Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

29 capittel

Jacob quam in Mesopothanien bi enen stat, hiet Carram. Daer was een fonteyn, een put buten der steden. Ende daer waren 3 heerden bi den put mit haren beesten. Die put was besloten mit enen steen. Ende men en dede den steen niet op, voer alle die gemeen beesten daer waren. Doe seide Jacob totten heerden: "Bruederen, waen sidi?" Si seiden: "Van Carram. Waerbi vraech gi dat?" Doe seide Jacob: "Ken gi Laban, Nachors soen, niet?" Si seiden: "Ja, wi, wi kennen wel." Jacob seide: "Is hi gesont?" Si seiden: "Ja, hi." Ende doe seiden si: "Siet, hier comt Rachel, sijn dochter, mit haren scapen te water." Doe Rachel bi den put quam, doe seide hi totten heerden: "Laet Rachels scapen drinken, opdat ic mach gaen mit haer tot minen oem, want ic hem in menighen jaren nye en sach." Doe seiden die heerden: "Men moet den steen niet ofdoen, eer al die beesten vergadert sijn." Doe dede Jacob den steen van den put ende dede Rachels scapen drinken ende custe haer ende screide van blijscappen. Ende hi seide dat hi Rebecken soen was. Doe

[Folio 18ra]
[fol. 18ra]

ghinghen si ter stat waert ende Rachel seide tot Laban, haer vader, dat Jacob Rebecken, sijnre suster, soen was. Doe Laban dat hoerde, doe nam hi hem in den arm ende custe hem ende leide hem in sijn huys. Ende hi seide sijn oem die sake: hoe hi daer gecomen was om vrese van sinen brueder. Doe seide Laban: "Blijft bi mi, want gi sijt mijn vleis ende mijn been."

Ende doe Jacob daer een weeck geweest hadde, doe seide Laban: "Gi sijt mijn brueder. Ic en wil niet, dat gi mi om niet dient. Sect mi, wat gi hebben wilt voer uwen dienst." Laban hadde twee dochteren; die outste hiet Lya ende was sepeloecht, die joncste hiet Rachel ende was scoen ende suverlic van aensicht. Ende Jacob die minde die joncste ende seide: "Ic sel u dienen voir Rachel, u joncste dochter, 7 jaer lanc." Doe seide Laban: "Het is beter, dat icse u geve dan enen vreemden man. Blijft dan mit mi." Doe diende Jacob om Rachel 7 jaer. Ende die tijt docht hem cort wesen, overmits die minne die hi tot haer hadde. Doe die tijt ommegecomen was, doe seide hi tot sinen oem: "Gheeft mi mijn wijf, daer ic om gedient hebbe." Doe vergaderde Laban een groet scaer van sinen vrienden ende maecte een convivium ende bruloft. Ende des avonts doe brocht men Lya bi Jacob te bedde. Ende men gaf haer een dienstmaget, die hiet Salpha, na der manieren. Ende

[Folio 18rb]
[fol. 18rb]

des morghens doe Jacob sach dat hi Lyen bi hem hadde, doe seide hi tot Laban: "Wat heb gi gedaen? Heb ic u niet om Rachel gedient? Waerom heb gi mi Lien gegeven?" Doe seide Laban: "Ten is in desen lande geen manier noch gewoent, dat men die joncste eerst uuthylict. Mer dient mi noch 7 jaer. Ic sel u dan Rachel geven." Dat genoechde Jacob wel. Ende doe diende hi noch 7 jaer om Rachel.

Ende Lya ontfinc kint van Jacob ende noemde dat Ruben. Daerna doe brocht si noch een kint ende dat noemde si Symeon. Daerna doe brocht si dat dorde kint ende dat noemde si Levy. Doe brocht si dat vierde kint ende noemde dat Judas. Ende doe en brocht si niet meer kinder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken