Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Vanden ghetrouwen ende vromen vorste Mose, van Aaron sinen broedere, ende vanden stamme Leui, wt den welcken dat priesterdom geboren wert. Van die cieragie ende cleedinghe des ouersten Priesters, ende ordinantie des Papendoms ende der offerhande. Vander straffinghe Dathans, Abyrons, ende Chore, der opruerders oft muytmakers, Vanden vromen vorste Pinehas.

Dat .xlv. Capittel

1

Ga naar margenoot+MOses van Gode ende den menschen bemint wiens ghedachtenisse in hooghen loue staet. Ga naar margenoot+

2

Hi maecte dien gelijc inder heylighen glorie, Ga naar margenoot+ ende hi maecte hem groot in die vreese der vianden,

3

ende in sine woorden dede hi grote wonderen. Hi maecte hem heerlic inden aenscouwen der coningen, ende hi gaf hem beuel ouer sinen volcke, ende hi toonde hem sijn heerlicheit.

4

In sijn gelooue ende saechtheit, maecte hi hem heilich, ende hi vercoos hem wt alle menschen,

5

Hi hoorde hem, ende zijn stemme, ende hi leyde hem in de wolcken.

6

Ende hi gaf hem daer die geboden, ende die wet des leuens, ende der onderwisinge, Iacob sijn verbont te leeren, ende Israel sijn ordelen.

7

Hi maecte Aaron sinen broeder hooch, Ga naar margenoot+ ende hem gelijc vanden geslachte Leui.

8

Hi stelde hem een eewige verbont, ende hi gaf hem dat priesterscap des volcx, ende hi maecte hem heerlijc in scoonder cieragien. Ende hi omgorde hem metten gordel der gerechticheit, ende hi dede hem dat cleet der eeren

[pagina *]
[p. *]

aen, Ga naar margenoot+ ende hi croonde hem in die vaten der duecht.

9

Behagelijcke schoenen, ende neder cleederen, ende een cleet dat die schouderen bedect, sette hi hem,

10

ende hi omgorde hem met veel gulden bellekens rontsomme,

11

om geluyt te geuen in sinen ganc, ende te doen horen dat geluyt inden tempel, den kinderen sijns volcx tot een gedachtenisse.

12

Hi ghaf hem dat heylige cleet eens wijs mans, die met ordele ende waerheit geciert was, welc een geweuen werck was, van gout geel side ende scaerlaken, goude ende hyacinthe, ende purpuren

13

dat werc des constenaers van gesponnen rosijn roode side, met costelike peerlen, gefigureert in die biddinghe des gouts, ghegroeueert midts den wercken eens steenhouwers tot een gedachtenisse na den getale der geslachten Israels.

14

Een voorhooft plate van louteren goude, was aen sijnder huyuen, ende een croone op sinen miter wtgedruct met een teeken der heerlicheit, ende die glorie der eeren, ende dat werc der cracht, verciert wt der begeerten der ogen

15

Alsodanige schone dingen en hebben voor hem niet geweest,

16

Ga naar margenoot+Geen vreemdelinc en heeft die aengedaen, mer alleen sine sonen ende sine neuen, alle den tijt door.

17

Tweemael heeft hi dagelicx sinen brantoffer volbrocht. Ga naar margenoot+

18

Moses veruulde sijn handen, ende hi salfde hem met heiligen olie.

19

Het is hem tot eenen eewigen verbonde gemaect, ende sinen sade als die dagen des hemels, de priesterscap te bedienen ende lof te hebben, ende zijn volc goet te doen, ende des HEREN naem,

20

hy heeft hem vercoren van allen leuenden, Gode te offeren, offerhande, wierooc, ende goeden ruecke, tot gedachtenisse te versoenen voor dat volc.

21

Ende hi gaf hem in sinen geboden macht, ende in sinen verbonde, om Iacob die ghetuygenissen te leeren, ende Israel een licht te gheuen in sijnre wet. Ga naar margenoot+

22

Want tegen hem stonden die sommige op, ende wt haet omringdense hem inder woestinen die met Dathan ende Abiron waren ende die vergaderinge Chore inder gramscappen.

23

Die HERE God sach dat, ende het en behaechde hem niet, ende si sijn veruult in die duysterheyt der gramschappen.

24

Hi maecte dien wonderen, ende vernieldese in die vlamme des viers.

25

Ende maecte Aaron eerlic ende heerlijc, ende gaf hem erffenisse ende die eerste vruchte des corens der aerden deelde hi hem. Hy bereyde sijn broot inden eersten tot sadtheyt,

26

Want si sullen des HEREN offerhanden eten die hi hem ende sinen sade gaf.

27

Anders en hadde hi geen erf, noch deel aenden lande onder den volcke Want die HERE selue is sijn deel ende sijn erffenisse

28

Ga naar margenoot+Pinehas die sone Eleazari, die derde inder glorien

29

hem nauolgende inder vreesen des HEREN, ende te staen in die eerweerdicheyt des volcx, in goetheyt ende vliticheit sijnder sielen, behaechde hy Gode Israels.

30

Daeromme stelde hi hem dat verbont des vreets ende eenen prince der heyligen, ende sijns volcx, op dat die weerdicheyt des priesterscaps hem ende sinen sade si inder eewicheit. Ga naar margenoot+

31

Ende hi maecte den coninck Dauid den sone Iesse vanden geslachte Iuda, een verbont, een erffenisse, hem ende sinen sade, op dat hi wijsheit in onse herte soude geuen, sijn volc te ordeelen in gerechticheit, ende dat haer goeden niet afgedaen en souden werden, ende hy maecte haer heerlicheit eewich in haren volcke.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
ex. ij. iij. iiij. vij.

margenoot+
Ex. xiij xix xviij.

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 8

margenoot+
D vers 16

margenoot+
ex. xvij. Nu. iij

margenoot+
Gen. xvi

margenoot+
E vers 28

margenoot+
nu. xxv c


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken