Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Musaeus. Jaargang 3 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Musaeus. Jaargang 3
Afbeelding van Musaeus. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Musaeus. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.49 MB)

Scans (222.35 MB)

ebook (9.90 MB)

XML (0.53 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Musaeus. Jaargang 3

(1995)– [tijdschrift] Musaeus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

Gebroeders Van der Heyden verbeteren brandbestrijding

Jan van der Heyden (1637-1712) was een zeer veelzijdig man, hij was kunstschilder, uitvinder, zakenman en hoge ambtenaar van Amsterdam. Op eenendertigjarige leeftijd begon hij zich te interesseren voor openbare problemen van de stad Amsterdam. Hij bedacht een nieuw systeem voor de straatverlichting, dat veel praktischer was en voor veel meer licht zorgde. Daarna ontwikkelde hij nog het scheprad en de moddermolen. In 1667 werd hij opzichter van de stadsverlichting en acht jaar later werd hij samen met zijn broer Nicolaes verantwoordelijk voor de brandbestrijding in de stad.

Vijf jaar daarvoor hadden de broers samen de slang-brandspuit ontwikkeld. Dit was een belangrijke verbetering ten opzichte van de bestaande blusapparaten, die altijd dicht bij de brand moesten staan en waarvoor een menselijke ketting met emmertjes nodig was om de watervoorraad op peil te houden. De broers hebben niet altijd even harmonieus samengewerkt: Jan daagde Nicolaes voor de rechter omdat hij vermoedde dat die veel meer aan hun gezamenlijke uitvinding verdiende dan hijzelf. Enkele jaren later werd de vrede tussen hen getekend door een bezoek aan de notaris, waarbij zij verklaarden dat de uitvinding door hen gezamenlijk was gedaan.

Na het overlijden van Nicolaes in 1683 nam Jan van der Heiden jr. zijn plaats als brandweeropzichter in. In 1690 gaven Jan sr. en Jan jr. samen een brandspuitenboek uit, waarin de ‘nieuwlyks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brandspuiten’ worden beschreven en aan de hand van vele illustraties verteld wordt welke voordelen deze nieuwe spuiten hebben.

[pagina 37]
[p. 37]


A Afbeelding van d'oude Brandspuiten, doende haar werking, en van d' andere gereetschappen die daar aen behooren, als Lere Emmers M, Leren N, Haken O, en Zeylen. P. B Afbeelding vande nieuwe Brandspuiten, genaamt SLANGBRANDSPUITEN, doende mede haar werking.
A Afbeelding van d'oude Brandspuiten, doende haar werking, en van d' andere gereetschappen die daar aen behooren, als Lere Emmers M, Leren N, Haken O, en Zeylen. P. B Afbeelding vande nieuwe Brandspuiten, genaamt SLANGBRANDSPUITEN, doende mede haar werking.


[pagina 38]
[p. 38]

Hier volgt een kort fragment uit dit brandspuitenboek, waarbij de letters verwijzen naar de illustratie op pagina 37:

Uit het voorgaande blykt klaar, dat het voornaamste, 't welk zo wel aan de Emmers als aan de vorige Spuiten ontbrak, was, datze niet waters genoeg konden aanbrengen; en inzonderheid, datze 't zelve niet ter plaatze daar 't vereist, door en over de naast aanstaande huizen, of achter de voorgeevels en buite wanden van 't brandende huis zelve, tot in den brand konden leiden; en onderzulx datze meest te kort schooten in 't geene eeniglyk tot de blussing vereist.

Het eerste is in de nieuwe Slang-Brandspuiten, die in de voorgaande eerste Figuur nevens de oude by B. en C. staan afgebeeld, geremedieert door 't middel van de Water-slang L. zynde een lange en buigelyke buis, van zeker soort van doek, hier toe byzonderlyk bereid, gemaakt: welke van de waterkant, of de plaats daar men 't zelve bekoomen kan, af, tot aan de Spuit toe, reikende, het water in overvloed geduurig in de Spuit brengt. Ten dien einde word het eene end van de gemelde Water-slang, beneeden aan de Spuit over een pyp, vast gemaakt; en aan het ander end is een Zak (I), in een Schraag hangende, waar in het water, de Zak dicht aan de kant neergezet zynde, word gegoten; 't welk dan door de Slang tot in de Spuit vloeit: of wel wanneer de Slang zeer lang vereist te zyn, dat in Steeden daar 't water niet overal dicht by de hand is gebeurt, gebruikt men in plaats van deeze Zak en Schraag een ander Instrument, by K. boven in de gemelde Figuur afgebeeld, dat wy een Slang-Pomp noemen: 't welk het water met kracht door de Slang heen, zelfs [p. 6] ter lengte van duizend voeten of meerder, tot in de Spuit dryft. En hier van diend men zich ook in bergachtige Steeden, of die opgaande straaten hebben.

Dit middel van het water door een Slang van de waterkant af tot in de Spuit te brengen, 't welk zeer eenvoudig, gemakkelyk, en inzonderheit ook vaardig in 't werk te stellen is, verschaft niet alleen waters genoeg, en zelfs meerder als'er tot de blussing vereist, aan de Spuiten, dat de Emmers niet doen konden; maar het neemt ook teffens al dan omslag en moejelykheit, welke wy in 't overgeeven van 't water met Brand-emmers langs ryen volk hebben aangemerkt, weg.

[...] Het tweede en voornaamste gebrek, namentlyk datze het water niet tot in den brand konnen brengen, word geremedieert door een tweede Slang, of Spuit-slangen van leer gemaakt, dat op een byzondere wyze bereid en zaamen gevoegt word om dicht, bestendig en tegen 't geweld van 't water bestant te zyn. Deeze is in de eerste Figuur by F. [...] afgebeeld; en brengt het water van de Spuit af, die meede gelyk de voorige op de straat omtrent het brandende huis word geplaatst, door over en achter de buurhuizen, of wel 't brandende huis zelve, tot in de keukens, binnenkamers, kelders, schoorsteenen, of waar den brand zoude moogen weezen: alwaar het water, met eeven groote force als van de straat af, schoon de Slang krom, recht, hoog of laag leid, word uitgespuit. Men hoeft derhalven niet te wachten tot de vlam voor uit slaat, noch geevels en muuren om ver te haalen, maar men kan de Spuit-pyp over al inbrengen; en gevolglyk de branden vroeg in 't begin, terwylze noch klein zyn en weinig schaade gedaan hebben, stuiten.

[pagina 39]
[p. 39]




Bron: J. van der Heiden en J. van der Heiden de Jonge: Beschryving van de nieuwlyks uitgevonden en geoctrojeerde slangbrand-spuiten: en haare wyze van brand-blussen, tegenwoordig binnen amsterdam in gebruik zynde. Behelzende wijders aanwijzing van 't verschil tusschen haare uitweking en die van d'oude blus-gereedschapen en spuiten zo uit de werktuigen zelve, als ut de blussing der branden, welke binnen deeze stad, onder 't gebruik van beyde zijn voorgevallen. Nevens beschrijving der brandordres van de stad Amsterdam. (Amsterdam, 1690) [Exemplaar: KBH 36 A 26]

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Beschryving der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brand-spuiten, en haare wyze van brand-blussen, tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde


auteurs

  • over Jan van der Heyden

  • over Jan van der Heyden

  • over Nicolaas van der Heyden