Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe Ioannes sach na die openbaringhe der vijf seghelen diueersche affecten beteekenende, ende hoe die leste segel betekent dat wterste oordeel

Dat .vi. Capittel

¶ Die derde Figuere.

1

Ga naar margenoot+ENde ic sach doen dat lam een vanden segelen op hadde gedaen, ende ick hoorde een vanden vier dieren seggen, als met een donder stemme. Coemt, ende siet,

2

ende ic sach, ende siet, Een wit peert ende die daer op sadt hadde eenen boge, ende hem wert een croone gegeuen, ende hi ghinc wt, op dat hi verwinnen soude.

3

Ende doent den anderen segel opgedaen hadde, hoorde ick dat ander dier segghen, Coemt, ende siet, ende daer

[pagina *]
[p. *]

[afbeelding]

ginc een ander root peert wt,

4

ende dien die daer op sadt, wert gegeuen den vrede vander aerden te nemen, ende om dat si malcanderen souden dooden, ende hem wert een groot sweert ghegeuen.

5

Ende doent den derden segel opgedaen hadde, hoorde ic dat derde dier seggen, Coemt, ende siet, Ende siet een swart peert, ende die daer op sadt hadde een wage in sijn hant,

6

ende ic hoorde een stemme midden onder die vier dieren seggende, een maet tarwen om eenen penninc, ende drie maten ghersten om eenen penninc, ende en ledt die olye ende den wijn niet.

¶ Die vierde Figuere.

[afbeelding]

7

Ende doent den vierden segel opgedaen hadde, hoorde ic die stemme des vierden diers seggen, Ga naar margenoot+ Coemt, ende siet,

8

Ende siet een vael peert, ende die daer op sadt dies naem hiet die doot, ende die helle volchde hem na, ende hem wert macht gegeuen op die vier deelen der aerden, te dooden metten sweerde, ende met honger ende metten doot, vanden dieren der aerden.

9

Ende doent den vijfsten segel opgedaen hadde, sach ick onder den outaer die sielen der geenre die ghedoot waren om des woorts Gods wille, ende om dat ghetuygenisse dat si hadden,

10

Ga naar margenoot+ende si riepen met luyder stemmen segghende, HERE, ghi die heylich ende warachtich sijt, hoe lange en oordeeldy, ende en wreect ghi onse bloet niet op die gene die opter aerden wonen?

11

Ende hen worden gegeuen eenen yegeliken een wit cleet, ende haer luyden werdt geseyt, dat si noch een weynich tijts souden rusten, tot dat haer medeknechten, ende haer broeders veruult worden, die ooc noch ghedoot souden worden ghelijc si.

¶ Die vijfde Figuere.

[afbeelding]

12

Ende ic sach doent den sesten segel opghedaen hadde, Ende siet, daer gesciede een grote aertbeuinge, ende die sonne wort swaer als eenen hayren sac, Ga naar margenoot+ ende die gheheel mane wort gelijc bloet,

13

ende die Ga naar margenoota sterren des hemels vielen opter aerden, gelijc eenen vijchboom zijn vijgen af worpt, wanneer hi van groten winden beweecht wort,

14

ende den hemel ginc wech als eenen ingewonden boec, ende alle berghen ende eylanden worden van haren plaetsen beweghet.

15

Ende die coningen der aerden, ende die ouersten, ende die rijcken, ende die hooftlieden, ende die machtige, ende alle knechten, ende alle vrije verborghen haer in speloncken, ende in steenrootsen der bergen,

16

ende seyden totten bergen ende steenen, valt op ons, ende verbercht ons voor dat aensicht des geens die opten stoel sidt, ende van die gramschap des lams,

17

want den grooten dach sijnder gramscappen is ghecomen, ende wie can staende gheblijuen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
C vers 7

margenoot+
D vers 10

margenoot+
Matth. xxvij.f.

margenoota
doort vallen der sterren verstaetmen die verderuinghe der menschen Esa. ij.b. osee x.c. Luce. xxiij.c


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken