op wahlverwandte lezers zijn gericht. Mij doen ze nogal eens denken aan de teksten van Sjef van Oekel. Soms valt er een beetje te lachen, maar het hermetische bestrijden, dat doet Dalstar geenszins. Integendeel, hij levert er zijn eigen bijdrage aan.’
Er staan tien gedichten in Et age, waaronder vier zeer lange. Opvallend zijn vooral de willekeurig verbrokkelde regels, die de verzen een nodeloos uitgerekte vorm geven.
Lezer, laat deze ‘poëzie’ maar ongelezen, en dichter, word je er gauw van bewust dat in poëzie niet alles kan, zelfs niet in zogenaamde maximale poëzie.
Doorgewinterd landschap van Rouke van der Hoek bevat een titelloze reeks van 24 gedichten, gevolgd door ‘Iuri Gagarin, 12 april 1961’ van zes en ‘Het evangelie van de paddestoelen’ van zeven gedichten. De meeste verzen zijn ook hier met veel witregels gelardeerd, zodat de tekst uit snippers bestaat die, onbeschermd door de omringende regels, het gevaar lopen dat ze nog scherper worden gelezen en te licht worden bevonden. Inhoudelijk kan de incoherentie als een algemene karaktertrek genoemd worden: Van der Hoek slaagt er vrijwel nergens in om de thematiek van zijn vers eenduidig te houden. Vaak wil hij te veel gedachten in één vers kwijt. Die neiging tot diversiteit werkt de versplintering van zijn verzen in de hand. Wanneer hij echter verhalende elementen uitwerkt, dan ontstaat er meteen meer coherentie en overtuigt het vers.
Tot slot: ik gun Rouke van der Hoek van harte zo'n mooie uitgave, maar had er graag betere gedichten in gelezen, zoals bijvoorbeeld ‘Esse est percipi’.
Elly de Waard publiceert Eenzang: 168 pagina's met 120 gedichten! De bundel lezen is niet alleen vermoeiend door die omvang maar vooral door de kwaliteit van de verzen. Het is inderdaad van het middelmatige en het slechte te veel en van het goede te weinig. Het lijkt wel of de dichteres gedacht heeft dat alles wat ze aan het papier toevertrouwt, meteen publiceerbaar is. En de uitgever is evenmin kritisch genoeg geweest, anders had hij de bundel nooit zó het licht laten zien. De Waard is toch geen beginnelinge die haar eigen werk niet op een afstand en tegen het licht kan houden? Vandaar dat ik de meeste verzen vanwege hun retoriek zo middelmatig moet noemen dat ze beter als slecht gekwalificeerd kunnen worden.
Niet alleen de omvang werkt vermoeiend, ook het gemis aan enige ordening in reeksen of cycli. De titelloze gedichten lijken zonder meer achter elkaar geplaatst. Bovendien zijn ze zonder dwingende noodzaak meestal in disticha verdeeld, terwijl het enjambement evenmin een functie heeft, zeker niet na een lidwoord.
De beeldspraak in deze Eenzang komt te sporadisch voor en is dan dikwijls zo voorspelbaar dat de meeste teksten niet buiten een prozaïsche overpeinzing of beschrijving kunnen treden.
Ook inhoudelijk is de verzenverzameling niet van eentonigheid vrij te pleiten: de thematiek blijft grotendeels beperkt tot de (lesbische) liefdesproblematiek.
Dat de dichteres haar talenten verspilt, zoals Ad Zuiderent in Trouw (2 juli 1992) opmerkt, is nauwelijks te constateren. Hij heeft haar poëzie steeds ervaren ‘als een fascinerend pakket gemiste kansen’. Maar zelfs het gedicht dat hij echt geslaagd vindt, dat op p. 136-137, moet ik afwijzen, omdat het vijf disticha te lang is. Ik ben het wel met zijn conclusie eens: ‘Misschien zou De Waard zich wat vaker moeten toestaan de kunst van het verzwijgen en het suggereren te beoefenen. Zou ze moeten geloven dat ook in gepassioneerde poëzie de innerlijke overtuiging van een structuur op den duur sterker werkt dan het uitspreken van cliché's. Ook al horen die cliché's tot de overtuigingen van het hart’.
Vier bundels met weinig poëzie, dat is mijn eindoordeel. Toch wil ik een kleine uitzondering maken voor enkele verzen van Van der Hoek. In zijn bundel kan de poëzie het duidelijkst aanspraak maken op de aandacht van de lezer.
Kees Hermis, Weerbarstig landschap. Fasen van een mensenleven, Narratio, Gorinchem, 1992, 96 p., fl. 15; 300 fr. |
|
Dalstar, Et age, In de Knipscheer, Amsterdam, 1992, 80 p., fl. 32,50; 650 fr. |
|
Rouke van der Hoek, Doorgewinterd landschap, Herik, Landgraaf, 1992, 48 p., fl. 23,90; 478 fr. |
|
Elly de Waard, Eenzang, de Harmonie, Amsterdam, 1992, 168 p., fl. 34,90; 698 fr. |