Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Die Apostel seyt dat wi sorghen moeten om te comen in die eewighe ruste.

Dat .iiij. Capittel

1

Ga naar margenoot+SO laet ons dan vreesen, dat wi die belofte (in te comen in sijn ruste) niet en verlaten, ende niemant wt ons beuonden en werde, dat hi daer buyten blijue,

2

want het is ooc ons vercondicht, gelijc als haer lieden, Mer dat woort der predicanten en halp haer niet, om dat gelooue daer nyet toe gedaen en wert vanden ghenen diet hoorden,

3

Want wie daer ghelooft hebben, gaen in tot sijnder rusten, also hi gesproken heeft, also ic swoer in mijnder toornicheit, si en sullen niet ingaen in mijnder rusten. Ende tis waer, doen die wercken van aenbeginne der werelt waren ghemaect,

4

so sprac hi op een plaetse vanden seuenden dach aldus. Ende God heeft opten seuenden dach gerust van alle sinen wercken,

5

Ende hier weder in dese plaetse, Si en sullen niet tot mijnder rusten comen.

6

Ga naar margenoot+Na dien dattet noch achter ende toecomende is, datter somige toe sullen comen, ende diet ten eersten vercondicht is, en sijn daer niet toe ghecomen om des ongeloofs wille,

7

ordineert hi weder eenen dach, na sulcken langen tijt, seggende, heden, door Dauid also voorseit is. Ist dat ghi heden sijn stemme hoort, so en verhardt uwe herten nyet,

8

Want waert datse Iosue tot ruste hadde gebracht, so en soude hi hier na nyet van eenen anderen dage geseyt hebben.

9

Daeromme is den volcke Gods noch een ruste achter ghelaten,

10

Want wie tot sijnder rusten ghecomen is, die rust oock van sinen wercken, gelijc als God vanden sinen.

11

Ga naar margenoot+† Daerom so laet ons nv haesten in te comen tot deser rusten, op dat nyemandt in dat selue exempel des ongeloofs en valle,

12

Want dat woort Gods is leuen-

[pagina *]
[p. *]

dich ende crachtich, ende scerper dan eenich tweesnijdende sweert, ende het dringet door tot dat siel ende geeft sceyt, ooc die tsamen voeginge ende merch, Ga naar margenoot+ ende is een richter der gedachten ende der sinnen der herten,

13

ende daer en is geen creatuere onsienlic voor hem, mer het is al bloot voor sinen oogen, van dien hebben wi te spreken.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoot+
C vers 11

margenoot+
C vers 12


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken