Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Musaeus. Jaargang 3 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Musaeus. Jaargang 3
Afbeelding van Musaeus. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Musaeus. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.49 MB)

Scans (222.35 MB)

ebook (9.90 MB)

XML (0.53 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Musaeus. Jaargang 3

(1995)– [tijdschrift] Musaeus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Kindermoord: uit nood geboren

Petrus Camper werd in 1722 geboren in Leiden en genoot een veelzijdige opvoeding. Hij kreeg onder andere les in schilderen, timmeren en kunstdraaien. In 1734 begon hij zijn studie geneeskunde in Leiden. Hij schreef twee proefschriften. Na twee jaar als arts in Leiden te hebben gewerkt, vertrok Camper naar Londen, waar hij onder andere colleges over verloskunde volgde. Hij stak zijn licht op in verschillende steden in het buitenland en werd benoemd tot hoogleraar in Franeker. Op deze benoeming volgden nog talloze andere in het hele land. Camper interesseerde zich voor zeer veel uiteenlopende zaken (veeartsenij, ontleedkunde en waterbouwkunde), maar de verloskunde had zijn bijzondere belangstelling.

In 1774 verscheen van zijn hand een Gerechtelyke en ontleedkundige verhandeling over de tekenen van leven, en dood in nieuwgeborene kinderen. Hierin toont Camper zich pleitbezorger van een nieuwe wetgeving op het gebied van buitenechtelijke kinderen. In het volgende fragment schildert hij de penibele situatie waarin de moeders van deze kinderen zich bevonden. Velen van hen zagen zich genoodzaakt hun pasgeboren kind om te brengen. Op deze misdaad stond een zeer zware straf: vrouwen die beschuldigd werden van kindermoord, werden overeenkomstig de wet gewurgd. Camper wil de kerken lankmoediger zien en roemt omringende landen om het stichten van vondelinghuizen en meent dat de Republiek daaraan een voorbeeld moet nemen. Tenslotte wijst hij de mannen op hun verantwoordelijkheden als vader.

[p. 6] De wetten daar en boven zyn gemaakt door Mannen, en wel door de zulke, die door rypere jaaren wys geworden, de misdaaden uit lighaamelyke driften ontsprooten, met voorbeeldelyke straffen trachten te keer te gaan terwyl zy vergeeten, hoe sterk de kracht is der drift tot voortteeling in de eerste jeugd, en wel voornamelyk in die Vrouwen, welke wegens haar minderjaarigheid te zwak zyn om de verleidingen aftekeeren; of wegens gebrek aan opvoeding, en geringere afkomst, door geld,

[pagina 8]
[p. 8]

en beloften betoverd, en dikwerf door drank vervoerd, ligt overwonnen worden om de ongeoorloofde lusten van de zulke te voldoen, die, als de bezwangering gevolgd is, wreedheid genoeg hebben, om koele aanschouwers te zyn, indien geen bespotters van de ongelukkige Vrysters, dewelke zy zelfs met list verleid hebben en [p. 7] die hun bloed, het bevrugte Kind naamelyk, met veele smerten onder het hart draagen.

De Vrouwen derhalven, aan zoo veele rampzaalige, en medelydenswaardige ongelukken blootgesteld, worden in den staat van zwangernis, welke alle gehuuwde Vrouwen zwaarmoedig en droefgeestig maakt, overgelaaten aan zig zelven, aan den smaad en verachting der Werreld, en aan de gegronde vreeze voor onoverkoomelyke armoede, en elende! Haare beknelde ziel, meestentyds nog door naberouw beangst, voor al in dat smertelyk tydstip van baaren, en door wanhoop deerlyk gefolterd, althans daar zy zig verstooten vindt van haare Maagen, en van de gene, die haar ongeluk gebrouwen hebben, wordt afgemat, en neemt veel ligt het akelig besluit, om het zwakke en onnoozele schepzel dat geboren is, als de levendige getuigen van haar ongeoorloofd gedrag, in dat verschrikkelyk oogenblik van diepe ontroering, het leeven te beneemen.

Zy pleegt eene misdaad, die zeer straf-[p. 8]baar, en ten uytersten grouwelyk is, indien wy die Moeder beschouwen konden dit ysselyk stuk in kalmte van gemoed te doen, of als zy van goederen bedeeld zig zelve, en het onnozel Wicht bezorgen konde: of wel, wanneer de Wetten haar Ongelukkige het recht gaven, het Kind dien toe te zenden, welke 'er de Vader van was niet alleen, maar de verleider van haare deugd, en de moetwillige bederver van haar voorspoed op de werreld!

