Neerlandica extra Muros. Jaargang 1972

[p. 41]

Lezingen en bijeenkomsten

Veldeke-Symposion te Gent. Onder deze titel brachten wij in N.e.M.-15, blz. 82, bericht over een internationale bijeenkomst van Veldekespecialisten, georganiseerd aan de Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte te Gent door prof. dr. G. de Smet op 23 en 24 oktober 1970. Thans is het verslag en de tekst van de lezingen op dit symposium gehouden, in druk verschenen. Het is een 200 blz. tellende bundel geworden, onder de titel Heinric van Veldeken, uitgegeven door De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen/Utrecht, 1971.

De extramurale nederlandistiek voor de Orde van den Prince. Voor de afdeling Kempen van de Orde van den Prince hield de voorzitter van de ivn op 11 februari jl. in Kasterlee (provincie Antwerpen) een exposé over de huidige stand van het onderwijs in het Nederlands aan buitenlandse universiteiten en de vooruitzichten voor de nabije toekomst. Bij die gelegenheid overhandigde de voorzitter van de afdeling, dr. Sc. Paul de Bièvre hem een exemplaar van Verschuerens Modern Woordenboek (Brepols, Turnhout) bestemd voor Karin Schuster, een Oostduits invalide meisje dat Nederlands studeert en naar dit woordenboek had gevraagd. Tevens werd tijdens de discussie na de voordracht door enkele leden die leidende functies bekleden in een aantal grote, in de Kempen gevestigde bedrijven, de mogelijkheid besproken om buitenlandse studenten in de nederlandistiek gedurende de vakantiemaanden in enkele van deze bedrijven onder te brengen. Dit zal nu nog nader met de betrokkenen worden uitgewerkt. Verder nieuws hierover volgt dan nog wel.

Institut Néerlandais. Programma 1971-1972. Met enige vertraging ontvingen wij dit jaar het programma van tentoonstellingen, voordrachten en concerten, die tijdens het seizoen 1971-72 door het Institut Néerlandais aan belangstellenden in de Franse hoofdstad worden aangeboden. De meeste activiteiten zullen dan ook reeds tot het verleden behoren op het ogenblik dat dit nummer verschijnt. Vandaar dat wij pro memorie alleen even de aandacht willen vestigen op enige hoogtepunten uit dit rijkgevulde programma. Zo bv. ‘Cent Dessins du Musée Kröller-Müller’, een tentoonstelling die van 14 december 1971 tot 23 januari 1972 werd gehouden, ‘Les Sources d'Inspiration de Vincent van Gogh’, van 31 januari tot 5 maart 1972 en ‘Dessins Flamands du XVIIe Siècle’, een tentoonstelling uit de collectie van de betreurde Frits Lugt, maecenas en promotor van het Institut Néerlandais, van 14 april tot 28 mei 1972. Onder de gehouden

[p. 42]

voordrachten vermelden we: ‘Rabelais au pays de Bruegel’, door prof. dr. Marcel de Grève (3 november 1971), ‘Guillaume Apollinaire et les poètes néerlandais d'avant-garde’, door Etienne Schoonhoven (9 november 1971) en ‘Dialogue sur les livres néerlandais jusqu'à la fin du XVe siècle’, door prof. dr. W. Hellinga en mevrouw drs. Lotte Hellinga (17 november 1971).

In januari had er bovendien een conferentiecyclus plaats, gewijd aan Vincent van Gogh, waarop o.m. het woord werd gevoerd door ir. V.W. van Gogh.

Onder de concerten vermelden we de ‘Cycle commémoratif Diepenbrock, Pijper, Vermeulen’, die in november 1971 werd gehouden.

Het zevende Congres van de Internationale Vereniging voor vergelijkende Literatuur (icla/ailc) zal van 13 tot 19 augustus 1973 worden gehouden aan McGill University, de Université de Montréal en Carleton University, in Montréal en Ottawa. Doordat dit bekende internationale congres net als onze colloquia een driejarig ritme heeft dat bovendien samenvalt met dat van de colloquia, kijken wij altijd met nieuwsgierigheid uit naar de plaats en de data van de bijeenkomst. Heeft het in Europa plaats dan kan het voor buiteneuropese collega's een gelegenheid zijn om beide evenementen tegelijk bij te wonen, wordt het buiten Europa gehouden dan mogen de data niet al te dicht bij elkaar liggen. Hoe is nu de situatie in 1973? De icla/ailc congresseert in Canada van 13 tot 19 augustus, wij zelf hopen eind augustus ons vijfde colloquium in Nederland te houden. Het ‘apogeum’ van plaats en data is dus hoog genoeg maar ook weer niet te hoog. En in een ander opzicht levert het ‘perigeum’ tussen de literaturen mogelijkheden voor het Nederlands op. Inderdaad, committee IV van Theme A (The literatures of the Americas: dependence, independence, interdependence) handelt over ‘Relationships between American and other literatures’ en kan ‘papers’ opleveren in het nog vrijwel niet ontgonnen domein van de invloed van Amerika op de Nederlandse letteren.