Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe Iesus tweentseuentich discipulen vercoos, ende seyndese te preken, ende onderwees haer hoe si hen hebben souden, Ende hoe Martha Iesum in die herberghe ontfinc, Ende Iesus voorseyde dat Maria Magdalena, dat beste deel vercoren hadde

Dat .x. Capittel

1

Ga naar margenoot+DAer na teekende hi ander tseuentich wt, Ga naar margenoot+ ende seyndese twee en twee voor hem wt, in alle steden ende plaetsen daer hi woude henen comen, Ende seyde tot haer,

2

Dye oogst is groot, maer der arbeyderen is weynich. Daerom bidt den HEERE des oogsts, Ga naar margenoot+ dat hi arbeyders wtseynde in sinen oogste. *

3

† Gaet henen, siet, ic seynde v, als die lammeren midden onder die woluen.

4

Draecht geenen buydel, noch tessce, noch scoen, ende en groet niemanden op den wege. Waer ghi in een huys coemt daer segget ten eersten,

5

vrede si in desen huise,

6

ende is daer een kint des vreden, so sal uwen vrede op haer rusten, is des niet, so sal uwen vrede weder tot v keeren,

7

mer inden seluen huise blijft, eet ende drinct so wat si hebben, Want een arbeider is zijns loons waerdich *

Ga naar margenoot+ Mer ghi en sult niet vanden eenen huyse tot den anderen gaen, Ga naar margenoot+

8

Ende waer ghi in een stadt coemt, ende si v ontfangen daer eet, wat v voor geset wert

9

Ende geneest die crancken die daer zijn, ende segget haer, Dat rijcke Gods is na tot v gecomen,

10

Waer ghi in eender stadt coemt, daer si v niet en ontfangen, daer gaet wt op haerder straten, ende segget,

11

Ooc den stof die ons aengehangen heeft, van uwer stat slaen wi af op v, nochtans sult ghi weten, dat trijc der hemelen na geweest is.

12

Ic segge v, het sal Sodoma verdrachliker sijn in dien daghen, dan sulcker stadt.

13

Wee v Chorazin, wee v Bethsaida want waert sake dat sodanige daden waren tot Tyro ende Sidon gesciet, die bi v gesciet zijn, Ga naar margenoot+ si hadden in voortijden in sacken ende in der asscen geseten, ende penitentie gedaen,

14

mer het sal Tyro ende Sidon verdrachliker zijn in zijn oordeel, dan v.

15

Ende ghi Capernum, die tot aenden hemel verheuen sijt, ghi sult tot inder hellen toe neder gestooten worden.

16

Wie v hoort, dye hoort mi, ende wie v veracht, veracht mi Ende wie mi veracht die veracht den genen die mi gezonden heeft

17

Die tseuentich quamen weder met vruechden, ende seiden, HERE, die duuelen zijn ons ooc onderdanich in dijnen naem,

18

ende hi sprac tot haer Ic sach den Sathan vanden hemel vallen als een blixem

19

Siet, ic heb v macht gegeuen te treden op slangen ende scorpioenen, ende ouer alle gewelt des viants, ende niet en mach v deeren,

20

Mer daer inne en wilt v niet verblijden, Ga naar margenoot+ dat v die geesten onderdanich sijn, maer verblijt v dat uwe namen inden hemel gescreuen sijn.

21

Ende in dier vren veruroechde hem Iesus inden geest ende sprac, Ic prijse v vader ende HERE des hemels ende der aerden, dat ghi dit verborgen hebt voor den wijsen ende verstandigen, ende hebt dit geopenbaert den ootmoedigen Ia vader want also was dat behagelic voor v,

22

Het is mi al gegeuen van mijnen vader, ende niemant en weet wie die sone is, dan alleen die vader, noch wie die vader is dan alleen die sone, Ga naar margenoot+ ende dien dat die sone wil openbaren

23

Ga naar margenoot+Ende hi keerde hem om tot sinen discipulen, ende seide hen in sonderlicheyt, † Salich sijn die oogen die daer sien dat ghi siet,

24

Want ic segge v, vele propheten ende coningen wouden sien dat ghi siet, ende en hebben dat niet ghesien, ende hooren dat ghi hoort, ende en hebben dat niet gehoort.

25

Ende siet, doen stont een scriftgeleerde op, tempterende hem, ende seyde, Meester, wat mocht ic doen, dat ic dat eewich leuen beerue? Ga naar margenoot+

26

Hi sprac tot hem Wat staet inder wet gescreuen, Hoe leest ghi?

27

Hi antwoorde ende sprac, Ghi sult lief hebben God uwen HERE, wt geheelder herten, ende wt uwer heelder sielen, ende wt alle v crachten, ende wt al uwen ghemoede, ende uwen naesten als v seluen.

28

Hi seide tot hem ghi hebt recht geantwoort

[pagina *]
[p. *]

doet dat, so suldy leuen,

29

Mer hi wilde hem seluen rechtueerdigen, ende sprac tot Iesum, wie is dan mijn naeste

[afbeelding]

30

Doen antwoorde Iesus ende seyde, † Het was een mensce, Ga naar margenoot+ die ghinc neder van Hierusalem tot Hierico ende viel onder die moordenaren, Ga naar margenoot+ die togen hem sijn cleederen wt, ende sloegen hem, ende ghingen daer af, ende lieten hem half doot liggen.

31

Ende het gesciede, dat een priester dien seluen wech door reysde, ende doen hi hem sach ginc hi voorbi,

32

Desgelijc een Leuijt, doen hi quam bi die stede, ende sach hem, ginc hi ooc voorbi,

33

Ende doen reysde daer een Samaritaen, ende quam bi die stede, ende doen hi hem sach, iammerde hem sijnder,

34

ende ghinc tot hem, ende verbant hem sijn wonden, Ga naar margenoot+ ende goot daer inne olye, ende wijn ende sette hem op sijn beeste, ende voerde hem in die herberge, ende sloech sijns gaeye

35

Des anderen daechs wech reyzende, tooch hi daer wt twee penningen, ende gafse den weert, ende hi seyde tot hem, Slaet sijns gaeye, ende soo wat ghi meer verlegt, dat wil ic v betalen, als ic weder come,

36

Welc dunct v van desen drien die naeste te wesen dien, die onder die moordenaren geuallen was?

37

Hi seyde, die Ga naar margenoota barmherticheyt aen hem dede. Doen seyde Iesus tot hem, So gaet henen, ende doet desghelijcken. *

38

† Het gesciede doen si wandelden, so ghinc hi in een casteel, daer was een vrouwe genaemt Martha, die ontfinc hem in haer huys,

39

ende hadde een suster die hiet Maria, die ooc tot sinen voeten sadt, ende hoorde sijn woort,

40

Mer Martha maecte haer veel te doen, om hem te dienen, Ende si ghinc tot hem ende seyde? HERE vraechdy niet daer na, dat mi mijn suster alleen laet doen?

41

Segt haer doch, dat si mi helpe. Iesus antwoorde ende seide tot haer, Martha Martha, ghi sorcht ende becommert v met vele dingen, Mer sekerlijc een is van noode,

42

Maria heeft dat beste deel vercoren, dat en sal niet van haer genomen worden *

margenoot+
A vers 1
margenoot+
matthei ix.d

margenoot+
mar. vi b

margenoot+
B vers 7
margenoot+
mat. v

margenoot+
C vers 13

margenoot+
de. lxxij

margenoot+
mat. xij.d

margenoot+
D vers 23

margenoot+
mat. xij.b

margenoot+
E vers 30
margenoot+
deu vi.a

margenoot+
F vers 34

margenoota
Barmherticheyt int ghemeyn, is alle weldaet, waer door men sijnen nasten bouen ghemeyne ordinantie behulpelic is. Ro. xij.c ozee. vi.c mat. vi a


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken