Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 98 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 98
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 98Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 98

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 98

(1994)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Regio

EU-Comité van de regio's

Een serieuze poging om de alleenheerschappij van de nationale staat in de Europese Unie enigszins te beperken is de oprichting en installatie van het Comité der Regio's.

Op 9 en 10 maart 1994 namen de vertegenwoordigers van de gewestelijke en plaatselijke besturen in het Brusselse gebouw van het Europees Parlement deel aan de installatiezitting van dit nieuw door het Verdrag van Maastricht opgericht Europees raadgevend orgaan.

Met dit Comité van de Regio's wilden de Twaalf een ‘instrument dichter bij de basis - de burgers - oprichten’, dat tevens ‘aan de instellingen de gevoeligheden van de burgers van de verschillende lidstaten rechtstreeks kan overbrengen’. In feite is dit nieuwe adviserende orgaan, dat woordvoerder zal zijn van het geheel van regio's en plaatselijke besturen, een van de bouwstenen voor de uitwerking van het subsidiariteitsbeginsel. Haar leden zullen inderdaad de Europese constructie dichter bij de burger kunnen brengen.

Dit Comité zal verplicht geraadpleegd worden op vijf EU-beleidsterreinen - onderwijs, cultuur, volksgezondheid, transeuropese netwerken en economische en sociale samenhang (onder meer de structuurfondsen en het Europese fonds voor regionale ontwikkeling) - en zal uit eigen initiatief een advies kunnen uitbrengen op andere beleidsterreinen. Haar adviezen zullen het standpunt van de plaatselijke besturen bij de Commissie en de Raad van Ministers tijdens de voorbereiding van de EU-beslissingen weergeven.

Samenstelling

Het te Brussel gevestigde Comité van de Regio's is samengesteld uit 189 leden (waaronder 12 Belgen, 6 Luxemburgers en 12 Nederlanders), gaande van de burgemeester van een kleine Luxemburgse gemeente, Grevenmacher

illustratie
OVERZICHT GRENSREGIO'S


(3.000 inwoners), tot de ministerpresident van de deelstaat Beieren. De leden en hun plaatsvervangers worden voor een periode van 4 jaar benoemd op voorstel van de lidstaten.

 

De bedoeling van het Comité van de Regio's is jaarlijks 5 à 6 plenaire zittingen te houden en vijf vaste commissies op te richten.

Een ernstige tekortkoming van het Comité is dat nu juist grensoverschrijdende regio's niet zijn vertegenwoordigd, zodat een belangrijke kans op integratie door middel van grensvervaging (zie onder GROS) is gemist.

[pagina 111]
[p. 111]

Gros

De grensoverschrijdende samenwerking (GROS) van provincies, gemeenten en eventueel waterschappen met vergelijkbare bestuurlijke eenheden over de grens in België en Duitsland wordt door het Nederlandse kabinet ‘belangrijk’ genoemd. Deze samenwerking stoelt op de Beneluxovereenkomst grensoverschrijdende samenwerking voor wat België betreft en het zgn. Arnhem-overleg tav. Duitsland.

Beide vormen op hun beurt gaan terug op een rapport en conventie van de Raad van Europa. De Raad voor het Binnenlands Bestuur bracht vorig jaar advies uit, dat nu in de ministerraad van 22 april jl. grotendeels gehoor heeft gevonden. De nationale overheid zal nu waar nodig een voorwaardenscheppende en ondersteunende rol vervullen.

In het gehele grensgebied wordt samengewerkt in de welbekende euregio's. In sommige gevallen houdt GROS niet meer in dan het gezamenlijk aanvragen van subsidies in het kader van het speciaal voor GROS ingestelde INTERREG-programma van de Europese Commissie. In andere gevallen is sprake van een reeds jarenlang bestaande hechte samenwerking op een veelheid van terreinen. Het kabinet heeft geen bezwaar tegen deze verschillen; deze hangen ook samen met verschillén in inhoudelijke problemen in de verschillende grensgebieden. Wel vindt het kabinet dat als GROS een substantieel takenpakket omvat, publiekrechtelijke samenwerking de voorkeur heeft. Om die publiekrechtelijke samenwerking mogelijk te maken zijn de afgelopen jaren verdragen gesloten met België en Duitsland, waarover meer dan eens in Neerlandia werd bericht. Voor de provincie Limburg en aangrenzende gebieden wordt nog bekeken of er een specifieke oplossing moet komen, omdat er geen verdrag is voor GROS in drie landen. Met deze nieuwe impuls voor grensoverschrijdende samenwerking vervagen de grenzen, wordt het grensgebied een ontmoetingszone en vloeien Nederland en Vlaanderen (en Duitsland) geleidelijk in elkaar over.

Militaire samenwerking

De reeds bestaande Nederlands-Belgische samenwerking op het gebied van de beide zeestrijdkrachten wordt sterk uitgebreid. De commandocentrales van beide marines worden samengevoegd en gevestigd in Den Helder. Het opperbevel zal worden gevoerd door de Nederlandse Commandant Zeemacht.

In Oostende blijft de reeds gezamenlijke opleiding mijnenbestrijding gevestigd. De samenwerking betreft vooral het operationeel samenvoegen van de ‘ruggegraat’ van beide zeemachten, de oppervlakteschepen. De Nederlandse Commandant Zeemacht is voortaan tevens Admiraal Beneline.

De samenwerking wordt in militaire kring beschouwd als van dezelfde orde als de Nederlands-Duitse samenwerking in het gemeenschappelijke Nederlands-Duitse legerkorps met hoofdkwartier te Münster. Daar zal de Nederlandse plaatsvervangend bevelhebber van de landstrijdkrachten, generaal-majoor Reitsma, de eerste commandant worden. Engels wordt de voertaal, maar bij ceremoniële en officiële gebeurtenissen zullen Duits en Nederlands worden gebruikt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken