckt den geboden, ende die in hem betrout, en sal niet gemindert zijn.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 15

margenoot+
Psalm. c.xviij.

margenoot+
D vers 22


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken