Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 15 (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 15
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 15

(1972)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

F.A. Snellaert en J.A. Alberdingk Thijm: Briefwisseling 1843-1872.

In 1970 heeft dr. Ada Deprez De jonge Snellaert (1809-1838) uitgegeven, een boek dat op zichzelf niet belangrijk was, maar dat alleen als aanloop voor een verder verkennen van de figuur van de Gentse flamingant de moeite waard was (zie O.E. 14-2, p. 185). Een volgende stap is tans de publikatie van de briefwisseling tussen Snellaert en de Noordnederlandse katolieke voorman Alberdingk Thijm. Die publikatie is opnieuw te beschouwen als een soort voorbereiding op verdere studie (van Snellaert, of van Thijm), want zij is op zichzelf ook weer te beperkt van inhoud om de lezer een afdoende beeld te geven van de twee voormannen, die elk in hun land een voorname rol als emancipator gespeeld hebben.

In haar inleiding geeft dr. Deprez verschillende redenen aan om de bewuste briefwisseling te publiceren: de gevarieerde inhoud en de uitgesproken persoonlijkheid van de korrespondenten, de betrekkelijk grote omvang en de kontinuïteit ervan tijdens dertig belangrijke levensjaren, en tenslotte het licht dat de briefwisseling werpt op de literaire en kulturele kontakten tussen Noord en Zuid. Voor mijn gevoel is vooral dit laatste van betekenis, omdat de hier verzamelde brieven de lezer uiteindelijk niet zo bijzonder veel leren over de persoonlijkheid zelf van de briefschrijvers, maar wel over de verhoudingen tussen Vlaamse en Noordnederlandse voorvechters, een eeuw of wat geleden. (Is er echter al zo héél veel veranderd, sindsdien?)

Dr. Deprez stelt vast dat de figuur van Snellaert tot dusverre niet druk bestudeerd werd, maar die van Alberdingk Thijm wel, altans in Nederland. Zij voegt daar aan toe, dat de aan hem gewijde literatuur een opmerkelijk emfatisch karakter vertoont, wat misschien te verklaren is door de geschriften zelf van de man, die ‘vaak eerder de indruk geeft van een Don Quichote wiens enige verdediging de aanval is, dan hij

[pagina 154]
[p. 154]

eruit tevoorschijn treedt als een groot geestelijk leider met impakt op de massa, met aanwijsbare en doorwerkende invloed op tijdgenoten en nageslacht. Maar als blikvanger van het Nederlandse katolieke bevolkingsdeel had hij ongetwijfeld zijn gelijke niet!’

 

De inleiding geeft nog meer inlichtingen die bepaalde aspekten van de briefwisseling verklaren. Bijvoorbeeld: ‘Thijm was in de periode 1840-1845 bestendig op zoek naar bondgenoten, naar bijval en naar instemming’. Verder: ‘Het blijft daarbij kenschetsend voor de vriendschap, dat Snellaert hem wel trouw op de hoogte houdt van de krachtlijnen van de actie maar tegenover Thijm nooit uitspraken doet over de tegenstellingen en persoonlijke animositeiten binnen de kring der Vlaamsgezinden’. En: ‘In Thijms bibliografie valt wel vaker te merken dat hij pas tot volle ontplooiing van zijn mogelijkheden en tot brede ontwikkeling van zijn ideeën kwam door de geschriften van anderen’.

 

Al die passages uit de inleiding zijn geschreven vanuit een wijdere kennis dan de brieven zelf mogelijk maken. Daarom schenken wij Dr. Deprez heel graag de vergiffenis waar zij aan het slot van de inleiding om vraagt: ‘De uitvoerigheid in bibliografisch en ander opzicht, die we, met het oog op mogelijke nieuwe Snellaert- en Thijm-studaxen betracht hebben, weze ons derhalve vergeven!’ Want precies daarin ligt, naast het al genoemde aspekt van de toenmalige Noord-Zuidverhoudingen, de hoofdbetekenis van de publikatie. Zowel Snellaert als Thijm verdienen verdere studie en de onderhavige briefwisseling kan als uitstekend vertrekpunt daartoe beschouwd worden.

 

Jan Deloof

 

F.A. Snellaert en J.A. Alberdingk Thijm - Briefwisseling 1843-1872, met een inleiding en aantekeningen van dr. Ada Deprez. Uitg. Sekretariaat van de Koninklijke Vlaamse Akademie voor Taal- en Letterkunde, Gent. 1971 - 262 blz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over F.A. Snellaert en J.A. Alberdingk Thijm. Briefwisseling 1843-1872


auteurs

  • Jan Deloof