Antwerpen maart zon
Het uurwerk van Ons Livrouwe Toren is in herstelling en de twee blinkende cirkels waartussen gisteren nog de uren slenterden zijn 'n starre aureool op de eeuwigheid.
Toen het uur geslagen was waarop de hemel zou beslissen, hebben de wijzers mekaar ontmoet en het woord is vlees geworden. De winterregens hadden de twee zwaarden verroest: ze zijn stukgeslagen door de guitigheid van je ogen en een klad duiven zijn de scherven betoverd door het liedje van de rammel. Straks brengt 'n vliegtuig ze terug in de vorm van miljoenen strooibriefjes die het nieuws verspreiden over de stad of doodmoe zich in de Schelde laten rijzen de vlerken neergestreken evenals de meeuwen bedwelmd door het zap van deze eerste mooie dag.
De tijd is stilgestaan en al de luie dromen van Monako en Lugano (ongefikseerde pastels goed bewaard achter glas, hoog gecoteerd in vergulde lijsten) zijn nu verwezenlikt in deze ene akwarel: de Schelde en het vergezicht op de Schelde en het vuurwerk op de Schelde dat vinnig opborrelt uit de nieuwe jeugdbron ontsprongen in de bedding.
Waarom de stad vandaag in feest en wit bevlagd is zal ik je vertellen:
Jezus de man van Nazareth is op weg naar onze stad, hij brengt de lang gewachte vreugde de lang gewachte Lente meȇ. Straks als de zon het hoogste staat komt hij de Schelde opgevaren met de nieuwe transatlantieker ‘Belgenland’. Drie kanonschoten wanneer de masten over de polders in 't zicht zijn, drie kanonschoten wanneer het schip de haven binnenvaart en drie salvos bij de drie eerste stappen van de heilige man op onze grond zullen borg staan voor zijn glorie.
Daarom is het dat heel de stad versierd is, dat ieder huis bevlagd is, dat iedereen te been zo licht van tred zo glad van voorhoofd is.....
- Want Jezus spreekt van avend op de Grote Markt, er zal verlichting zijn met rooi en geel ballonnekens, er zullen tien fanfaren zijn om de tussenpozen met dansmuziek op te luisteren.
- want er zal veel vreugde zijn, en alles kosteloos
- want het rijk der liefde zal worden ingeluid en dat der vrede zal als nabij verkondigd worden.
Hij zal spreken over vogelkens en over visselkens; over koetjes en kalfjes; van de os op de ezel; over de leeuw en het serpent als huisdieren; over Einstein, de dure boter en zijne jongen tijd; over het verdrag van Versailles en de ongeneesbare maagkanker; over onze demokratiese tijd en het militarism; over het eeuwfeest van Renan en de politiek van Poincaré; over Mauras en Daudet en de stiel van profeet; over Judas; over de bloemen, het water, de vruchten der aarde, de zon en de schoonheid van het leven.
Hij zal spreken over Rusland en een vaderonsje lezen voor de gezondheid van Lenin.
Hij zal spreken over de sterren en zeggen tot de bureaukraten: ‘Hebt gij gezien hoeveel trekken die ene ster gemeen heeft met het meisje van uw Zondagen.’.
Op de vraag van een bengel zal hij het huiswerk afschaffen voor de schooljong.
Hij zal Breughel en Uilenspiegel verheerliken, Borms bevrijden en de Vlamingen een hogeschool geven.
Hij zal de meisjes noemen ‘suikeren hartekens’ en de jongens ‘lekkerbekken’.