Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Die Apostel vertroost die van Thessalonica in al haerlieder teghenspoet, ende dat door sijn conformiteyt door hem ende door die kercke van Ierusalem.

Dat .ij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+WAnt ghi ooc weet, lieue broeders, van onsen inganc tot v, dat hi niet te vergeefs geweest en is,

2

mer als wi te voren gheleden hadden, ende versmaet waren tot Philippen (gelijc ghi weet) waren wi doen noch stout v te seggen dat Euangelium Gods, met groten strijde,

3

Want onse vermaninghe en is niet gheweest tot dolinghe, noch totter onreynicheyt, noch met liste,

4

mer ghelijc wi van God beproeft sijn, dat ons dat Euangelium betrouwet is te preken, alsoo spreken wi, niet als oft wi den menschen behaghen wilden, mer God die onse herten beproeft.

5

Wi en hebben noyt met smeeckende woorden om gegaen (als ghi weet) noch na der ghiericheyt ghestelt, Ga naar margenoot+ God is dies getuyge,

6

wy en hebben ooc geenen prijs ghesocht van menschen noch van v, noch vanden anderen,

7

wi hadden v mogen lastich sijn, als Apostelen Cristi, mer wi sijn moederlijc geweest midden onder v,

8

gelijc als een voester haer kinder voestert, also hebben wi eens herten lust aen v ghehadt, v mede te deylen niet alleen dat Euangelium Gods, mer ooc ons leuen, daerom dat wi v hebben lief vercreghen.

9

Ghi sijt wel gedachtich lieue broeders onsen arbeyt ende onse vermoetheyt, Want dach ende nacht arbeyden wi, op dat wi nyemant onder v lastich en souden sijn, ende preecten onder v dat Euangelium Gods,

10

God is onser getuyge ende ghi, hoe heylichlijc ende gerechtelic ende onberispelick wi bi v (ghi die ghelouich waert) geweest sijn,

11

gelijc ghi ooc weet, dat wi gelijc een vader sijn kinder, hebben wi v vermaent

12

ende ghetroost ende betuycht, dat ghi wandelen soudet weerdelijck voor God, die v gheroepen heeft tot sijn rijck, ende tot sijnder heerlicheit.

13

Daerom wi oock sonder ophouden God dancken, dat ghi doen ghi ontfinct van ons dat woort der Godliker prekinge, so en ontfinct ghi dat niet als twoort der menschen, mer gelijct ooc warachtich is als Gods woort, welc ooc werct in v, ghi die daer ghelooft,

14

Want ghi sijt nauolghers geworden lieue broeders der vergaderinghen Gods, in Iudea in Cristo Iesu, dat ghi recht dat selue geleden hebt, van uwen bloet vrienden dat gene dat si vanden Ioden geleden hebben,

15

welcke ooc den HEERE Iesum gedoot hebben, ende sijn propheten, ende hebben ons veruolcht ende en behagen God niet, ende sijn allen menschen tegen,

16

ende keeren ons te seggen tot den Heydenen, daer mede si salich mochten werden, op dat si haer souden veruullen altoos, want den toren is te hans eyndelijc ouer hen ghecomen.

17

Ga naar margenoot+† Mer wi lieue broeders, na dien wi uwer een wile berooft geweest zijn, na dat aensicht, niet na der herten, hebben wi des te meer gehaest, v aensicht te siene met groten verlangen,

18

Daerom hebben wi willen tot v comen (ic Paulus tweemael, maer Sathanas heeft

[pagina *]
[p. *]

ons belet,

19

Want wie is onse hopinge oft vruechde? oft croone der beroeminge? sijt ghijs oock niet voor den HEERE Iesu Christo tot sine toecoemst? ghi sijt ymmers onsen prijs ende blijscap.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
D vers 17


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken