Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Jaargang 11 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Jaargang 11
Afbeelding van Literatuur. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Jaargang 11

(1994)– [tijdschrift] Literatuur–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Botten en resten, smakken en boeren

Het was geenszins gebruikelijk om de stukken vlees van het wildbraad te scheuren. Het vlees op de schaal werd keurig aangesneden, en deze grotere stukken vlees werden op het bord weer in kleinere, eetbare stukjes gesneden. Vlees uit de vuist van het bot knagen werd als onbeschaafd ervaren. De Goede manierlijcke zeden wijdt als eerste nogal wat aandacht aan de manieren waarop allerlei spijzen aangesneden dienden te worden - het blijkt dat alleen haas en konijn desnoods zonder mes ontleed mogen worden. Maar de tekst beschrijft het volgende gedrag als onbeschoft: de beenders met de tanden te cnaghen, als een hont, die men metten messe manierlijcken het vleesch afsnijden soude (p. 350).

Zoals bleek wordt het in sommige etiquetteteksten verboden om botten waarvan gegeten is weer terug te leggen op de schaal met vlees. Het genoemde verbod lijkt geen aanleiding te hebben gegeven tot enig algemeen gebruik om de botten dan maar op de grond te gooien (voor de honden?). De Leere van hoveschede beschrijft expliciet dat iedereen aan tafel zijn botjes en visgraten bij zich houdt. Het is de taak van het personeel om de tafel en het tafellaken schoon te houden, en tijdens de maaltijd dus geregeld de botjes, graten en kruimels te verzamelen en in een daartoe bestemde schaal

illustratie
Gent, vijftiende eeuw: hoffeest. Detail uit een schilderij van W. Dedeke. Collectie Museum Ste Anne, Lübeck


of afvalmand te gooien. Ook Erasmus stelt dat het ongepast is om botten en resten op de vloer te werpen: ze dienen netjes naast het bord te worden gelegd, of in een daartoe bestemde schaal voor resten. In De civilitate en de Goede manierlijcke zeden wordt voorts verboden om enig voedsel aan de honden te geven, alsmede om honden aan tafel te aaien. Schoolmeester Dirck Valcooch besteedt in zijn hand- en leerboek Regel der Duytsche schoolmeesters uit 1597 ook aandacht aan tafelmanieren. Hij stelt straf in het vooruitzicht voor de leerling die zijn eten werpt voor katten ende honden (p. 190). Wat wel vaker voorkwam was dat de resten uit de afvalkorf of-schaal aan de armen werden uitgedeeld. De caritas wordt in de Facetus al letterlijk gepropageerd als gezegd wordt: ‘verzamel de etensresten, want deze zullen de voedingsmiddelen van de arme zijn’.

Expliciete verboden op het maken van een aantal onsmakelijke geluiden tijdens de maaltijd, vinden we eigenlijk betrekkelijk laat terug in etiquetteteksten. Pas

[pagina 141]
[p. 141]

in de zestiende-eeuwse Goede manierlijcke zeden en Regel der Duytsche schoolmeesters treft men raadgevingen als deze aan: je mag niet smakken als een varken, niet praten met volle mond, je moet kauwen met de mond dicht, je mag niet hoesten, niet slurpen, hikken, klokken of boeren, en geen winden laten aan tafel. Valcooch zegt in het laatste geval: Sit oock tamelijck recht op uwe lijf Sonder waggelen op stoel oft op bancke Ende bedwingt u eers van ghestancke (1099-1101). En dit is dan weer duidelijk een variatie op wat Erasmus in zijn De civilitate te berde brengt, namelijk dat een kind aan tafel stil moet zitten en niet op zijn stoel van de ene bil op de andere bil moet wiebelen, omdat hij daarmee bij anderen de indruk wekt dat hij winden zit te laten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken