Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 25 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 25
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 25

(1982)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het laatste werk van Helma Wolf-Catz.

Op 22 januari 1979 overleed in het Diakonessenziekenhuis in Naarden de Nederlandse schrijfster Helma Wolf-Catz. De laatste jaren van haar leven was zij door haar slechte gezondheid aan bed gekluisterd. Dit stond een indrukwekkende produktiviteit niet in de weg. Misschien

[pagina 593]
[p. 593]

was die slechte gezondheid wel een stimulans die haar tot werken dreef. Zij had zoveel te zeggen. Hoewel zij voor de oorlog reeds een bundel verzen en vijf romans publiceerde, werd haar werk pas goed bekend en ook als belangrijk erkend in de naoorlogse jaren. Ik herinner in dit verband aan haar zevendelige romancyclus, van Diepzee (1960) tot en met Luchtkristal (1964), een roman fleuve die toch wel uniek voor onze letterkunde mag worden genoemd en die (nog) niet de erkenning heeft gekregen, die deze uitzonderlijke prestatie toekomt. Ik wijs ook op de historische roman De vrijheid is een nachtegaal in zilvergrijs (1971), een boek dat mij bijzonder na aan het hart ligt en waarmee Helma Wolf-Catz bewees wat zij waard was.

 

Na haar dood zijn nog twee boeken verschenen De vrijheid roept de diepste slapers (1980) en Het doktershuis aan de Torenlaan. Dit werk zou niet verschenen zijn als Loeka Wolf-Catz, de dochter van de schrijfster dit deels onvoltooid gebleven werk niet met grote zorgvuldigheid voor uitgave in druk klaar had gemaakt. Zij heeft dit met grote terughoudenheid en met bewonderenswaardig inzicht gedaan en naar mijn overtuiging geheel in de geest van haar moeder. Voor een criticus is het altijd moeilijk een juist en rechtvaardig oordeel over nagelaten werk te vellen, omdat de maker van het werk in zo'n geval doorgaans niet de volle verantwoordelijkheid heeft kunnen dragen. Anderen maken dan dikwijls de keuze, beslissen over wel en niet en het is ook goed mogelijk, dat de schrijver het werk (nog) niet voor publikatie geschikt achtte. Nagelaten werk moet daarom niet altijd worden uitgegeven, tenzij het om enigerlei reden echt betekenis heeft. Anders doet men de schrijver onrecht. De beide postuum gepubliceerde boeken van Helma Wolf-Catz zijn terecht uitgegeven. Wat in deze boeken bijeen werd gebracht, sluit aan op het andere werk van deze schrijfster. Het zal daarom vooral hen aanspreken, die het andere werk van Helma Wolf-Catz kennen. Wie nog nooit iets van haar las, komt met dit nagelaten werk waarschijnlijk niet goed uit de voeten. Voor een eerste kennismaking met haar werk kan men beter bij ouder werk terecht, omdat een deel van haar beide laatste boeken fragmentarisch is gebleven.

 

De vrijheid roept de diepste slapers is een verzamelbundel. De titel is ontleend aan het romanfragment waarmee dit boek opent. Helaas blijft het bij een kort fragment, maar de inzet is zo boeiend en veelbelovend dat de lezer het zal betreuren dat het werk niet verder is gevorderd dan dertig bladzijden. De romantisch klinkende titel is overigens kenmerkend, omdat het vrijheidsthema naast het vervolgingsthema in het werk van Helma Wolf-Catz belangrijk is. Dat blijkt ook weer uit de andere verhalen, die in dit boek zijn opgenomen. Ik gebruikte zojuist de term romantisch. Dit wil echter niet zeggen dat je niettegenstaande haar grote belangstelling voor geschiedenis het werk van Helma Wolf-Catz romantisch zou kunnen noemen. Zowel haar stijl als haar stofbehandeling zijn eerder realistisch, maar dan wel een bijna on-Nederlands realisme, eerder een Engels georiënteerd realisme. Opmerkelijk is verder haar scherp psychologisch inzicht, waardoor haar romanfiguren steeds levende mensen zijn geworden. Ik heb er wel eens over nagedacht of je bij Helma Wolf-Catz over psychologische romans zou moeten spreken, maar ik geloof toch niet dat dit een goede typering zou zijn. Zo'n benaming houdt ook een beperking in en het is niet zo dat de schrijfster de voorkeur gaf aan een psychologisch uitdiepende benaderingsmethode. Zij schreef eerder vanuit de ervaring en het inzicht dan vanuit een theorie.

 

De belangrijkste en omvangrijkste bijdrage in deze bundel is De jonge tekenaar of de kunstenaar, een novelle die ook in sterk bekorte vorm onder de titel In pastel is opgenomen. Een verhaal dat in de bezettingsjaren speelt en dat in eerste versie omstreeks 1947 werd geschreven. Het hier opgenomen verhaal is een van de zeven versies die bewaard zijn gebleven. Die zeven versies zijn typerend voor Helma Wolf-Catz, die eindeloos haar werk bleef verbeteren op zoek naar de juiste vorm en de juiste woorden. Ook hier weer frappeert het inlevensvermogen van de schrijfster in haar hoofdfiguur, een jonge kunstenaar, die tijdens de Duitse bezetting in het verzet gaat, maar ook zijn weg in het leven en voor zijn kunst tracht te vinden. Een onalledaags, beklemmend verhaal. Het onvoltooid gebleven toneelstuk De schone lei, dat ook in deze bundel werd opgenomen, kon mij matig bekoren.

