Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516) (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)
Afbeelding van Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)Toon afbeelding van titelpagina van Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.09 MB)

Scans (13.52 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Editeur

F.J. Schellart



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)

(1952)–Anoniem Limborch, Roman van Heinric en Margriete van–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe die heraut quam bi den keysere ende bi alle die ander princen. ende wat tijdinghe dat hi hem lieden brochte vanden calijffe.

[37] Dat. C.IX. capittel.

ALS die heraut een langhe wijle ghereden hadde so quam hi voor die stadt van constantinobele daer hi vant den keyser. ende alle die ander coninghen hertoghen ende graven daer hi sinen last te kennen gaf den keyser segghende. hoe die calijffe van baldac begheerde dlant ende die keyserlike crone ende die keyser ende die keyserinne tot sijnder ghenaden. ende dat in beteringhe van sinen vrienden die hier bleven sijn voor die stadt. want hi gesworen hadde niet eer te ruymen hy en hadde dat lant tot sinen wille. ende tot een litteeken gaf hi mi desen goudenen dussinc dat ic die bootschape wel doen soude. nu weet ghi den sin der heydenen ende haer voornemen. Doen vraechde heyndric van lymborch die keyser waer si neer gheslaghen waren. Die heraut seyde heer keysere aen dese side vander stadt van ander nobelen in die delinghe tusschen die havene van constantinobelen recht achter die boschage Als dat die keyser hoorde so was hi verblijt ende seide ghij heren te samen wat nu te rade. hoe sullent wi nu aen setten om dye sarasinen best te bedwinghen ende wt te rechten. ghi heeren ende ghy kerstenen princen allen te samen. ic bidde u nu dat ghi my by wilt staen met rade ende met dade. Daer op dat die coninc van vrancrijc antwoorde ende seyde. hoort keyser ende heren mijnen bijstant ende mynen raet en sal u niet ghebreken. mer sal u doen so ic voor ende nae gedaen hebbe naest mijnder macht. Die ander coninghen heeren ende princen die seiden ooc dier ghelike dat si bi hem leven ende sterven wouden ende doen so si voor ende nae gedaen hadden. Dies hem die keyserlike maiesteyt seer bedanckte alsoot wel reden was. Doen sprac demofoen ghi heeren te samen wildy wercken bi mijnen rade ende mi volgen. ic sal u in deser nacht leveren in handen meest alle die scheepen van den calijffe. die nu ligghen in ons haven van constantinobelen ende dat bi subtijlheden. Die keiser ende sijn heeren die hoorden hier nae ende si seiden. her demofoen riddere wi hebben u ghevonden goet ende ghetrouwe. nae uwen raet ende na uwen sin so willen wy doen ende dat volbringen naest onser macht. Als demofoen dat hoorde so seide hi. ghi heren ic sal nemen een quantiteyt van onsen volcke ende gaen daer mede tot aen die schepen. ic can wel sarasijns. ende si sullen meenen dat ic come vanden calijffe. ende ic sal segghen ic ben hier gesent in deser nacht om die scheepen te bewarene. want ic weet wel dat si niet vele lieden van gheweer in die scheepen en laten. ende als ick in twee oft in drien ben so sal icse mannen nae mijnen sin. Ende als den dach verbaert comt dan achter aen. ende gelaet u oft ghy ons bestormen wout. ende dan sullen wy u in laten ende worpen alle die sarasinen over boort. ende mannen die scheepen so en hebben die sarasinen gheen wijcken. Die keyser ende sijn heeren docht dit seer goet sin sijn. ende si lieten demofoen gewerden die met hem nam amynijus sinen neve. ende VI. oft acht hondert mannen van sinen lieden die kersten waren gewoorden ter liefden van demofoen ende die namen orlof ende si ghinghen ter poorten wte. want den avent quam op die hant ende het begonste te donckeren seere. Als si een lange wijle ghegaen hadden so quamen si lancx twater so verre dat si die scheepen saghen. si riepen daer aen in sarasijnscher spraken dat si boten bringhen souden ende halense te scheepe Die andere die dat hoorden omdat si spraken goet sarasynnoys en wisten anders niet ten was van haren volcke. ende si quamen om dit volck in te halene Als si bi hem lieden quamen twas donckere si en hadden gheen ken-

[pagina 132]
[p. 132]

nisse. so seyde demofoen ende amynijus sijn neve. Siet kinderen die calijffe heeft ons hier ghesonden om dat wi die scheepen bewaren souden. oft die kersten heeren u eenighen oploop deden. Die heyden dochten dattet goet sin was. ende si voerden demofoen in des calijffes crake met twee hondert van sinen mannen van wapenen. ende si voerden amynijus sinen neve in des ruesens schepe. ende voort al die andere deelden si in die stercste scepen dier waren Ende aldus creghen si die schepen bi liste in also men horen sal eert eynde nemen sal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken