Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

14 capittel

Daerna doe quam Sampson in Thamata ende hi sach daer een wijf, een Philisteen dochter. Doe ghinc hi tot sinen vader ende tot sijnre moeder ende seide: "Ic hebbe een wijf gesien in Thamata, een Philisteen dochter. Ic bidde u: neemt my die tot enen wive." Doe seide sijn vader ende sijn moeder: "Is hier geen wijf onder u geslacht of hier onder dit

[Folio 99va]
[fol. 99va]

volc, gi en wilt een hebben van een onbesneden volc?" Doe seide Sampson tot sinen vader: "Neemt mi dat wijf, want si behaget mijn ogen wel." Sampsons ouders en wisten niet dat die dingen van God geordiniert worden, omdat Sampson een saec soude hebben tegen die Philisteen, want op die tijt waren die kinder van Ysrahel beheert van die Philisteen. Doe ghinc Sampson mit sijn vader ende mit sijn moeder in Thamatha. Ende doe si ghingen doer een wijngaert, daer quam Sampson een leeu jegengrimmen. Ende die geest Gods quam in Sampson ende hi scoerde die leeu an stucken, recht oft een geyt geweest hadde. Ende hi en hadde niet in die hant. Ende hi en seidet sijn vader ende sijn moeder niet dat hi den leeu gedoot hadde. Ende doe quamen si tot dat wijf die sijn ogen behagede. Ende die wort hem gegeven. Ende doe ghinc hi mit sijn vader ende mit sijn moeder weder thuys.

Ende een corte tijt daerna doe ghinc Sampson om die bruloft te houden mit sinen wive. Ende hi ghinc voerby die dode leeuwe. Ende hi sach in dat hoeft van den leeuwe een byenest. Ende hi nam van dien honichroten in sijn hant ende at daer\of

[Folio 99vb]
[fol. 99vb]

in den wech. Ende hi quam bi sinen vader ende gaf hem daer mede of te eten, mer hi en seidet hem niet dattet uut des leeuwen hoeft gecomen was.

Doe ghingen si tesamen tot den wive ende maecten die bruloft. Doe die burgers van der stede Sampson sagen, doe scicten si hem bi 30 gesellen die hem dienen souden. Doe seide Sampson: "Ic sel u een rales uutgeven. Con gi dat exponeren in seven dagen dat dese bruloft staet onder u dortigen, so sel ic u 30 rocken geven. Ende en moech gijs niet ontbinden of raden, so sel gi mi alsovoel cleder geven." Doe seiden die gesellen: "Openbaert ons dat rales ende segt ons dat wijt mogen ontbinden." Doe seide Sampson: "Uut den etenden quam spijs ende van den stercken quam soet voert." Die gesellen sochten 4 dagen lanc, mer si en condens niet vinden.

Doe ghingen si tot Sampsons wijf ende seiden tot haer: "Smeect ende bid uwen man dat hi u dat rales ontbinde, ende segtet ons. Ende wil gi dat niet doen, so sellen wi u ende uwes vaders huys verbarnen. Heb gi ons ter bruloft geropen, omdat wi beroeft sellen worden?" Doe ghinc dat wijf tot Sampson ende bat hem dat hi haer dat rales seggen woude. Doe seide Sampson: "Ic en woudet mijn vader noch mijn moeder niet seggen. Daerom wil ict u niet seggen." Doe screide dat wijf ende seide: "Segt gijt

[Folio 100ra]
[fol. 100ra]

mi niet, so weet ic dat gi mi haet ende niet en mint." Mer hi en woudet haer niet seggen. Mer op den sevenden dach bat si hem also seer, dat hijt haer seide. Ende doe seide sijt vlus den gesellen. Ende des sevenden dages doe seiden die gesellen tot Sampson: "Wat is soeter dan honich ende wat is stercker dan een leeu?" Doe seide Sampson: "Had dat mijn wijf tot u niet geseit, gi en sout dat rales niet gevonden hebben."

Doe quam die geest Gods in Sampson. Ende hi ghinc in Ascolonen ende versloech daer 30 mannen ende nam die clederen ende gafse die gesellen. Ende Sampson was toornich ende ghinc weder tot sijns vaders huys ende bleef daer een wijl tijts.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken