Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

31 capittel

Doe Jacob dus rijc wort, doe seiden Labans kinderen tot haren vader: "Jacob die wort also rijc, hi sel al u beesten crigen, die gi hebt." Doe werp Laban een onwaerde op Jacob. Ende God sprac Jacob toe ende seide: "Keert weder in uwes vaders lant ende tot u geslacht. Ic sel mit u wesen." Jacob die riep Rachel ende Lya tot hem ende seide: "Ic sye dat uwes vaders aensicht verkeert is tot mi, ende dat hi mi niet soe vriendelic en is, als hi gisteren ende eergisteren was. God weet dat ic hem trouwelic gedient hebbe, mer hi heeft mijn loen wel 10-werven verwandelt. Want als ic die scillede beesten waende hebben, so seide hi dat ic die witte gecoren hadde. Ende als ic die witte beesten waende hebben, so seide hi dat ic die swarte gecoren hadde. Ende hoe dattet u vader seide, God scicte mi al\toes

[Folio 19rb]
[fol. 19rb]

dat beste deel toe."

Daerna sprac God Jacob toe ende seide: "Ic heb gesien dat onrecht dat u Laban doet. Ic ben God van Betel, daer gi den steen mit oly salfde ende daer gi Mi die loft lovede. Nu staet op ende gaet uut desen lande, ende gaet int lant daer gi geboren sijt." Doe seide dat Jacob Rachel ende Lya. Ende doe andwoerden si beide ende seiden: "Wat voerdeel hebben wi in ons vaders huus, of wat eer hebben wi hier? Sijn wi hier niet gerekent als vreemde luden ende ons vader heeft ons vercoft? Ende hi ontfanct ons loen. Mer wat u God toegescict heeft, dat neemt; ende doet dat u God geboden heeft." Doe stont Jacob op ende nam sijn wiven ende sijn kinderen ende settese op camelen, ende nam al sijn guet ende al sijn beesten, dat hi in Mesopotanien vergadert hadde. Ende Rachel stal haers vaders afgoden van sulver ende van goude. Ende op die tijt was Laban van huus om sijn scapen te sceren. Ende Jacob en woude sijn sweer niet openbaren, dat hi van hem toech, ende toech mit al dat hi hadde tot an den berch Galaad. Ende het wort Laban des dorden dages geseit, dat Jacob wechgetogen was. Doe vergaderde Laban al sijn vrienden ende toech Jacob na. Ende op den sevenden

[Folio 19va]
[fol. 19va]

dach doe vant hi Jacob an den berch Galaad. God sprac Laban toe in sinen slaep ende seide: `Wacht u wel, dat gi Jacob niet wredelic toe en spreect.' Ende Jacob hadde an den berch een tabarnakel gemaect, een tent geslegen, daer hi in ruste mit sinen gesin.

Laban quam tot Jacob ende seide: "Waerom heb gi dit gedaen, dat gi mi ontogen sijt mit minen dochteren, recht of gise gevangen hadt, doe gi van mi sceiden wout? Hoe en had gi mi dat niet geseit? Ic soude mit u getogen hebben mit blijscappen, mit sange, mit trompetten ende mit sanctorien. Ende ic soude mijn dochteren ende mijn kinderen gecust hebben, mer gi hebt dwaselic gedaen. Ende ic hadde gedocht dat ic u quaet gedaen soude hebben. Mer uwes vaders God seide tot mi: "Wacht u wel, dat gi Jacob niet herdelic toe en spreect." Ende doe gi thuus wout trecken, waerom heb gi mi minen goden gestolen?" Doe seide Jacob: "Ic toech heymelic, omdat gi u dochteren mit cracht niet houden en soudet. Ende gi sect mi dieft an. Soect onder mijn gesin ende onder wien dat gi u goden vint, openbaert dat uwen bruederen. Doersoect onder ons allen. Vint gi yet dat u toehoert, neemt na u." Mer Jacob en wist dat niet, dat Rachel die afgoden gestolen

[Folio 19vb]
[fol. 19vb]

hadde. Doe ghinc Laban in die tabarnakel ende socht onder hem allen ende en vant niet. Mer Rachel hadde die afgode verborgen onder stro dat die kamelen souden eten. Ende daer ghinc si op sitten. Ende doe hi alomme gesocht hadde ende niet en vant, ende Rachel bleef sitten ende seide tot haren vader: "Here, weest niet toornich, omdat ic niet voer u op en sta, want ic ben siec, als die gewoent is van den vrouwen." Ende also wort Laban bedrogen. Doe seide Jacob tot Laban al knyelende: "Om wat saken legt gi dese lelicheit op mi? Ende wat quaet heb ic u gedaen, dat gi mi aldus vervolcht? Ende gi hebt onder ons allen gesocht ende gi hebt onder mijn bedde gesocht. Wat guet heb gi gevonden dat u toehoert? Openbaert dat hier voer uwen bruederen, opdat si dat mogen rechten tusschen u ende mi. Ic hebbe 20 jaer mit u gewoent. U scapen, u geyten en hebben niet onvruchtbaer geweest, mer si sijn gemenichvoudicht. Heb ic ye enich weer heymelic gegeten? Wat van uwen beesten gecomen is, dat heb ic u geopenbaert. Ic heb u trouwelic gedient. Wat diefte heb gi ye an mi gevonden? Ic heb in hetten ende in couden u guet bewaert ende daervoer gewaect. Ende ic hebbe 20 jaer in u huys gedient: 14 jaer om u dochteren ende ses jaer om dese beesten. Ende gi hebt mijn loen 10werven verwandelt. Had

[Folio 20ra]
[fol. 20ra]

gi Abrahams God niet ontsien ende Ysaac mijns vaders God niet gevreest, ter avontueren gi sout mi nu naect van u senden. Mer God heeft mijn verdriet angesien ende oec den arbeit mijnre handen ende daerom beruspede Hi u gisteren." Doe andwoerde Laban ende seide: "Die dochteren ende die knechten ende die beesten die sijn u, daer gi om gedient hebt. Mer laet ons nu mit malcander te vreden wesen." Doe rechte Jacob een steen op in een teyken des vreden ende seide doe tot sinen broederen: "Haelt stenen ende vergadertse hier tot enen teyken." Ende si deden also. Ende doe aten si mit malcander ende Jacob die bleef daer. Ende Laban custe sijn dochteren ende haer kinderen, ende toech thuuswaert.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken