Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat die nyeuwe riuiere des leuende waters in die nyeuwe stadt van Hierusalem gethoont wert.

Dat .xxij. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde hi toonde my eenen louteren waterstroom des leuenden waters, claer als een Cristal voortgaende vanden stoel Gods ende des lams, midden op haer straten,

2

Ende op beyde die siden des strooms stont hout des leuens, voortbrengende twaelfderhande vrucht, gheuende alle maenden sijn vrucht,

3

ende dye bladeren des houts dienden totter ghesontheyt der heydenen, ende daer en sal geen verbannen oft vermaledijen meer sijn,

4

Maer die setele Goods ende des lams sal daer in wesen, ende sijn knechten sullen hem dienen, ende si sullen sijn aensicht sien, ende sinen naem sal in haer voorhoofden zijn,

5

ende daer en sal geenen nacht sijn, ende en sullen gheen licht der keerssen behoeuen, noch des lichts der sonnen, want God die HERE salse verlichten, ende sullen regneren van eewicheyt tot eewicheit

6

Ga naar margenoot+Ende hi seyde tot my, Dese woorden sijn ghewis ende warachtich, Ende dye HERE God der heyligher propheten die heeft sinen engel ghesonden sinen knechten te thoonen, tgene dat cortelic geschien moet,

7

Siet, ick come snellic, Salich is die ghene, die de woorden der propheten des boecx bewaert,

8

Ende ic ben Ioannes die dit gesien ende gehoort hebbe, Ende nae dat ict gehoort ende gesien hadde, viel ic neder om te aenbeden voor dye voeten des engels die mi verthoont hadde,

9

Ende hy seyde my, Siet dat ghijs niet en doet, want ic ben v medeknecht, ende uwer broederen der propheten, ende der geender die de woorden der prophecien des boecx houden, Aenbidt God.

10

Ga naar margenoot+Ende hi seyde tot mi, en seghelt die woorden der prophecien des boecx niet, Want den tijt is nae,

11

dye ledt oft schadet, die scade noch, ende wie vuyl is, dye make hem noch meer vuyl, ende wie rechtueerdich is, die worde noch meer gerechtueerdicht, ende wye heylich is, die worde noch meer geheylicht,

12

Ende siet ic come haestelic, ende mijnen loon is met mi eenen yeghelijcken te geuen, so sijn werck sijn sal,

13

Ick ben dat A, ende O, dat beghin ende dat eynde, die eerste ende dye laetste,

14

Salich sijnse die sijn geboden houden, op dat hare macht in dat hout des leuens si, ende dat si door die poorten in dye stadt ghaen,

15

Wandt buyten sijn dye honden ende die toouenaers ende hoereniaghers, ende die dootslaghers, ende dye aenbeders der afgoden, ende alle die logene beminnen ende doen.

16

Ick Iesus hebbe mijnen engel ghesonden, v lieden dit te ghetuygen in die vergaderingen, Ick ben dye wortel, ende dat gheslachte Dauids, een claer morgensterre,

17

Ende die gheest ende die bruyt seggen, Coemt, Ga naar margenoot+ Ende diet hoort, die segghe, Coemt, Ende soo wye dorstet, die come, ende soo wie dat wil, dye neme dat water des leuens om niet.

18

Maer ic betuyge allen die daer hooren die woorden der prophecien des boecx, So wie daer toe settet so sal god op dien, die plaghen in desen boeck gescreuen toe setten,

19

Ende so wie daer af doet vanden woorde des boecx deser prophecien, dien sal God sijn deel vanden boeck des leuens, ende vander heyligher stadt, ende van dien dat in desen boeck ghescreuen staet, afdoen.

20

Die ghetuygenisse van desen geest die seyt, Iae HERE Iesu, coemt,

21

Die ghenade ons HEREN Iesu Christi si met v allen Amen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoot+
C vers 10

margenoot+
D vers 17


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken