Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De historie van Partinoples, grave van Bleys (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van De historie van Partinoples, grave van Bleys
Afbeelding van De historie van Partinoples, grave van BleysToon afbeelding van titelpagina van De historie van Partinoples, grave van Bleys

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Editeur

S.P. Uri



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De historie van Partinoples, grave van Bleys

(1962)–Anoniem Historie van Partinoples, grave van Bleys, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe de Keyserinne ende de Grave hunnen maechdom verloren, ende wat sy hem beval te onderhouden.
Capittel VI.

Dit aldus gheseyt sijnde, bestonden sy met malkanderen te spelen, zo (c) datse beyde hunne maechdommen verloren, ende dat gheschiet sijnde, seyde de Keyserinne totten Grave: Nu Jonckheere en denck niet, al hebdy uwen wille met my ghedaen, dat ghy my tot uwen ghebode hebt, daerom siet toe dat ghy wel hout 't ghene dat ghy my ghelooftGa naar voetnoot2 hebt, oft ist dat ghy mijnen lichame eenichsins ontdeckt om dat te siene, soo sal ick u oneerlijcken doen sterven, want ick gheenen mensche ter werelt en ontsie noch en vreeseGa naar voetnoot3 dan Godt. Ghy meucht wel segghen dat ghy een lief hebt Melior gheheeten, maer wacht u wel mijnen lichame te ontdecken, soo sal u van my groote eere gheschien, u ghevende alle 't ghene dat ghy begeert, 't sy gout, silver, Juweelen, peerlen, kleederen, of watter [B] sy: daerom begheert van my al dat ghy wilt, 't sal u terstondt bereet sijn, ende u Peert dat

[pagina 15]
[p. 15]

ghy hier ghebracht hebt, is wel bewaert van mijn suster Uracla die u seer gheerne sien soude, maer sy en mach u niet sien voor dat de twee jaren ghepasseert sijn. Nae dese woorden is de Keyserinne opgestaen gaende voor den daghe tot haer Suster Uracla die sy op haer bedde vant, totter welcker sy seyde: Suster staet op, gaet in mijn kamer en haelt des Jonckheers kleeren die hy daer gebracht heeft, ende draecht hem ander kostelijcke kleederen, d'welck sy also dede, die liggende op den zetel, die inde kamer stondt neven 't bedde daer de Grave op lach, ende Uracla sach over al, maer sy en konde hem niet ghesien.

voetnoot2
beloofd.
voetnoot3
ducht, noch vrees.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken