Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[6]

Die jonge Thobias ghinc mit sinen geselle. Ende hem volchde een hont na

[Folio 201ra]
[fol. 201ra]

uut sijns vaders huys. Ende si bleven den eerste nacht bi der ryvyeren Tygris. Ende Thobias ghinc in dat water om sijn voeten te dwaen. Ende daer quam een groet vischs ende greep hem bi den voet, recht of hi hem verslinden woude. Doe was Thobias vervaert ende riep mit luder stemmen: "Here, helpt mi!" Doe seide die jongelinc: "Grijpt den vischs bi den hoefde ende trect hem opt lant." Thobias dede also. Hi toech den vischs opt droge lant. Doe begonde die vischs te springhen. Doe seide die engel: "Ondoet den vis ende neemt daeruut dat herte, die lever ende die galle ende bewaert dat wel, want si sijn guet tot medicinen." Ende si bereiden des avonts van den vischs. Ende dat ander deel dat souteden si ende drogent mit hem in den wege. Ende daer at Thobias of, totdat hi quam in die stat Rages.

In den wege doe vraechde Thobias den engel ende seide: "Azarias, brueder, ic bid u dat gi mi segt: wat buet hebben dese delen over hem van den visch, dat gi mi hiet bewaren." Doe seide die engel: "Leid men een stuc van der herten of van der lever op barnende colen, dien roec daerof soude verjagen alle bose geesten, soedat si gene menschen en souden mogen deren. Ende die galle is guet jegen ogen te bestriken die verduystert sijn." Doe seide Thobias: "Waer sel\len

[Folio 201rb]
[fol. 201rb]

wi nu te nacht bliven?" Die engel seide: "Hier woent een man, hiet Raguel, ende is van den geslacht van Juda. Ende hi heeft een dochter die Sara hiet. Ende anders en heeft hi geen kinder. Die dochter sel gi tot enen wive nemen. Ende ten lesten sel al sijn guet u worden. Daerom bid haer vader daerom ende hi selse u geven."

Doe seide Thobias: "Ic hebbe van dier dochter gehoert dat haer seven mannen sijn gegeven, den enen na den anderen, die alle haestelic storven, soedatse die duvel dode. Daerom ben ic vervaert dat mi dat oec gescien mocht. Ende want ic mijnre ouderen enich kint ben, so mocht icse in haer outheit van droefheit doen sterven." Doe seide die engel: "Hoert na mi wie diegene sijn daer die duvel macht over heeft: over alle diegene die also hilic annemen dat si om Gode niet en denken, mer vergaderen om genoechte des vleis, als die ezelen ende die mulen doen, die geen verstant en hebben; over die heeft die duvel macht. Mer als gi die maecht genomen hebt ende mit haer in die slaepcamer sijt, so weest bi haer drie dagen ende drie nachten in reynicheden. Ende weest mit haer in gebeden. Ende opten eersten avont so

[Folio 201va]
[fol. 201va]

lect van der leveren van den visch op barnende colen. Ende dien roec van der leveren sel den duvel van u verjagen. Des anderen nachts so weest in u gebede, so sel gi wesen in die heilige vergaderinge der heiliger patriarcken. Des dorden nachts so weest in u gebede, so sel gi die benedixie Gods vercrigen over u ende over uwen kinderen die u God verlenen sel. Des vierden nachts so sel gi die maecht nemen mit der vresen Gods ende meer om kinder te crigen dan om genoecht des lichaems, opdat gi in Abrahams sade die benedictie Gods moget vercrigen."


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken