Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970 (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970

(1970)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 87]
[p. 87]

Het Nederlands in de wereld

Het Nederlands in de wereld. Dit is de titel van een reeks radiouitzendingen van de brt (Belgische Radio en Televisie), gewijd aan de verspreiding van onze taal buiten het Nederlandse taalgebied, zowel bij Nederlandstalige emigranten als via Nederlandse leerstoelen en lectoraten aan buitenlandse universiteiten. Een groot aantal van onze collega's in en buiten Europa zal worden uitgenodigd om aan deze uitzendingen mee te werken. Dit zal meestal gebeuren via de radiostations in het land waar zij werkzaam zijn. De uitzendingen hebben plaats op 8 en 22 oktober 1970, 5 en 19 november 1970, 3, 17 en 31 december 1970, 14 en 28 januari 1971, 11 en 25 februari 1971, 11 en 25 maart 1971, 8 en 22 april 1971, 6 en 20 mei 1971, 3 en 17 juni 1971, telkens van 20 uur tot 20 uur 10, Belgische tijd. Men kan de uitzendingen vanuit het buitenland beluisteren door af te stemmen op de middengolf, Nederlands programma I op de 324 m. band/0,926 Megahertz, amplitude-modulatie-vermogen: 150 kilo watt).

In de uitzending van 22 oktober jl. heeft de heer Gerrit van der Wiele, Eerste Producer bij de Nederlandse Radio-uitzendingen van de brt en organisator van de reeks, aan de voorzitter van de i.v.n. een interview afgenomen, waarin hem vragen werden gesteld over de belangstelling voor het Nederlands aan buitenlandse universiteiten en de taak van de Werkcommissie resp. i.v.n.

 

Leraars M.O. Nederlands in Duitsland. Tijdens het Colloquium bereikte ons een dringende oproep van de heer Jozef Kempen, voorzitter van de ‘Allgemeiner Deutscher Neuphilologenverband. Fachgruppe Niederländisch’. De heer Kempen verzocht ons deze oproep aan de deelnemers aan het Colloquium mee te delen. Ondanks pogingen daartoe, zijn wij er niet in geslaagd er plaats en tijd voor te vinden. Wij hopen dat de heer Kempen ons dat niet kwalijk zal nemen, vooral nu we Neerlandica extra Muros voor zijn oproep openstellen, zodat hij een nog groter gehoor kan bereiken dan in Gent mogelijk was. Hier volgt de tekst:

‘Wij vragen hiermede aan alle hoogleraren en docenten om, naast hun wetenschappelijk researchwerk, vooral de opleiding van vakleraars Nederlands met alle middelen te helpen bevorderen, teneinde de stagnatie in het middelbaar onderwijs op dit gebied te overkomen. Nog steeds bereikt het Nederlands niet 1% der leerlingen in het mo tussen Aken en Embden, en nog steeds bedraagt het aantal leraars met Nederlands als vak, per universiteit niet één per jaar in het hele duitse taal-
[pagina 88]
[p. 88]
gebied. Het “Nachwuchsproblem” voor middelbaar en ook hoger onderwijs verkeert dus nog altijd in een vrij fatale toestand. De vicieuze cirkel bestaat nog steeds tussen “Angebot und Nachfrage”, en de samenwerking tussen mo- en ho-neerlandistiek dient, gezien hun interdependentie, nog verbeterd’.

Hij voegt daar nog het volgende in het Duits aan toe:

‘Die Universität ist die normale Ausbildungsstätte für die Fremdsprachenlehrkräfte der Schulen. Eine Verbesserung der Situation unserer Schul-Niederlandistik muss daher auch von der Universität ausgehen, eben durch ausgebildete Lehrkräfte, die von der Schulbehörde auch ausländischen Hilfskräften vorgezogen werden. Erst bei eigenem Nachwuchs gibt es Richtlinien, spezifische Lehrbücher (nach Schulformen) und die Seminarausbildung’.

De Heer Kempen besluit zijn brief met ons zijn beste wensen te sturen voor een succesrijk Colloquium waarvoor wij hem hartelijk danken. Wij hopen dat zijn oproep niet zonder gevolg zal blijven. In elk geval zullen wij ons inzetten om, voorzover dat binnen ons vermogen ligt, een einde te helpen maken aan de nog altijd kritieke situatie van het Nederlands als schoolvak in de Duitse Bondsrepubliek.

 

Nederland en het Nederlands in Frankrijk: Institut Néerlandais onderscheiden. De Académie Française heeft de gouden medaille van de Franse taal toegekend aan het Institut Néerlandais in Parijs. Het is voor het eerst dat de Académie zo'n onderscheiding verleend heeft aan een internationale instelling. De heer Sadi de Gorter, cultureel attaché bij de Nederlandse ambassade in Parijs en permanent vertegenwoordiger bij de Unesco, noemt het een ‘kwaliteitsmedaille’.