 

Het doktershuis aan de Torenlaan, dat echt het laatste boek van Helma Wolf-Catz lijkt te zijn, roept herinneringen op aan het in 1975 verschenen boekje Zeeuwse herinneringen, waarin zij vertelde over de eerste tien jaren van haar leven, toen zij in Nieuw- en St.-Joosland op Walcheren woonde, waar haar vader huis- en gemeentearts was. Dit charmante boekje oogstte zoveel waardering en leverde zoveel enthousiaste reacties op, dat de schrijfster besloot verder te gaan met het ophalen van herinneringen. Zij heeft dit werk, dat haar na aan het hart lag, niet kunnen voltooien. De titel Het doktershuis aan de Torenlaan verwijst naar de Zeeuwse herinneringen, waaraan zij de ondertitel ‘Het doktershuis aan Postweg’ had gegeven. Loeka Wolf-Catz heeft deze onvoltooid gebleven herinneringen van haar moeder aangevuld tot een afgerond boek. Zo nam zij twee vol-

[pagina 594]
[p. 594]

ledige jeugdhoofdstukken op uit de herziene herdruk van de roman De dreiging (editie 1965), zoals haar moeder dat ook had willen doen. Zij heeft deze hoofdstukken niet omgewerkt in de ik-vorm, zoals haar moeder van plan was, om ze dan als fragmenten tussen de herinneringen te kunnen opnemen. Terecht is dit naar mijn mening nu niet gebeurd, omdat hierdoor het oorspronkelijke werk te veel zou worden aangetast. De herinneringen in Het doktershuis aan de Torenlaan, zijn vooral gebonden aan het dorp Blaricum in het Gooi, waar dokter Catz zich rond de jaarwisseling 1910/1911 vestigde. De Dokter Catzlaan in Blaricum - vroeger de Berkenlaan - herinnert aan hem. Toch zijn het niet uitsluitend Gooise herinneringen, al had dat na Zeeuwse herinneringen misschien voor de hand gelegen. De beslotenheid van het landelijke leven in Zeeland werd in het Gooi doorbroken, ook omdat de kinderjaren hier al bijna achter de rug waren. De actieradius en de wereld reikten hier voor Helma verder. Zij bezocht het gymnasium in Hilversum, studeerde M.O. Engels, haalde het diploma lerares stenografie en trouwde in 1926 met de Amsterdamse advocaat mr. Justus Wolf, die in 1943 door de Duitsers gevangen werd genomen en nadien werd vermoord. In haar herinneringen houdt Helma Wolf-Catz zich, gesteund door een ijzersterk geheugen, aan de werkelijkheid en heeft zich, voor zover ik dat kan beoordelen, niet laten verleiden deze werkelijkheid met fantasie op te sieren. Zij vertelt over wat zij als opgroeiend meisje beleefde. Het knappe hierbij is dat de kinderlijke intimiteit die in de Zeeuwse herinneringen verraste, plaats heeft gemaakt voor een meer afstandelijke, naar volwassenheid toelevende, benadering. Deze aanpak past goed bij de levensfase die beschreven wordt. Het gaat over een meisje dat veel las, maar niet wegdroomde en haar ogen en oren in het doktershuis goed de kost gaf. Zij maakte thuis al vroeg kennis met schrijvers en schilders, met het culturele leven dat in het begin van deze eeuw in het Gooi bloeide. Zo kreeg zij direct of op afstand contact met A. Roland Holst en zijn beroemde tante Henriëtte Roland-Holst-van der Schalk, met Werumeus Buning, Carry van Bruggen, Piet Mondriaan, Lou Loeber, Herman Hana, Sem Dresden en Victor van Vriesland, die haar het hof maakte. Zij vertelt anekdotisch en dat levert vaak prachtige verhalen en rake typeringen op. Dit maakt haar verhaal lichtvoetig en boeiend om te lezen. Het is jammer dat de draad van de herinneringen dan plotseling afbreekt. De herinneringen zijn aangevuld door Loeka Wolf-Catz en het zijn echt herinneringen uit de tweede hand. Zij verwerkte hierin wat zij van haar moeder hoorde. Zonder pogingen te doen om haar moeders verteltrant te imiteren, heeft zij toch de juiste toon getroffen en zet het verhaal voort, daarbij ook herinneringen aan haar vader verwerkend. Het boek is dan ook bepaald niet brokkelig of rommelig geworden. Het drieluik aan herinneringen - door Helma, door Loeka en de romanfragmenten - is een eenheid geworden, een evenwichtig geheel, al zie ik dan wel drie belichtingen. Zij die het werk van Helma Wolf-Catz kennen zullen zich tot deze herinneringen aangetrokken voelen, omdat zij hierdoor de schrijfster achter het werk beter leren kennen. Maar ook voor anderen is het een interessant boek geworden, omdat dit fragmentarische levensverhaal niet in de eerste plaats een strikt persoonlijke autobiografie is geworden. De schrijfster is teveel romanschrijfster om de kans te laten glippen een verhaal te schrijven. Wellicht zullen deze herinneringen velen er toe kunnen brengen haar romans en verhalen - zo'n twintigtal in boekvorm gepubliceerd - te gaan lezen of te herlezen. Ik ben ervan overtuigd dat dit dan niet op een teleurstelling zal uitlopen.

 

Wim J. Simons / Amsterdam.

Helma Wolf-Catz, De vrijheid roept de diepste slapers (nagelaten werk bezorgd door Loeka Wolf-Catz), Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage, 1980.
Helma Wolf-Catz, Het doktershuis aan de Torenlaan (met herinneringen aan kunstenaars en Herinnerigen uit de tweede hand door Loeka Wolf-Catz), Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage, 1981.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De vrijheid roept de diepste slapers

  • over Het doktershuis aan de Torenlaan


auteurs

  • Wim J. Simons