Aan de Konstrijke Gebroeders Joannes- en Nicolaas vander Heiden, Op het konstig Werkstuk van hunne nieuw-uitgevondene Brand-spuit
Klinkdicht.
Wanneer 't gevaarlik Vuur, dat woedende Element,
Een brand verwekt, die als een Etna schijnt te blaken,
In schepen, huysen, en verheve schaly-daken,
Zo schriklik, als die word vertoont in deze prent:
Dan klept de Brandklok, die dit yder maakt bekent;
Elk rept zich, om de vlam het woeden te doen staken;
Maar als 'er konst ontbreekt, in die verwarde zaken,
Daar helpt geen doen, 't word al verslonden, of geschendt.
Hier hebt gy in voorzien, Gebroeders, waarde vrinden;
't Heeft u door konst gelukt een middel uit te vinden,
Waar door den zwaarsten Brand ter yl word uitgebluscht.
Dies hebben roem verdient uw konsten en uw gaven.
Ik schenk u dan dit Dicht, voor uw gedienstig slaven,
En wensch u hier veel heil, hier namaals eeuwig rust.
A. LEEUW
Bron: Bericht, Wegens de nieuw-geinventeerde en geoctroyeerde slang-brandspuiten: Uitgevonden door Jan en Nicolaes vander Heiden. (Amsterdam, Jan Rieuwersz. 1677) [Exemplaar: KBH 2103 A 3, p. 2]