Het ongeluk van die Rampzaalige wordt nog vergroot door de strengheid der Wetten. Haare aanwyzing van den Vader immers heeft geene kracht, om dat zy met haare eer teffens haare geloofwaardigheid verliest, volgens de Wet!

De Vroedvrouw onderwylen mag haar in nood niet behulpzaam zyn, dan naa eerst den Vader gemeld te hebben; ik vraage waar toe dient die Wet, indien haare betuiging in dat ernstig tydstip geene genoegzaame kracht heeft by den Rechter? En wat

[pagina 9]
[p. 9]

rede verdient zy geen geloof, om dat zy tegens de Wetten van goede orde bezwangerd is?

[p. 9] Omtrent de Wet de Vroedvrouwen voorgeschreeven, bynaa in alle de Steden en Provincien van Nederland, moet ik nog deeze aanmerkinge maaken: dat, gesteld de hulpe van eene Vroedvrouwe volstrekt noodzaakelyk zy voor Moeder en Kind beide, het onschuldig Kind, ingeval van weigering, met den dood gestraft wordt om de onderstelde halsstarrigheid van de Moeder! En ten opzigte van de onwettig kraamende, wordt deeze met den dood gestraft om eene misschien zeer prysselyke agterhoudenheid: 't welke niet alleen zeer ongerymd, maar geheel en al strydig is met de alleszints zagte Wetten van ons gezegend Vaderland. Of wel, de weigering van hulpe is eene bloote bedreiging zonder kracht, die ook andere leert, dat de Vrouwen baaren konnen zonder eenige menschelyke hulpe.

Deeze Wet heeft ongelukkiglyk nog deeze beklaagelyke uitwerking, dat de Ongehuuwde bevreesd voor deeze vraage, liever geheel alleen baaren, en ook daarom dikwils in verzoekinge geraaken, welke [p. 10] door 't wegneemen dier Wet konde voorgekoomen worden.

De Geestelykheid, die de onwettige bezwangering voor een ontegenzeggelyk bewys van hoererye houdt, weigert zelfs op veele plaatzen het arme Kind, onschuldig aan de misdaaden zyner Ouderen, den H. Doop, en wil met Kerkelyke bestraffing de Moeder in het openbaar tot deugd vermaanen, zonder te willen begreipen, dat ook deeze middelen, hoe prysselyk ook op zig zelven, den Kindermoord vermeerderen, of op zyn minst die Kinderen doen versteken bleiven van den Doop, en als niemand toebehoorende, elendig omzwerven! [...]

[p. 12] Ik pleite niet voor de misdaad, maar voor de menschelykheid in eene verlichte Eeuwe, in welke de overboodige strengheid der Kerkelyke Wetten weggenoomen is; en in welke wy allen door de beschouwing van waare deugd bestierd, kalmer denken op het menschdom, en deszelfs gebreken. En in welke wy ons wel voornaamelyk behoorden te spiegelen, aan de grootmoedige menschenliefde van andere Volkeren, die ons voorgaan in het stichten van Vondelinghuizen, om deeze misdaad [p. 13]

[pagina 10]
[p. 10]

voor te koomen, en het heil te bezorgen aan die anders verstootene, en voor veele jaaren lang ongelukkige Kinderen!

De beschuldigde Vader behoorde door de Wet gehouden te zyn, het Kind, de Vrucht van zyne listige verleiding, en godlooze ongebondenheid te onderhouden! De beschuldigde Vader behoorde in geval van Kindermoord geboet, of gestraft te worden, wanneer hy geene zorge gedraagen hadde voor de kraamkosten, en het tydig onderhoud van die geene, welke hy verleid, en onteerd hadde!

Bron:

Petrus Camper: Gerechtelyke en ontleedkundige verhandeling over de tekenen van leven, en dood in nieuwgeborene kinderen. Leeuwarden, 1774.
J. Sasse: ‘Camper (Petrus)’. In: NNBW 1 (1911), kol. 552-556.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Gerechtelyke en ontleedkundige verhandeling over de tekenen van leven, en dood in nieuwgeborene kinderen