Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe dat die wijsheyt ende die vreese Gods alle ander dinghen te bouen gaet, ende wat profijts si inbrengt, Een vermaninghe tot God, van lof ende verwonderinghe sijnder wercken, ende sijns ghewalts, Alle creatueren ende alle dinghen sijn van God den geloouighen te dienste ende behoeue ghescapen, mer die godloosen versekerent haer seluen tot schade ende verderffenisse

Dat .xxxix Capittel

1

Ga naar margenoot+DIe wijse sal ondersoecken alle der ouder wijsheit, ende hi sal hem in die propheten veronledighen.

2

Hi sal die vertellinge der vernaemder mannen behouden ende hi sal mede ingaen in dat verstant der verborgender redenen.

3

Hi sal die verborgentheden der verborgender redene ondersoecken, ende hi sal in die verborgentheden der subtijlder spraken conuerseren.

4

Hi sal int midden der groter van state dienen, ende hi sal in dat aenschouwen des richters verschinen,

5

hi sal doorgaen totten lande der vreemder heydenen. Want hi sal goet ende quaet proeuen.

6

Hi sal sijn herte gheuen om vroech te waken totten HERE, die hem ghemaect heeft, ende hi sal int aenschouwen des alderhoochsten bidden.

7

Hi sal sinen mont open doen, in dat gebet, ende hi sal voor sine sonden bidden.

8

Want ist dat die grote HERE wilt, so sal hi hem metten geest der verstandenisse veruullen,

9

ende hi sal die wtspraken sijnder wijsheyt wtseynden, als slachreghen, ende hy sal den HERE in sijn gebet belijden.

10

Ende hi sal sinen raedt ende onderwijsinge stueren ende in sinen verborgentheden, Ga naar margenoot+ sal hi hem beraden.

11

Hi sal die onderwisinghe sijnder leeringe openbaer maken, ende hi sal in die wedt des verbonts des HEREN glorieren.

12

Vele sullen sine wijsheit te gader louen, ende hi en sal inder eewicheyt niet wt gewist werden.

13

Sine ghedachtenisse en sal nyet wech gaen, ende sinen naem sal van geslachten tot geslachten versocht werden.

14

Die heydenen sullen zijne wijsheydt vertellen, ende die ghemeynte sal sinen lof vercondigen

15

Ist dat sinen name blijft, so sal hider meer dan duysent achterlaten, ende ist dat hi rust so salt hem baten.

16

Ga naar margenoot+Noch sal ick beraden werden dat ict vercondige, want als met raserie ben ick veruult,

17

Ende in die stemme seyt hi. Gheeft mi gehoore ghi heylighe vrome kinderen, ende als een roose geplant op die riuieren der wateren, so maect vrucht.

18

Hebt ruecke der soeticheit als Libanus,

19

Bloeyt ghi bloemen, als die lelie, ende gheeft ruecke, ende groenet tot dancbaerheyt, ende prijst te gader dat liedeken, ende gebenedijt den HERE in sine wercken, geeft sinen name grootmakinge,

20

ende belijdt hem in die stemme uwer lippen, ende in die liedekens der lippen, ende harpen, Ga naar margenoot+ ende aldus sult ghi segghen inder belijdinghe

21

Alle die wercken des HEEREN sijn alte goet.

22

Want in sinen woorde stont dat water, als eenen steenhoope, ende in die redene sijns monts als in eenen water eemere,

23

Ga naar margenoot+want in sinen gebode wert versoeninge ende in sijn salicheydt en is gheen verminderinge,

24

die wercken alles vleeschs sijn voor hem, ende daer en is niet verborghen van sinen ooghen.

25

Hi aenschouwet van werelt tot werelt, ende sijn aenscouwen en is nyet verwonderlic.

26

Ten is niet te seggen, wat is dat? oft wat is dit? want alle dingen sullen in haerder tijt gesocht werden

27

Sijn gebenedidinge sal oueruloien als eenen stroom

28

ende gelijc een diluuie die droge aerde droncken maecte, Ga naar margenoot+ also sal sijn gramscap die heydenen, die hem niet versocht en hebben beeruen. Ga naar margenoot+

29

Gelijck hi die wateren in droocheyt heeft gekeert, ende die aerde is verdroocht, ende zijn wegen zijn met haren wegen beleyt, also sijn den sondaren aenstotingen in sine gramscap,

30

Den goeden sijn die goede dinghen

[pagina *]
[p. *]

ghescapen van beginne also sijn den godloosen, goede ende quade dingen gescapen,

31

Dat beginne des nootdroftigen dincx, des leuens der menschen, is water, viere ende yser, sout, melc, ende wittebroot, huenich ende wijndruuen, ende olie, ende cleedinge.

32

Also dese gewerden den geloouigen int goede, also sullen si den ongodliken ende sondaren int quaet werden ghekeert.

33

Ga naar margenoot+Daer sijn gheesten die tot wraken geschapen sijn, ende in haer hebben si hare straffinge beuesticht.

34

Ende inder tijt der voleyndinge, sullen si wtstorten die cracht, ende den toorne des geens diese gemaect heeft, sullen si stellen

35

vier, hagel, honger ende doot, alle dese sijn tot wrake ghescapen.

36

Tanden der beesten, ende scorpioenen, ende serpenten, ende dat sweert wrekende die godlose tot vernielinge.

37

Si sullen weerscappen in sine geboden, ende opter aerden sullen si inder noot bereyt werden, ende als haer stonde ende tijt hier is, so en sullen si tbeuel des HEREN niet ontgaen.

38

Hierom ben ic van beginne geuesticht, ende ben beraden, ende ic hebbe gedacht dat gescreuen achter te laten.

39

Alle die wercken des HEREN sijn goet, ende alle werck sal in sijnder vren dienst doen.

40

Het en is niet te seggen, dit is scalcker dan dat. Want alle dingen sullen tot haerder tijt mede geproeft werden.

41

Ende nv looft tsamen, ende gebenedijt den name des HEREN in alle herten ende monde.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 10

margenoot+
C vers 16

margenoot+
Ge. i.d. ps. xviij deu. iiij

margenoot+
D vers 23

margenoot+
E vers 28
margenoot+
rom. viij Ge. i. ij.

margenoot+
F vers 33


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken