Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 15 (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 15
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 15

(1972)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Benelux opnieuw ter diskussie.

In de Memorie van Toelichting bij de begroting van het komende dienstjaar pleegt de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken de meeste aandacht te besteden aan aktuele of te verwachten problemen, om te kunnen aangeven welk beleid zijn regering voornemens is te volgen. Het dokument dat minister Norbert Schmelzer op 19 september 1972 aan de Staten-Generaal heeft voorgelegd besteedt vrij uitvoerig aandacht aan de Benelux-problematiek. De Minister meent dat de stemmen van de Beneluxlanden in het Europa van de Tien minder gewicht in de schaal zullen kunnen leggen. ‘Vermindering van invloed kan echter worden tegengegaan, indien de reeds bestaande samenwerking wordt verstevigd en uitgebreid. De Regering hecht daarom grote waarde aan frequent en intensief Benelux-overleg, met name ten aanzien van Europese problemen.’

 

Over de grote lijnen van de te voeren Europese politiek worden in het algemeen parallelle standpunten ingenomen. Het monetair arrangement van 23 augustus 1971, waarbij onderlinge koersmarges werden overeengekomen, is als een voorbeeld van Benelux-solidariteit te beschouwen. Het arrangement demonstreerde in de monetaire verwarring na de Amerikaanse maatregelen een verheugende bereidheid tot samenwerking, die naderhand in ruimer Europees kader navolging heeft gevonden.

 

Op 28 juni 1972 hebben regeringsleiders en ministers van Buitenlandse Zaken over een eventueel in de lente van 1973 te houden Benelux-Regeringskonferentie overleg gepleegd. De bewindslieden belast met de Beneluxaangelegenheden zullen omstreeks de jaarwisseling moeten nagaan of er een datum voor de te houden konferentie vastgesteld kan worden. Tijdens deze konferentie moeten er afspraken worden gemaakt over de koördinatie van het beleid inzake milieubeheer, ruimtelijke ordening en verkeers-infrastruktuur.

 

Bij de uitwerking van de agendapunten voor de Regeringskonferentie zouden naar de mening van de Nederlandse Regering twee uitgangspunten als richtsnoer kunnen dienen: enerzijds zal de Benelux er op moeten toezien dat zijn centrale ligging in de Gemeenschap van de Tien optimaal wordt benut, anderzijds moet men voorkomen dat de nagenoeg volkomen opengestelde grens een meer geïntegreerd beleid in de weg staat.

 

De Brusselse krant Le Soir heeft zich op 20 september in een hoofdartikel gekeerd tegen de opvattingen van de Nederlandse Minister. Het blad wijst er allereerst op dat andere landen dan die van de Benelux in het Europa van de Tien meer aan invloed zullen inboeten, met name Frankrijk en vooral de Frans-Duitse tandem die voldoende gewicht in de schaal kon leggen om het Europa van de Zes te domineren. En het blad herinnert aan de herhaalde verklaringen van de Belgische Minister Harmel, dat de intrede van Groot-Brittannië een korrektie zou aanbrengen aan een zeker gebrek aan politiek evenwicht, waarvan vooral de kleine landen de dupe waren.

 

Le Soir meent dat er voldoende redenen zijn om de politieke samenwerking in de Benelux voort te zetten, maar wijst een nieuwe aanpak die tussen de drie landen in de schoot van de Europese Gemeenschap een soort bevoorrechte alliantie zou kreëren van de hand. De krant signaleert dat een deel van de Franstalige openbare opinie in België in de Benelux een vernederlandsingsinstrument ziet en stelt de vraag of een pleidooi ter versteviging van de bilaterale Frans-Belgische samenwerking elders in het land niet eveneens zekere reakties zou uitlokken.

 

Behalve het bestaan van bepaalde gevoeligheden zijn er voor het blad nog andere overwegingen die er onze diplomatie van moeten weerhouden zich te sterk in noordelijke of zuidelijke richting te engageren. Brussel biedt immers gastvrijheid aan de voornaamste Europese instellingen en ongetwijfeld wenst de Belgische regering dat ook nieuw geschapen instellingen er zich komen vestigen. Hoewel deze bevoorrechte situatie België geenszins neutraliteit inzake de Europese politiek oplegt, lijkt het niettemin ongewenst, dat dit land te strak het stand-

[pagina 140]
[p. 140]

punt van een of andere partner zou aanhangen. En, aldus Le Soir, men moet toegeven dat Nederland op het terrein van de Europese politiek vaak een partikulier standpunt inneemt. Een te nauwe alliantie met een dergelijke partner zou de aktie van de Belgische diplomatie niet ten goede komen. Nationaal temperament, natuurlijke roeping en eigen belang van België, eerzaam gastheer van de Europese Gemeenschap, moeten ons ertoe aanzetten de verschillende standpunten tot elkaar te brengen, wat bovendien meer ‘Europees’ is dan in de schoot van de Gemeenschappelijke Markt bevoorrechte groepen te scheppen. Overigens ligt het in de lijn der dingen dat de Benelux Ekonomische Unie eenmaal overbodig zal zijn, namelijk op het ogenblik dat het Europa van de Tien een gelijkaardige unie zal vormen. Dus zouden de problemen terzake voortaan Europese oplossingen moeten krijgen, liever dan Benelux-oplossingen, die wel eens de eerstgenoemde zouden kunnen bemoeilijken.

 

Het artikel van Le Soir vertolkt ongetwijfeld ideeën die in gezaghebbende politieke kringen in België leven. Terecht heeft NCR-Handelsblad van 27 september 1972 aandacht aan het stuk besteed. Ondertussen stelden Minister Tindemans en Staatssekretaris Westerterp op een Beneluxdag te Antwerpen dat de Benelux wegens zijn geringere dimensie een intensiever samenwerking mogelijk maakt en jaren voor ligt op de Europese Gemeenschap. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat de overtuigde stellingname van deze bewindslieden als een reaktie op het artikel van de Brusselse krant is te beschouwen.

 

Joris De Deurwaerder


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken