Musaeus. Jaargang 3

[p. 37]

Een koninklijk trio

Jan van Hoven (1681-1750) was een van de voornaamste toneelspelers in de Haagse en Leidse schouwburg onder Jacob van Rijndorp. Na de dood van Van Rijndorp stond hij met Wed. Rijndorp en haar dochter aan het hoofds van het gezelschap. De zaken gingen uiteindelijk niet meer zo voorspoedig en waarschijnlijk trok hij zich daarom terug als tabakshandelaar in het Rookende Moortje op het Hofspui. Hij schreef gelegenheidsgedichten en veel voor toneel, onder ander het toneelstuk De gelukte list op Driekoningen avond uit 1715. Een van de spelers zingt daarin het lied van Driekoningen dat hieronder is weergegeven.

Zangwyze: Vrinden zou men niet vrolyk weezen

Wilt vrienden 't hoofd ten deur uitsteeken;
Want wy drie Keun'gen komen aan
Niet om te dansen nog om te spreeken,
Maar, om te zingen kun je 't verstaan?
Niet om te dansen nog om te spreeken.
Wil je ons niet geven: laat ons gan.

Wy kwaamen onlangs van heel verre;
(Laat zien) ja hiel uit Orient.
Door dik en dun met onze sterre
Liepen en riepen we ons schier aan 't end.
Door dik en dun met onze sterre:
Tot by Jan Rodis wel bekend.

Hy hoorden ons een deuntje neuren:
Stak toen zyn kop ten venster uit.
't Was of hy wou zyn reuzel scheuren
Van puure dol'gheit, o dien guit!
'T Was of hy wou zyn reuzel scheuren.
En sprak dus knorrende uit zyn snuit.

Wat doe je hier, voort wilt vertrekken,
Sprak by met zulk een valsen hart
Ei lieve ziel het lykt wel gekken;
De twee die zyn wit, de derde is zwart.
Ei lieve zie! het lykt wel gekken,
Maar, wy antwoorden vol van smart.

[p. 38]

5.

 

Jan Rodis wilt jou niet verwond'ren,

 

Dat is de Keuning in Orient, hoe

 

Antwoorden hy, met vloeke en dond'ren

 

Wat doet die hier die koekeldoe

 

Antwoorden hy met vloeken en dond'ren

 

En trok uit boosheit 't venster toe.

Wy stuurden aanstonts onze kwasten
Uit vreeze voor dien booze turk
En koomen hier als blyde gasten
Maar droog van keel ja droog als kurk.
En koomen hier als blyde gasten,
Onthaal ons beeter als dien schurk.

Heb dank, heb dank voor al jou schenken
Hadie goe luitjes allegaar
Altyd om jou wy zullen denken:
Verwagt ons weder het naaste jaar;
Wy zullen om jou altyd denken
Nou gaan wy voort weer na een aar.

Bron:

J. van Hoven: De gelukte list op Drie koningen avond. Amsterdam, 1715. [Exemplaar UBL 1094 D 13 4]

P.C. Molhuysen, P.J. Blok en L. Knappert red., Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek V, 244, Leiden 1921.