Konstruktivisme
In den Berlijnschen ‘Sturm’ waren in Februari de werken van twee hongaren te zien: Moholy-Nagi en Peri. Kunstenaars van totaal verscheidene levensopvatting. Moholy-Nagy organiseert gekleurd licht, dat van alle zwaartekracht bevrijd, om zoo te zeggen onstoffelijk in de ruimte zweeft en eene vreugdevolle harmonie toont. Peri is breed en diep duister pathos, eene zware monumentaliteit. Eéne grondeigenschap hebben beide gemeenzaam. Zij bezigen geometrische vormen zonder objectief nabeeldend te zijn, met eene totale bewustheid, doortastende wettigheid der plastische middelen en eene uiterste ekonomie, aldus staande in het teeken van werkbegrip eener moderne techniek en organisatie d.h.: KONSTRUKTIEF.
De ontwikkelingsgeschiedenis van het konstruktivisme is heel eenvoudig en logisch. Cézanne was de eerste, die de impressionistische schilderij, die toevallig van de objektiviteit afhangend, en onbestemd was, met het statische systema van geometrische ruimte elementen in verbinding bracht. Bij de navolgers van Cézanne trad de abstrakt geometrische struktuur van objektiviteiten meer scherp en kompakter vooruit uit het organisch weefsel der natuurdaarstelling dat in 'T KUBISME eindelijk ontrafeld en gedeformeerd wordt. De evolutie bracht nog meer het voorgaande bevrijden der abstrakte ruimte struktuur van het natuurlijke beeldings motief. Daarop volgden de Russische ‘Suprematisten’ en de Hollandsche ‘Stijl’ groep, die het te beschilderen vlak niet meer aanzagen als eene uitsnee tot begoochelende realiteit-opwekking uit de driedimentionale wereld, maar het vlak begrepen als zijnde tweedimentionaal en hiernaar handelen. Het schilderstuk biedt geene herinneringen aan de realiteit, dan diegene eigen aan het doek of den wand. Het is ontstaan volgens de wetten van zijn eigen wezen en inwerkende kracht, eene bestaansdaadzaak, juist zoo primair of nieuw als een mensch, boom of werktuig.
Het konstruktivisme ontwikkelde de gegevens der Nederlanders en suprematisten tot rijkere en veelzijdiger vorm komplexen. waarbij groepen van kunstenaars en alleenstaanden de meest verscheiden wegen opgingen. In één verband blijven nochtans de variaties gelijk. De wetten naar dewelke hunne elementen zich tot systematische en organische geheelen te zamenvoegen, bevatten geene oorzakelijke psychische impulsen zooals de werken, die zich onder de benaming expressionisme rangschikken, maar getuigen van eene hooge tucht en doelbewustheid. Zij openbaren het levensgevoel van den intellektueelen mensch, die ametaphysisch zich scherp afteekent tegen onduidelijkheden en onderbewuste stroomingen of iedere onbeheerschbare sfeer der natuur. Het konstruktivisme bekommert zich niet om tragische konflikten en katastrofen, ook niet om opwellingen der bandelooze begeestering of vertwijfeling. Het houdt den strakken ononderbroken bouw der krachten voor oogen, hun verband en uiterste ekonomie der middelen; zonder heroïeke gebaren, uitblinkende blazoenen of bescheiden achtergronden, treedt het op den voorgrond met een wetenschappelijken en technischen organisatiegeest en eene zakelijkheid, onzen tijd eigen. Dit alles omdat een tot het einde gedacht konstruktivisme zich niet met eene uitsluitelijke esthetische isoleering tevreden stellen kan. Het moet noodwendigerwijze bij kultuurpolitieke perspektieven en opgaven landen. Het konstruktivisme is als kunstrichting slechts een lid eener ongekende geestelijke beweging, die het gansche gebied van het menschelijk leven naar nieuwe sociaalrevolutionaire gezichtspunten der doelmatigheid en in internationalen maatschappelijken omvang veranderen wil.
Wat nu Peri en Moholy-Nagy beduiden in de konstruktivistische kunstbeweging: daarvan is het volgende te zeggen. Moholy-Nagy heeft door aanwending van doorschijnende zich gedeeltelijk bedekkende gelijkloopende vlakbeelden, de vitale mogelijkheden van het konstruktieve vlak beduidend uitgebreid, zonder aan het strenge begrip van rein materiaal afbreuk te doen. Zijne laatste werken stralen van schoone veelkleurige, fijnbewogen lichtbanen, die zich kruisen, breken en verveelvoudigen. Moholy-Nagy werkt tevens aan zeer belangrijke proeven op het gebied der lichtteekening. Deze zullen de kinematographie hoogstwaarschijnlijk nieuwe banen openen.
Peri's schilderwerk komt meer bouwkunstige problemen na. Het verwijdert het arbeidsveld van het schilderdoek of de muurschildering, die tegenover het gebouw tot heden een bijkomstigen rol speelden. Peri bevrijdt de bouwwet der schilderkunstige muurverlevendiging van zijne dekoratieve bekrompenheid en verheft het tot een konstruktief bestanddeel van het reaal architektonisch systeem. Zijne nieuwste schilderijen zijn de meest levenskrachtige, meest gekoncentreerde en rijkste voorbeelden van ruimte, die het konstruktivisme tot heden opgeteekend heeft.
Vertaling J.P.
Ernst Kallai
Berlijn.