In een interview met een correspondent van het Algemeen Handelsblad op 8 juni 1970 ging de heer De Gorter nader in op de activiteit van het Institut Néerlandais. Deze is tweeledig: zorgen voor de culturele aanwezigheid van de Nederlanden in Frankrijk, èn voor de aanwezigheid van de Nederlandse taal in het Franse onderwijs. Zo werden er sinds de stichting van het instituut in 1957 200 concerten (‘alle componisten die Nederland telt hebben wij hier ten gehore gegebracht’) en 250 lezingen gegeven, en meer dan 100 tentoonstellingen georganiseerd. De culturele manifestaties eindigen vaak in de persoonlijke sfeer, bij de heer De Gorter thuis. ‘Een permanente dialoog met de Fransen’ is dan ook zijn ideaal. Wat het onderwijs betreft vertelde De Gorter over een klaarliggend wetsontwerp, waardoor het Nederlands een van de verplichte keuzevakken in het Franse onderwijs zou worden.

Dat het hier niet ging om al te rooskleurige toekomstverwachtingen,

[pagina 89]
[p. 89]

bleek uit persberichten van enkele maanden later. Zo meldde Het Belang van Limburg (Hasselt) op 2-10-1970, dat het desbetreffende ontwerp inderdaad wet was geworden, en stond afgekondigd in het Franse Staatsblad van 29-9-1970. Het Nederlands is voor de eindexamens van de Franse lycea nu een verplichte keuzetaal naast Duits, Engels, Arabisch, Spaans, Hebreeuws, Italiaans, Portugees en Russisch.

Het blad weet verder te berichten dat er in Frankrijk vooral belangstelling voor Nederlands bestaat bij juristen en schrijvers, maar ook bij mensen die bepaalde Nederlandse teksten willen kunnen lezen, voor beroep of liefhebberij. Ook bij de studenten neemt de interesse toe, omdat leraren Nederlands in Frankrijk nog dungezaaid zijn en de concurrentie daardoor niet groot is.

Alleen op het punt van het aantal studenten dat Nederlands studeert aan Franse universiteiten, verschilt Het Belang van Limburg aanmerkelijk van het Handelsblad in het zojuist genoemde interview: de Belgische krant geeft er 500, het Nederlandse blad 1000 op. Is hier een telfout, een drukfout of ‘l'art de grouper les chiffres’ in het spel?

 

Nederlands in Glasgow. Over dit onderwerp schreef mevrouw Jeanne Hutchison, ‘tutor of the Glasgow University Extra-Mural Dutch-Second Course Class’, ons een uitvoerige brief. Over haar eigen onderwijs zegt ze, ‘dat het hier twee kleine, tot nu toe nogal verwaarloosde klassen betreft, waar volwassenen onderricht krijgen in de beginselen van de Nederlandse taal’. In een p.s. kan zij hieraan toevoegen dat de universiteit zojuist een derde leerjaar heeft toegestaan.

Er is nl. onder de Schotten wel belangstelling voor Nederlands en de Nederlandse cultuur, die belangstelling hoeft alleen maar aangewakkerd te worden. Van de Nederlanders in Glasgow, ‘het gros waarvan zich zelfs niet eens de moeite geeft onder elkaar Nederlands te spreken’, hoeft in dit opzicht niet al te veel verwacht te worden. Toch komt ook dáárin verandering, vooral doordat begin 1969 een Nederlandse Vereniging werd opgericht, waarvan mevrouw Hutchison secretaresse is. De vereniging heeft tot doel: de verspreiding van de Nederlandse taal en cultuur, floreert aardig, maar is er helaas nog niet in geslaagd een Nederlandse bibliotheek te stichten en actuele Nederlandse kranten en tijschriften beschikbaar te hebben voor de leden. Nederlandse boeken, naslagwerken, kranten en tijdschriften zijn in Glasgow nl. nauwelijks of niet te krijgen in de boekhandel, en helemaal niet in de openbare bibliotheken.

Op een aantal praktische vragen, of en zo ja hoe ze boeken en andere leermiddelen kon verkrijgen voor het Extra-Mural Department van de Universiteit, heeft de Werkcommissie gelukkig kunnen antwoorden met verwijzingen naar de bekende instanties.

[pagina 90]
[p. 90]

Ten behoeve van haar leerlingen kwam onze correspondente tenslotte nog met een suggestie over het instellen van prijzen of diploma's. Een ‘Scottish Certificate of Education’ kan in Glasgow in vrijwel alle talen behaald worden, maar niet in het Nederlands. In deze taal kan geen enkel diploma behaald worden. Mevrouw Hutchison zou het toejuichen, als er van Nederlandse zijde een examen werd ingesteld voor buitenlandse studenten, met een daaraan verbonden officieel erkend Nederlands diploma.

Het komt ons voor dat deze interessante suggestie ook voor collega's die (binnen-)universitair onderwijs geven van belang kan zijn. Aan veel buitenlandse universiteiten heeft het Nederlands immers maar een zeer ondergeschikte positie, die van bijvak of nog minder. Vaak kan de docent aan de student geen enkel getuigschrift over diens kennis verstrekken, terwijl de studenten dit dikwijls graag willen hebben. Als een diploma als bovenbedoeld zou kunnen worden ingesteld en als hieraan ook bepaalde voorrechten konden worden toegekend - voorkeur bij het aanvragen van een studiebeurs in Nederland en België, voorkeur bij het solliciteren naar een (tijdelijke) betrekking in deze landen -, zou dat werkelijk in een behoefte voorzien. Als er meer collega's zijn, die er zo over denken, zullen we dit graag vernemen en via het bestuur van de i.v.n. initiatieven in deze richting ontwikkelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken