Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1892-1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.12 MB)

Scans (797.61 MB)

ebook (41.52 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Een mooi daggeld. -

De begrippen omtrent een goed daggeld loopen nogal uiteen naar gelang van de eindelooze verscheidenheid der uitgaven en behoeften. Een Sarah Bernardt of een Adeline Patti ontvangt voor het optreden van éénen avond een som, die een bescheiden concertzanger en nog veel meer een rondreizen den straatmuzikant een fortuin toeschijnt. Of echter dat rijk honorarium niet even gemakkelijk weer aan allerlei groote en kleine uitgaven heengaat, is een andere vraag, - een vraag, waarmee de beide straatmuzikanten van ons tafereeltje zich in elk geval het hoofd niet breken.

Wat andere lui verdienen, komt ook in andermans zak terecht - wat kan hun dat schelen? Maar wat hun wel degelijk schelen kan, dat is of hetgeen op den drukken kermisdag is ontvangen voor de eerst? dagen of weken voldoende is om hun den mond open te houden en of daarop nog iets kan overschieten om de eeuwig dorstige keel te smeren. En vandaag is de ontvangst zoo goed, zoo royaal geweest, dat het best een spatje lijden kan. Nu, wie zou het den armen drommels misgunnen, nadat zij den heelen dag getoeterd en geblazen hebben, dat het zweet hun langs het hoofd liep? Die schijnbaar zoo lustige zwervers hebben toch maar een zuur stukje brood.

Weer thuis van de reis. -

Beter dan die arme trekvogels hebben het de pleizierreizigers onzer tweede gravure, die na de genoegens van een zomeruitstapje te hebben gesmaakt, weer veilig en wel thuis komen en daar door kinderen en dienstboden hartelijk worden welkom geheeten. Om hun blijde terugkomst te vieren, hebben de achtergebleven huisgenooten de toch al zoo vriendelijke woning met slingers van groen behangen, waartusschen het heerlijke woord ‘welkom’ de lang verwachten van verre al gul tegenlacht. De jongste telg, door grootmoeder vastgehouden, biedt de jonge moeder van het balkon een bloemruikertje aan en zou wel over de balie willen springen om moeder in de armen te vliegen. De grootere jongens zijn al bij het eerste geratel van het rijtuig, dat hun ooren trof, de trap afgestormd en hebben ieder een hand van vader gegrepen; de een heeft zich van zijn valiesje meester gemaakt en de ander onderzoekt nieuwsgierig den zak van zijn manteljas. Het oudste meisje, dat ook de trap komt afgedribbeld, houdt onwillekeurig een oogenblik stil om de pret van het kleine volkje aan te zien, en het luidruchtigst van al zijn de honden, die kwispelstaartend tegen den baas en de vrouw opspringen.

Het jonge echtpaar moge zich op de reis zoo goed geamuseerd hebben als maar mogelijk is, wij twijfelen er geen oogenblik aan of ze zullen toch nog blij wezen, dat ze weer thuis zijn.

Het plantenhuis der Rotterdamsche diergaarde. -

Wie zich verlustigen wil in den aanblik eener weelderige natuur, zooals alleen meer bevoorrechte streken dan ons vaderland die aanbieden, heeft daarvoor tegenwoordig geen verre reizen meer te maken. De planten en dieren van Oost en West, de voortbrengselen van de verst verwijderde streken der aarde kunnen wij naar hartelust bewonderen in de diergaarden en plantentuinen onzer groote steden. Daar vinden wij om zoo te zeggen heele tropische landschappen als onder een stolp gezet; in de reusachtige serres breiden de palmen hun waaiers uit, rijzen de reuzenvarens omhoog, verheden de agaven haar slanke stengels en in de breede waterkommen breiden de Victoria Regia's haar breede bladen uit en spreiden haar kolossale bloemen ten toon.

De teekening van Adolf van Dijk in dit nummer verplaatst ons in het plantenhuis der Rotterdamsche diergaarde, dat den trots der fraaie en nuttige inrichting uitmaakt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken