Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van die parabole der arbeyders, die inden wijngaert ghehuert waren, van die eerste aender tafele, hoe twee blinde aen den wech saten.

Dat .xx. Capittel

1

† DAt rijck der hemelen is ghelijck eenen vader des huisgesins, die wtginck des morgens seer vroech om in sinen wijngaert arbeyders te hueren,

2

ende ouercomen zijnde met sinen arbeyders elcken dach om eenen

[pagina *]
[p. *]

[afbeelding]

penninc, so sant hijse in sinen wijngaert,

3

ende ghinc wt omtrent der derder vren ende sach ander opter merct ledich staen,

4

ende sprac tot hen, Gaet ghi oock in mijnen wijngaert, ende dat recht is, sal ic v geuen,

5

ende si sijn ghegaen Noch eens is hi wtgegaen omtrent der sester ende negenster vren, ende heeft desgelijc gedaen,

6

Ende omtrent der elfster vren, is hi weder wtgegaen, ende heeft ander geuonden ledich staen, ende sprac tot hen, wat staet ghi hier ledich den geheelen dach?

7

Si hebben ooc hem geseyt, want ons niemant gehuert en heeft. Ende hi sprac tot haer, gaet ghi ooc in minen wijngaert, ende ghi sult ontfangen dat recht is

8

Ga naar margenoot+Als auont wert, so heeft die here des wijngaerts tot sinen procurator gesproken, roept die arbeyders, ende geeft haer den loon, ende begint vanden laetsten totten eersten.

9

Doen quamen die omtrent der elfster vren gehuert waren, ende hebben elc bysonder den penninc ontfangen,

10

Doen die eerste quamen meynden si, dat si meer ontfangen souden, mer si ontfingen ooc yeghelijck haren penninc,

11

Ende doen si dien ontfinghen, so murmureerden si tegen den vader des huysgesins, segghende,

12

Dese laetste en hebben mer een vre gearbeyt, ende ghi hebtse gelijc ons ghemaect, wi die den last des daechs, ende die hitte gedragen hebben

13

Hi antwoorde ende seyde tot eenen van haer, Mijn vrient, ic en doe v geen onrecht, en sijt ghi niet met mi ouercomen om eenen penninc?

14

Neemt dat v is, ende gaet wech, ic wil desen laetsten ooc geuen ghelijc v,

15

Oft en heb ic geen machte te doen (metten mijnen) dat ick wille? Is v ooge daerom quaet, dat ic so goet ben?

16

Also sullen die laetste die eerste zijn, ende die eerste die laetste, want veel sijnder gheroepen, mer weynich wtuercoren. *

17

† Ende Iesus ghinc op na Ierusalem, Ga naar margenoot+ ende nam sijn twaelf discipulen alleen inden wech met hem ende sprac tot haer,

18

Siet, wi reysen opwaerts na Ierusalem, ende die sone des menscen sal geleuert worden den Princen der priesteren, ende den Scriben, ende si sullen hem veroordeelen ter doot,

19

ende si sullen hem leueren den Heydenen om te bespotten, ende om te gheesselen, ende om te cruycen, ende hi sal ten derden daghe verrijsen. *

20

Ga naar margenoot+† Doen is tot hem ghecomen die moeder der kinderen Sebedei, Ga naar margenoot+ met haren sonen, ende viel voor hem neder biddende wat van hem. Ende hi sprac tot haer,

21

Wat wildy? Sy sprac tot hem, Laet dese twee mijn sonen sitten in dijn rijcke, die een aen dijne rechter hant, ende dander aender slincker hant.

22

Mer Iesus antwoorde, ende sprac, Ghi en weet niet wat ghi bidt, Moechdi drincken den kelc dien ic drincken sal? ende metten doopsele gedoopt werden daer ic mede gedoopt worde?

23

Si hebben geseyt, Iae wi, Hi sprac tot hen, Ghy sult mijnen kelc drincken, ende ghedoopt worden metten doopsele, daer ic mede ghedoopt worde, mer te sitten aen mijn rechter hant ende slincker hant, en is niet in mijnder macht te geuen, mer dient bereit is van minen vader.

24

Doen dat die .x. discipulen hoorden, so zijn si veronwaert van dese twee broederen, mer Iesus riepse tot hem, Ga naar margenoot+ ende sprac?

25

Ghi weet dat die wereltlike princen heerscappie hebben, Ga naar margenoot+ ende die grootste gebruycken gewelt onder haer,

26

also en salt onder v niet sijn, Mer so wie onder v groot wil zijn geacht, die si v dienare,

27

Ende die onder v die eerste wil sijn, die sal v knecht sijn.

28

Ga naar margenoot+Gelijc die sone des menscen niet gecomen en is, om dat hy gedient soude worden, mer om dat hi selue soude dienen, * Ende geuen sijn leuen tot een verlossinge voor vele.

29

† Ende doen si ghinghen van Iericho, sijn hem geuolcht een grote scare volcx,

30

Ende siet, twee blinden saten biden wech, Ende doen si hoorden dat Iesus voorbi ghinc, riepen si ende spraken, O HERE Dauids sone, ontfermt onser,

31

Mer die scare berispte haer dat si swijgen souden, mer si riepen veel meer, seggende, O ontfermt onser HERE, sone Dauids,

32

Ende Iesus stont stille, ende heeft dese blinde geroepen, ende sprac, Wat wildi dat ic v doen sal? Si spraken tot hem,

33

HERE dat onse oogen geopent mogen worden.

34

Ende Iesus ontfermde haer, ende heeft haer oogen geraect ende terstont hebben haer oogen dat gesichte wederom ontfangen, Ga naar margenoot+ ende si zijn hem geuolcht *

margenoot+
B vers 8

margenoot+
mar. x d luc. xiij.f mar. x.c. lu. xviij.c.

margenoot+
C vers 20
margenoot+
mar. x.c.

margenoot+
mar. x.f luc. xx.f

margenoot+
Ioan. x.g mar. x.g ende xviij f

margenoot+
D vers 28

margenoot+
mar. x.g

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken