Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven (1658)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven
Afbeelding van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets levenToon afbeelding van titelpagina van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.98 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jan Hendriksz Glazemaker



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven

(1658)–Anoniem Mahomets Alkoran–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

53. 't Hooftdeel van de Maan, begrijpende vijfenvijftig regels, te Mecha geschreven.

IN de naam van de goedertiere en barmhartige God. De dag des Oordeels nadert; de maan heeft zich in twee gedeelt: d'ongelovigen geloven echter niet de wonderdaden, als zy hen zien, maar zeggen dat 'et tovery is. Zy liegen, en volgen niets, dan hun drift: maar alles staat geschreven. Men heeft aan hen de geschiedenis der voorgaande eeuwen, vol van zeer heilsame raden, verkondigt: hun verkondigers zijn echter onnut aan hen geweest. Wijk van hen, als zy tot het algemeen Oordeel, in 't welk zy niet willen geloven, geroepen zullen worden. In deze dag zullen hun ogen van vrees verbystert wezen. Zy, gelijk verschrikte

[pagina 596]
[p. 596]

sprinkhanen verspreid, zullen uit d'aarde te voorschijn komen. Zy zullen naar de geen lopen, die hen ten Oordeel zal roepen, en zeggen: Ziet hier een rampzalige dag voor de bozen. 't Volk heeft voormaals Noah geloghent, en gezegt dat hy bezeten was. Noah vermaande hen, en riep zijn Heer aan, en zeide eindelijk dat hy geen meer krachten had, en dat hy door de boosheit der menschen verwonnen was. Hy wierd toen krachtiglijk geholpen. Wy openden de deuren des hemels, en deden een bovengewone regen vallen, en springbronnen van onder d'aarde te voorschijn komen. De wateren des hemels, en der aarde vergaderden te zamen, en verdronken d'ongelovigen, uit oorzaak van hun zonden. Wy bergden Noah in d'Ark, die wel genagelt en gedreven was. Zy dreef op 't water, door onze toelating, om tot bewijs van onze almachtigheit te dienen. Is 'er iemant onder d'ongelovigen van deze tijt, die 'er op denkt ? Zullen zy op de straf van hun misdaden, en op de helsche pijnen denken? Wy hebben gemaakt dat d'Alkoran licht te verstaan is. Is 'er iemant, die zich daar in oeffent? De bozen, die Aad verloghenden, wierden gestraft: maar met wat straffing! Wy zonden in een dag, die ongelukkig voor hen was, een geweldige wint tegen hen, die de menschen gelijk ontwortelde palmbomen neêr deê vallen. Aanmerk hoedanig

[pagina 597]
[p. 597]

hun straf heeft geweest. Wy hebben d'Alkoran verstanelijk gemaakt. Is 'er iemant, die zich daar in oeffent? Temod en de zijnen verloghenden de Profeten, en verachtten hun vermaningen, en zeiden: Is 'er iemant onder ons, die u van de rechte weg afleiden zal? Zo gy hem volgt, hy zal u in de hel geleiden. Is hy onder ons verkozen, om alleen Gods ingeevingen t'ontfangen? In tegendeel, hy is een bedrieger. Maar zy hebben eindelijk de genen gekent, die boos, en leugenaars zijn geweest. Wy zonden de kameel, om d'ongelovigen te beproeven; hun Profeet merkte op 't geen, dat zy deden, en was geduldig. 't Water wierd voor hen, en voor de kameel gedeelt, en yder vond op zijn dag te drinken. Zy riepen echter hun makkers, en doodden de kameel van Salhé. Maar op wat wijze zijn zy gestraft? Ik zond de donder tegen hen, die hen droog als stro maakte. Wy hebben gemaakt dat d'Alkoran licht te begrijpen is. Is 'er iemant, die zich daar in oeffent? Loth wierd van zijn medeburgers verloghent, en zijn onderwijzingen wierden veracht. Wy zonden tegen hen een hete wint, met brandende stenen, die hen verdelgden. Wy bergden des uchtens Loth, met zijn gezin, door onze bezondere jonst: dus vergeld ik de genen, die dankbaar van mijn weldaden zijn. Loth verkondigde hen de helsche pijnen. Wy

[pagina 598]
[p. 598]

overvielen hen toen zy tegen zijn vermaningen twistreedenden. Zy zagen zijn gasten, in gedaante van menschen, in de stat komen. Wy verblindden hun gezicht, en zeiden: Smaakt, ô bozen, de straffing uwer zonden. Zy wierden 's uchtens met een eeuwige straf gestraft, om dat zy Loths woorden hadden veracht. Wy hebben d'Alkoran verstanelijk gemaakt. Is 'er iemant, die zich daar in oeffent? Zeker, men preekte voor Faraos lieden; maar zy wilden mijn wet niet gehoorzamen; en zy hebben mijn wonderdaden veracht. Doch wy hebben hen in hun zonden overvallen. Zijn d'ongelovigen, die onder u gevonden worden, beter dan de genen, die voor hen geweest hebben? Zult gy voor hen enig heil in de Schrift vinden? zullen zy zeggen dat zy verwinning op de gelovigen zullen verkrijgen? In tegendeel, zy zijn verwonnen, en keren de rug. Zeker, d'uur van hun straffing zal haast komen: hun tijt nadert; en hun pijn in de hel zal groter, dan die van d'aarde, wezen: Zy zijn geheel van de weg der zaligheit afgedwaalt; en zy zullen, met het hooft voor uit, in d'eeuwige vlammen gesleept en gestoten worden. Wy hebben, door onze macht alleen, alles geschapen, en niet, dan een woort gesproken; en in een ogenblik was het ding. Wy hebben voormaals een groot getal van ongelovigen, hen gelijk, ver-

[pagina 599]
[p. 599]

delgt. Zal 'er iemant wezen, die daar op denkt? Al 't goet en quaat, dat zy gedaan hebben, staat bredelijk opgeschreven. De vromen zullen in geneughelijke tuinen wonen, en uit eeuwige vloeden drinken. Zy zullen geen leugenen in hun vergaderingen spreken, en eeuwiglijk by de Grootächtbaarste en Almachtige wonen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken