Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Den heylighen gheest wordt ghesonden onder die Apostelen, ende spraken met vreemden tonghen, waer af die Ioden verwonderden. Ende Petrus verclaerde haer die waerheyt, ende vermaendese totten ghelooue, ende daer werden ghedoopt drie duysent Ioden.

Dat .ij. Capittel

1

Ga naar margenoot+† ENde doen den Pinxterdach veruult was so waren si alle eenmoedelijck te samen,

2

Ende het geschiede snellijck een gheluyt vanden hemele, als eens crachtighen wints, ende veruulde dat gheheele huys, daer si saten,

3

ende men sach aen haer die tongen gedeelt als oft si vierich hadden geweest, ende hi sadt op eenen yegelijcken van haer,

4

ende si worden alle veruult metten Ga naar margenoota heylighen geest, ende begonsten te prediken met an-

[pagina *]
[p. *]

deren tongen, na dien dat hen die gheest gaf te spreken

5

Te Iherusalem waren Godvreesende mannen wonende, wt alderley volck dat onder den hemel is.

6

Doen nv dye stemme geschiede, so quam die menichte tsamen ende worden verstoort, want een yegelic hoorde dat si spraken met sijnder spraken.

7

Si verwonderden haer alle, seggende onder malcanderen. Siet en sijn alle dese die daer spreken niet van Galileen?

8

hoe hooren wi dan een yegelic sijn sprake daer wi in gheboren sijn?

9

Parten, ende Meden, ende Elamiten, ende wy dye in Mesopotanien woonen, Ga naar margenoot+ ende in Iudea, ende Capadocia Ponto ende Asia, Phrigia ende Pamphilia,

10

Egipten ende inden eynden der Libien bi Kyrenen, ende die buytenlantsche oft toecomelinghen van Roomen,

11

Iudeen, ende ghenoten, oft ghesellen der Ioden, Chreten ende Araben, wi hoorense met onsen tonghen die groote daden Gods spreken. *

12

Sy versloeghen haer alle, ende worden verstoort, seggende deen totten anderen, Wat wil dit sijn?

13

Mer die ander hadden haren spot daer mede, ende seyden, Si sijn vol soets wijns.

14

Ga naar margenoot+Doen ghinck Petrus op metten eluen, ende hief sijn stemme op, ende sprac tot haer. Ghy Ioden lieue mannen, ghi alle die te Iherusalem woont, weet, ende laet mijn woorden tot uwen ooren ingaen,

15

Want dese en sijn niet droncken also ghi meynt, want het die derde vre van desen dage is,

16

maer dat ist dat door den Propheet Iohel te voren geseyt is,

17

Ende het sal inden laetsten dagen gescien seyt God. Ic wil wtstorten van mijnen gheest op alle vleesch, ende uwe sonen ende dochteren sullen propheteren, ende uwe iongelingen sullen gesichten sien, ende uwe ouders sullen droomen droomen,

18

Ende op mine knechten, ende op mijne maerten wil ic inden seluen daghe van mijnen gheeste wtstorten, ende si sullen propheteren, Ga naar margenoot+

19

ende ic wil wonderlike teekenen bouen inden hemele gheuen, ende teekenen beneden opter aerden, bloet ende vier, rooc ende dampe.

20

Dye sonne sal verkeeren in duysternissen, ende die mane in bloet, eer dat den groten ende openbaerlijcken dach des HEREN comt,

21

ende het sal geschien, soo wie den name des HEEREN aenroepen sal, die sal salich werden.

22

† Ghi mannen van Israel, hoort mijn woorden, Iesum van Nazareth den man van Gode onder v met wercken, wonderlicheden, Ga naar margenoot+ ende teekenen bewesen, die welcke God door hem ghedaen heeft midden onder v, Ga naar margenoot+ so ghi selue ooc weet,

23

den seluen na dat hy wt voordachten raedt ende voorsienicheyt Gods ouerghegheuen was, hebt ghi ghenomen door dye handen der ongerechter, ende hem ghecruyst ende ghedoot,

24

dyen heuet God verwect, ende van die smerten des doots ontbonden, na dien dat onmogelijc was dat hi van hem ghehouden soude werden,

25

Want Dauid seyt van hem. Ic heb den HERE altijt voorgeset voor mijn aensicht, want hi is aen mijnder rechter siden, op dat ic niet beweecht en werde. Ga naar margenoot+

26

Daerom is mijn herte vrolijck, ende mijn tonge verhuecht haer, want mijn vleesch sal ooc in hope rusten,

27

want ghi en sult mijn siele niet inder hellen laten, noch ooc niet toelaten dat v heylighe, dye verganckelicheyt sien soude,

28

ghi hebt mi dye Ga naar margenootb wegen des leuens bekent gemaect, ghi sult mi veruullen met blijschappen voor uwen aensicht. *

29

Ghi mannen lieue broeders, laet mi vry vanden aertschen vader Dauid tot v spreken, Ga naar margenoot+ hi is ghestoruen ende begrauen, ende sijn graf is by ons tot op desen dach.

30

Als hy dan een Propheet was, ende wist dat hem Godt met eenen eede ghelooft hadde, dat dye vrucht sijnder lendenen op sinen stoel soude sitten,

31

heeft hi dat voorsien, ende gesproken vander verrijsenisse Christi, want sijn siele en is niet inder hellen gelaten, ende sijn vleesch en sach geen verganckelicheit,

32

Desen Iesum heeft God verwect, des sijn wi alle ghetuyghen.

33

Nv hi door die rechterhandt Gods verheuen is, Ga naar margenoot+ ende die belofte des heylighen gheests vanden vader ontfanghen heeft, so heeft hi wtghestort dit, dat ghy siet ende hoort,

34

want Dauid en is niet inden hemel gheclommen, Mer hi seyt, die HERE heeft gheseyt tot mijnen HERE, sidt tot mijnder rechterhant

35

tot dat ic uwe vyanden sette tot eender voetbancken uwer voeten

36

So sal nv dat geheele huys Israel weten sekerlijck, dat God desen Iesum, dyen ghi ghecruyst hebt, tot eenen HEERE, ende Christum ghemaect heeft.

37

Doen si dat hoorden, heeft hen haer herte ontsteken, ende seyden tot Petrum ende den anderen Apostelen. Ghi mannen lieue broeders, wat sullen wi doen

38

Petrus seyde tot haer, betert v, ende een yeghelijck late hem doopen inden name Iesu Cristi, in vergiffenisse der sonden, soo sult ghy die gaue des heylighen gheests ontfanghen,

39

Want dit is v ende uwen kinderen belooft, ende alle den genen die verre sijn, dye welcke God onse HERE daer toe roepen sal,

40

Ooc getuycht hy met vele andere woorden, ende vermaent, segghende. Laet v wt desen boosen gheslachte helpen.

41

Die sijn woort gheerne ontfinghen, die lieten haer doopen, ende op dien dach worden daer toe ghedaen bi drie duysent sielen.

42

Ga naar margenoot+Si bleuen volherdich in die leeringhe der Apostelen, ende inder gemeynscap, ende in die brekinge des brodes, ende inden gebede.

43

Allen sielen quam ooc vreese aen, ende daer gheschieden wonderlijcke dingen ende teekenen door die Apostelen.

44

Alle die gheloouich waren gheworden, waren te samen, ende alle dinghen hadden si ghemeyn,

45

si vercochten haer goeden ende haue, ende deeldense wt onder allen, na dien dat eenen yegelijcken van noode was,

46

ende si bleuen gestadich daghelijcx eenmoedelijc inden tempel, ende si braken dat broot hier ende daer in dye huysen, si ontfinghen spijse met vruechden, ende met eenuuldiger herten, ende hadden ghenade bi alle den volcke,

47

die HERE dede daer daghelicx tot der vergaderinghe die daer salich souden werden.

margenoot+
A vers 1

margenoota
Door den heylighen geest verstaetmen tvier, ende dat om sijnder viericheyt wille, want hi suyuert den mensche verbernende alle die onsuuerheden der sonden, ende maect hem vierich inder liefden. Ieremie xxiij.f.

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 14

margenoot+
Iohelis ij.g

margenoot+
D vers 22
margenoot+
Ro. x.a.

margenoot+
psal. xv.

margenootb
wegen des leuens, dat is dat onsterflick leuen ende die verrisenisse der gherechtigher. iij.re. ij b

margenoot+
E vers 29

margenoot+
F vers 33

margenoot+
G vers 42


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken