Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die Apostel bethoont hoe dat die besnijdinghe niet van noode en is, ende dat door tgheuoelen vanden anderen Apostelen, Ende wederstaet Petro, diese bedectelic meynde datse van noode ware, Concluderende dat wettige dingen niet en sijn tonderhouden.

Dat .ij. Capittel

[pagina *]
[p. *]

1

Ga naar margenoot+DAer na ouer veerthien iaren, tooch ic anderwerf na Ierusalem, met Barnabas, ende nam Titum ooc met mi,

2

Ick tooch op, wt eender openbaringen, ende beriet mi met hem ouer der Euangelien dat ic predike onder die Heydenen, bysonder met dien die dat aensien hadden, op dat ic niet te vergeefs en liepe, oft gelopen en hadde.

3

Mer Titus en wert ooc niet gedwongen om hem te doen besnijden, die met mi was, al was hi een Grieck.

4

Ende dat om sommige valsche ingeleyde broeders wille, die neuen ons ingecomen waren, te verspieden onse vriheyt, die wy hebben in Cristo Iesu, dat si ons geuangen souden nemen

5

welcken wi ooc doen ter tijt niet en weken onderdanich te zijn, op dat die waerheyt der Euangelien bi v bliue

6

Van dien die dat aensien hadden, hoedanich si somtijts geweest sijn, Ga naar margenoot+ daer en leyt mi niet aen, want God en acht dat aensien der menschen niet. Ga naar margenoot+ Maer my en hebben, die wat schenen te sijn, anders niet gheleert

7

mer wederom doen si sagen, dat mi betrout was dat Euangelium aen die Heydenschap, gelijc Petro dat Euangelium aen die besnijdinge.

8

Want die met Petro crachtich is gheweest tot des Apostels ambacht, onder die besnijdinge, die is met mi oock crachtich geweest onder die Heydenen,

9

ende si bekenden die genade die mi gegeuen was, Iacobus, Zephas, ende Ioannes, die voor calomnen aengesien waren, gauen si mi ende Barnabas die hant, ende vereenichden haer met ons dat wy onder die Heydenen, ende si onder die besnijdinge preecten,

10

alleen dat wi den armen gedachten welc ic ooc vlijtich ben geweest te doene.

11

Maer doen Petrus in Antiochien quam, wederstont ic hem onder die ooghen, want daer was clacht ouer hem gecomen,

12

Want te voren eer sommige van Iacobo quamen, adt hi metten heydenen, maer doen si quamen ontroc hi hem, ende schiet hem daer af, daerom om dat hi die vander besnijdinge vreesde,

13

ende veynsden haer met hem die ander Ioden altesamen, also dat ooc Barnabas verleyt wert door haer geueynstheit

14

Maer doen ic sach dat si niet oprechtelic en wandelden, na der Ga naar margenoota waerheit der Euangelien, sprac ic Petro openlijc. Ist dat ghi die daer een Iode sijt, heydelic leeft, ende niet Iootsch, waerom dwinct ghi die Heydenen Iootscelic te leuen?

15

Hoe wel wi van natueren Ioden, ende niet sondaren wt den Heydenen en sijn,

16

maer want wi weten, dat die mensche door die wercken des wets, niet en wert gerechtuerdicht, mer door dat gelooue aen Iesum Cristum, so hebben wy ooc aen Iesum Cristum gelooft, op dat wi gerechtuerdicht worden door dat gelooue aen Iesu Cristo, ende niet door die wercken des wets.

17

Daerom en wert door die wercken des wets geen vleesch gerechtuerdicht,

18

Sullen wi, die daer soecken door Christum gherechtueerdicht te worden, ooc noch selue sondaers geuonden worden, so en hebben wi van Cristo niet meer dan sonde? dat si verre,

19

Ist dat ic, dat ic gebroken hebbe wederom tymmer, soo make ic mi seluen tot eenen ouertreder.

20

Ic ben door die wet der wet gestoruen, op dat ic Gode leue, Ick ben met Cristo gecruyst,

21

ic leue, mer doch nv niet ic, maer Cristus leeft in mi.

Want dat ic leue inden vleessce, dat leue ic den geloue des soons Gods, die mi lief gehadt heeft, ende hem seluen voor mi ouergegeuen heeft,

22

Ic en werpe niet wech die genade Gods, want ist dat door de wet die gerechticheyt coemt, so is Cristus te vergeefs gestoruen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6
margenoot+
ro. ij.b

margenoota
Waerheit der euangelien is die openbaringe der beloften Gods psa. xiiij


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken