Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hier beghint dye Epistel vanden eerwaerdeghen Apostel sinte Paulus totten Romeynen.

¶ Die Apostel thoont sijn liefde, die welcke hi heeft tot die Romeynen, ende daer na straft hi die sonden vanden genen die haer eygen sinlicheyt, wellust ende begheerten na volghen.

Dat .I. Capittel.

[afbeelding]

1

† PAulus een dienaer Iesu Christi, gheroepen tot een Apostel, wtghecoren om te prediken dat Euangelie Godes,

2

dwelck hi voortijts had belooft door sijne Propheten in die heylighe schriftuere van sinen sone,

3

die gheboren is geweest vanden sade Dauid, nae den vleessce,

4

dye crachtelijck bewesen is dye sone Gods, naden gheest die heylich maect van dier tijt dat verresen is, vander doot Iesus Christus onse HEERE,

5

door welcken wy ontfanghen hebbende die gratie ende dienst des Apostelscaps, om die ghehoorsaemheydt des gheloofs op te rechten, onder alle heydenen onder sinen naem,

6

van welcken ghetal ghy oock sijt geroepen van Iesu Christo. *

7

Alle die te Romen sijt, wtuercoren van God, ende

[pagina *]
[p. *]

gheroepen heylighen, gratie si v lieden, ende Ga naar margenoota vrede van God onsen vader, ende vanden HERE Iesu Christo.

8

Ten eersten dancke ick mijnen God door Iesum Christum, voor v allen, om datmen van uwen gelooue spreect, in die geheele werelt,

9

Want God is mijn ghetuyghe, den welcken ic diene in mijnen gheest inden Euangelien sijns soons, dat ic sonder ophouden, uwer ghedachtich ben, in mijnen ghebede,

10

biddende, oft mi eenich tijt mocht gebueren een geluckige reyse (door den wille Gods) tot v lieden te comen

11

Want ic begeere v te sien, op dat ic v eenige gheestelijcke gaue mede deylen mochte, om v te stercken

12

(dat is) dat ick met v vertroost mochte worden door uwen ende mijnen ghelooue dat wi onder malcanderen hebben

13

Mer broeders ick wil dat ghi weet, dat ick dickwil voor mi ghenomen hebbe te comen tot v, mer ick ben beledt geweest tot desen dach toe, op dat ic ooc wat goets mochte doen onder v lieden, gelijck ic ooc hebbe ghedaen onder die ander Heydenen,

14

Ic ben een sculdenaer den Griecken ende den Barbaren, den wijsen ende onwijsen,

15

daerom alsoo veel alst in mi is, ben ick gheneycht v lieden die ooc te Romen sijn te prediken dat Euangelium

16

Want ic en schame mi niet des Euangeliums van Ga naar margenootb Cristo, want het is een cracht Gods die salich maect alle die daer aen geloouen, den Ioden principalic ende ooc den Griecken.

17

Want die rechtueerdicheit die God acht, wort daer door geopenbaert, het welck coemt wt den ghelooue int gelooue, gelijc gescreuen staet, Die rechtuerdighe sal wt dat gelooue leuen.

18

Want die toornicheyt Gods vanden hemel wordt gheopenbaert ouer alle boosheyt der menscen, die welcke die warachticheyt Gods onrechtuaerdelijc onthouden,

19

daeromme, om dat het gene dat kenlick is van Gode, bi haer openbaer is, want God heuet haer gheopenbaert

20

daer mede dat Gods onsielic wesen (dat is) sijn eewige cracht ende Godheyt wert gesien alsmen dat waer neemt bi den wercken der scheppinge des werelts, also dat si geen onschult en hebben

21

in dien si bekenden, datter een God is, ende niet als God en hebben ghepresen noch gedanct, maer si sijn in haren gedachten ydel gheworden, ende haer onuerstandich herte is verdonckert,

22

doen si haer seluen wijs hielden, soo sijn si sot gheworden,

23

ende hebben verandert die glorie des onuerganckeliken Gods in een gelijckenisse eens beelts des verganckelijcken menscen, Ga naar margenoot+ ende der voghelen, ende der cruypender dieren

24

Daerom heeftse God ooc ouer gegeuen in haers herten wellust, in onreynicheyt, te scenden haer eygen lijf door haer seluen,

25

welcke verandert hebbende die waerheyt Gods, in logen, ende si hebben gheeert ende ghedient den creatueren, meer dan den scepper die daer gebenedijt is inder eewicheyt Amen.

26

Daerom heeft God haer ouer gegeuen in schandelijcke begeerten, want haer vrouwen hebben verandert haer natuerlic gebruyc in onnatuerlijcke.

27

Des ghelijc ooc hebben die mannen ghelaten dat natuerlijc gebruyc der vrouwen, ende sijn verhit op malcanderen in hare gelusten, ende hebben mannen met mannen leelicheit bedreuen, ende dat loon haerder dolinghen, gelijc alst behoort, in haer seluen wederom ontfangen

28

Ende ghelijc si niet en hebben geacht God te kennen, so heeftse God geleuert in eenen Ga naar margenootc verkeerden sinne, te doen dingen die welcke dat niet betamelic

29

ende zijn veruult met onrechtueerdicheyt oncuysheyt

30

quaetlisticheyt, giericheyt, boosheydt, vol nijts, moorts, kijuens, bedrochs, quaetherts, orenblasers achterclappers dien God viant is, spijtich, hooueerdich, stout versierders van quade vonden, den ouders onghehoorsaem,

31

onuerstandich, trouweloos, onvriendelic stuere sonder ontfermherticheyt.

32

Die Gods gerechticheyt weten (dat die ghene die sulcx doen weerdich sijn der doot) niet alleen doen si dese dingen, mer si hebben ooc lust oft behaghen in die ghene diese doen

margenoota
Vrede in dye apostelsce scriften is de versoeninge Goods, door welckemen vrede der herten heeft

margenootb
Cristus heet de cracht Goods, om dat hem vanden vader alle macht gegheuen is mathei. xxviij.d

margenoot+
ier. x.g.

margenootc
Verkeerden sin, dat is dat goet quaet te oordelen ende dat quaet goet te houden. Esa. v.e.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken