Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

8 capittel

Doe seiden die van Effraym tot Gedeon: "Waerom en ontboet gi ons niet eerst mede te striden jegen die van Madian?" Doe seide Gedeon: "Had gi hier mit mi geweest, so en had gi die twee princen ende dat ander volc niet verslegen."

Doe Gedeon quam ter Jordanen, doe ghinc hi daerover mit 300 mannen die mit hem waren. Ende overmits moetheit van honger so en mochten si hare vianden niet volgen. Doe seide Gedeon tot die mannen van eenre stede, hiet Soccoth: "Ic bidde u: geeft dit volc broet, dat si wat mogen eten, want si sijn seer moede ende vercranct, opdat si wat gesterct mogen worden ende vervolgen den coninc Sebee ende Salmana." Doe seiden die princen van Soccoth: "Ter avontueren Zebee ende Salmana die mogen van uwen volc verslegen wesen. Ende souden wi u broet geven, omdat gi onsen heren gedoot hebt?" Doe seide Gedeon: "Est dat God mi Zebee ende Salmana in minen handen geeft, als ic wedercoem, so sel ic dat mit doornen wreken over u vleis." Doe quam Gedeon voer een ander slot, hiet Famuel, ende bat daer om broet, als hi tot die ander stede dede. Ende dat volc andwoerden hem als die van Soccoth deden. Doe seide Gedeon: "Verwin ic ende ic wedercome, ic sel dat slot destrueren." Zebee ende Salmana die lagen mit 15.000 man\nen

[Folio 96rb]
[fol. 96rb]

in haren tenten. Ende Gedeon quam mit sinen volc heymelic ende versloech die die waecke hielden. Ende Zebee ende Salmana die vlogen ende Gedeon vervolchdese ende versloechse mit al haren heer. Doe Gedeon van den strijt quam, doe toech hi voer der sonnen opganc voir Soccoth. Ende hi vinc daer enen jongelinc uut der steden ende hi vragede die jongelinc hoe die princen ende die rechteren hieteden van der steden. Die jongelinc die noemdese hem. Ende hi screef daer 77 mannen: die rechters ende die outste des volcs. Ende doe quam Gedeon in Soccoth ende vinc alle die mannen die hi gescreven hadde. Ende hi nam doornen uut der woestinen ende geseltse daermede ende dootse. Ende dat slot ende den toren Famuel dat verderfde hi. Ende die daerin woenden, die dode hi.

Doe seide hi tot Zebee ende tot Salmana die hi gevangen hadde: "Van wat gedaenten waren die mannen die gi dode in Thabor?" Die coningen seiden: "Si waren gelijc die uwen ende een van hem was gelijc des conincs soen." Doe seide Gedeon: "Dat waren mijn bruederen van mijnre moeder. Leeft God, had gi die niet gedoot, ic en soude u niet doden." Doe dode Gedeon Sebee ende Salmana ende hi nam al haer guet ende cyerheit.

[Folio 96va]
[fol. 96va]

Doe seide dat gemene volc van Ysrahel: "Gedeon, weest gi onse heer, ende na u uwen kinderen, ende daerna uwe kinderkinderen, want gi hebt ons verlost van die Madyaniten." Doe seide Gedeon: "Ic en sel u niet beheren noch oec mijn kinderen, mer God, die Here van Ysrahel, die sel u beheren." Doe seide Gedeon tot hem allen: "Ic bidde u een bede: gevet mi dat gout van uwen roef." Doe seiden si alle: "Wi willent u gaerne geven." Ende si brochten alle dat gout van den roef voer hem. Ende des was in gewichte 1.000 ende 700 syclus. Elc is een half loet. Ende oec hadde Gedeon alle die siden clederen der coninghen ende die goude gereiden der camelen. Ende Gedeon die maecte van die siden clederen ende van den goude een biscopscleet dat ephod hiet, ende hielt dat in sine stat Efra, ende nam des bisscopsdienst an, daer hi an misdede jegen God. Ende daerom verghinc al sijn huys na hem. Ende doe bleven die kinder van Ysrahel 40 jaer in rusten.

Ende Gedeon hadde 70 kinderen bi sijn getrouwede wive ende hi hadde enen bastaert in Sychem die hi hiet Abymelech.

Doe starf Gedeon ende wort begraven in Efra.

Ende doe Gedeon doot was, doe verkeerden die kinder van Ysrahel ende si anbeden den afgod Baal. Ende si vergaten den almachtigen God

[Folio 96vb]
[fol. 96vb]

diese verlost hadde van haren vianden ende en ontfermden Gedeons kinderen niet noch sijn huusgesin.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken