Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe Ioannes sach die geteekende Gods, wt alle gheslachten van Israel, ende wt den Heydenen, ende ander volc die vanden lammeken geregeert worden wt alle tribulatien.

Dat .vij. Capittel.

Die seste Figuere.

1

Ga naar margenoot+ENde daer na sach ick vier engelen staen op die vier hoecken der aerden, houdende die vier winden der aerden, op dat geenen windt op die aerde en soude waeyen, noch op die zee, noch op eenigen boom

2

Ende ic sach eenen anderen enghel opclimmen vander sonnen opganc, hebbende dat waerteeken des leuendighen Gods, ende riep met grooter stemmen totten vier engelen, den welcken gegeuen is, der aerden ende der zee te schaden, seggende,

3

En scadet der aerden niet, noch der zee, noch den boomen, tot dat wi die knechten ons Gods teekenen in haer voorhoofden.

4

Ende ic hoorde dat getal der gheender die geteekent

[pagina *]
[p. *]

[afbeelding]

waren hondert ende vierenveertich duysent, die geteekent waren van alle geslachten van Israel,

5

Ga naar margenoot+Vanden gheslachte Iuda, Ga naar margenoota twaelf duysent geteekent, Vanden gheslachte Ruben twaelf duysent geteekent. Vanden gheslachte Gad, twaelf duysent geteekent, Vanden gheslachte Aser, twaelf duysent geteekent,

6

Vanden gheslachte Neptalim twaelf duysent geteeken. Vanden geslachte Manasse twaelf duysent geteekent.

7

Vanden geslachte Simeon twaelf duysent geteekent. Vanden geslachte Leui twaelf duysent geteekent. Vanden geslachte Isaschar twaelf duysent geteekent,

8

Vanden geslachte Zabulon twael duysent geteekent, Vanden geslachte Ioseph twaelf duysent geteekent, Vanden geslachte BenIamin twaelf duysent gheteekent.

9

Daer na sach ic, ende siet, een grote scare die welcke Ga naar margenoot+ niemant getellen en const wt allen heydenen ende volcken ende tongen, staende voor den stoel ende voor dat lam, gecleet met witten gewaet, ende palmen in haren handen,

10

ende riepen met luyder stemmen seggende, Salicheit si onsen God, die opten stoel sidt, ende den lamme,

11

ende alle engelen stonden om den stoel, ende om die ouders, ende om die vier dieren, ende vielen voor den stoel op haer aensichten, ende baden God aen, seggende Amen.

12

Benedijdinge, prijs ende wijsheyt, ende danck ende eere ende cracht, ende stercheyt si onsen God van eewicheyt tot eewicheit Amen. *

13

Ende een vanden ouders antwoorde ende seyde tot mi, Ga naar margenoot+ Wie sijn dese metten witten gewade ghecleet, ende van waer sijnse gecomen?

14

Ende ic seyde tot hem HERE ghi wetet. Ende hi seyde tot mi, Dit zijn die wt groter tribulacien gecomen zijn, ende hebben haer gewaet gewasscen, ende hebbent doorwit int bloet des lams,

15

daeromme zijn si voor den stoel oft troon Gods, ende dienen hem dach ende nacht in sinen tempel, ende die opten stoel sidt, die sal op hem wonen, Ga naar margenoot+

16

Si en sullen niet meer hongeren, noch dorsten, noch die sonne en sal oock niet op haer vallen, noch geender hande hitte,

17

Want dat lam midden inden stoel salse regeren, ende salse totten leuenden water der fonteynen leyden, ende God sal alle tranen van haren oogen af wasscen

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5
margenoota
Door tghetal van .xij duysent, soo verstaetmen ontallijc ghetal .i co. iiij c

margenoot+
C vers 9

margenoot+
D vers 13

margenoot+
esa. xxv c.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken