Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven van Lutgart (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leven van Lutgart
Afbeelding van Leven van LutgartToon afbeelding van titelpagina van Leven van Lutgart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.30 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Editeur

François van Veerdeghem



Genre

poëzie

Subgenre

heiligenleven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven van Lutgart

(1899)–Anoniem Lutgart, Leven van–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

II. Van din dat si blent wart XI ijar vor hare doet.

 
Ga naar margenoot+Tin tiden dat Lutgart, die fine,
 
In dese wereltlike pine
 
Geweset hadde menech ijaer
120[regelnummer]
Ende si van oudre wart so swaer
 
Dat si began den inde naken,
 
Got, die se wilde so volmaken
 
Dat si ter eeweliker vromen
 
Na desen live mochte comen
125[regelnummer]
Al sonder sneven ende stoet,
 
Dor sine ontsarmechheide groet
 
Heft hi der vrowen goet gegeven
 
Noch een jueelGa naar voetnoot1, dat hare es bleven
 
De dage die si leefde sent;
130[regelnummer]
Want beide hare ogen worden blent
 
Doe si in ellef ijaren ghinde
 
Was comen na des lives inde.
 
Dat was der vrowen omme dat
 
Gegeven dat si dis te bat
135[regelnummer]
Die ogen van der herten binnen
 
Tin schine van der Godes minnen
 
Ontpluken soude, ende innechlike
 
Din claren schijn van hemelrike
 
Ende oc din eeweliken dach
140[regelnummer]
Beschowen, din men nit ne mach
 
Van buten metten ogen sin.
 
Bi derre saken lit geschin
 
Ga naar margenoot+Got sire brut dat ongeval.
 
Mar diet terechte merken sal,
145[regelnummer]
En sal nit seggen dat het si
 
Groet ongeval, dat dunket mi;
 
Want die so selken wissel doet
 
Dat hi behoudt dat meerre goet,
 
Al werdt dat mindere hem ongeven,
150[regelnummer]
Degene en mach hem hir teneven
 
Beclagen nit van ongevalle.
 
Des wanic wel dat gi mi alle
 
Selt volgen; eist u wille dan
 
So kiric daer ic u began
155[regelnummer]
Dat bispel, ende van der maget
 
U segge voert, die bleef geplaget
 
Met selker plagen oit sent.
 
Nochtan, al waren dogen blent
 
Die herte binnen sonder waen
160[regelnummer]
Te meer wijsheiden hadde ontfaen
 
Van din dat hare ontgeven was
 
Dat sien van buten. Wildi das
 
En argument? Ic saelt u toegen:
 
Een die gebruken mach sire ogen
165[regelnummer]
Ende ommesien verre ende bi,
 
Al dat hi siet, geloevets mi,
 
Dat moet ter herten comen in;
 
Daer over moet hi sinen sin,
 
Si willens ochte an sinen danc,
170[regelnummer]
Onledech maken even lanc
 
Dat in der herten binnen durt
 
Dimaginacie, die men vurt
 
Ga naar margenoot+Van buten in mettin beschowe.
 
Hir af was al Lutgart, die vrowe,
175[regelnummer]
Ontladen overmiddes din
 
Dat hare ontgeven was dat sin.
 
Mar doe vernam die Godes kare,
[pagina 149]
[p. 149]
 
Lutgart, dat was onttrokken hare
 
Dat sien van buten ende si
180[regelnummer]
Was quite worden ende vri
 
Van allen din dat metten ogen
 
Ymaginacie mochte toegen
 
Der herten binnen, vele sere
 
Began sijs danken onsen Here;
185[regelnummer]
Want si van binnen wel vernam
 
Dat het te groten staden quam
 
Der silen, die in eenechheiden
 
Met Gode har leven wilde leiden.
 
Mar dat die welgerakde maget
190[regelnummer]
Heft oit sider meest geclaget,
 
Sent dat die dinc also geschide,
 
Dat was dat hare op selke liede
 
Ende op die sonderlinge vrint,
 
Die wilen hadden dis verdint
195[regelnummer]
Dat si die gracie van der vrowen
 
Met harre sonderlinger trowen
 
Verworven hadden ende plagen
 
Beide omme leeren ende vragen
 
Die magt te visiteerne comen,
200[regelnummer]
Dat sien van buten was benomen.
 
Dit plach die vrowe in din beghinne
 
Te clagene, eer si wart in inne
 
Ga naar margenoot+Dis ongemaks; mar her Ihesus,
 
Die ordineerde selve aldus
205[regelnummer]
Die dinc, hi heft der vrowen saen
 
Dis clagens oc don ave staen;
 
Want hi der maget selve onthit
 
Dat hare en soude lange nit
 
Dat sien failliren van denghenen
210[regelnummer]
Die hare aut herte so gerenen
 
Dat sijs verladen was van seere;
 
Want hi, die Got es ende Here,
 
Ontboet met sinen bode sent
 
Der vrowen goet: al waren blent
215[regelnummer]
Hare ogen buten, dat si soude,
 
Indin dat si verbeiden woude,
 
Die vrint beschowen eewelike
 
Daerboven in dat hemelrike.
 
Na dat gelof so bleef Lutgart
220[regelnummer]
Van allen rowe so verclart,
 
Dat dinc in erterike engheene
 
En was no weder groet no cleene
 
Die mochte ontpointenGa naar voetnoot1 haren moet
 
Voert ane meer, so vaste hi stoet,
225[regelnummer]
Gevestt in rasten ende in vreden.
 
Dos es tin tiden overleden
 
Van allen commere ende rowe
 
Din swaren pas Lutgart, die vrowe.

margenoot+
f.258ro.
voetnoot1
Vgl. Mnl. Wdb. 3, 1085.
margenoot+
f.258vo.
margenoot+
f.259ro.
margenoot+
f.259vo.
voetnoot1
d. i. uit zijn verband brengen, aan iem. zijn rust en vrede benemen. Het woord was tot heden slechts op ééne plaats gevonden, nl. Brab. Y. VII, bl. 697, vs. 182 in de bet. benadeelen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken