Fentons ervaringen als verslaggever in de conflictgebieden van het Verre Oosten klinken sterk door in zijn poëzie. Vooral in de bundel The Memory of War and Children in Exile. Op de omslag prijkt een foto van een exploderend munitiedepot in Vietnam: bijna feeëriek, maar wel een oorlogsbeeld. Een aantal van de gedichten lezen als bulletins uit de frontlinie, andere als lyrische bezweringen van de oorlogswaanzin. Het is inventieve poëzie met een sterke verbeeldingskracht en waaruit altijd een humanistische betrokkenheid spreekt. De humane bewogenheid van Fenton en zijn betrokkenheid bij de gebeurtenissen in het Verre Oosten blijkt ook uit het lange gedicht ‘Children in exile’, waarin op sublieme en intense manier het drama van de vluchtelingen verwoord wordt. Het is een gedicht dat nog altijd niks aan actualiteit en zeggingskracht heeft ingeboet.
Let them come to the crest of the road
With Florence spread like honey
Let them walk through the ghostless woods,
The tiger never catch their eye again.
(Uit: ‘Children in exile’)
Het etiket ‘oorlogsdichter’ is echter niet aan Fenton besteed.
‘Je kunt de journalistiek niet van de poëzie scheiden, het zijn twee facetten van mijn leven die in mijn verzen samenvloeien. Maar ik heb die Vietnam- en Cambodja-gedichten niet als journalist geschreven, wel als een gewoon iemand. Het klopt natuurlijk wel dat de ervaringen in het Verre Oosten, vooral de twee jaren dat ik in Cambodja leefde, me diep raakten en dat nog steeds doen. Maar de idee dat ik als oorlogscorrespondent midden in het strijdgewoel ook nog gedichten schreef, is verkeerd. Het grootste deel van mijn tijd in het Verre Oosten was mijn hoofdbekommernis overleven en de deadline halen voor mijn reportages. Het merendeel van mijn zogenaamde “oorlogsgedichten” kwamen pas veel later tot stand. “In a notebook” bijvoorbeeld: daarvan schreef ik de eerste drie strofen in '68 in Cambodja, pas zeven jaar later voltooide ik de laatste twee, en dan nog is de gepubliceerde versie slechts een overblijfsel van een veel langer gedicht. Bovendien bevatten mijn bundels ook nog andere gedichten, die niets met oorlog te maken hebben.’ (James Fenton)
Aan het eind van de tachtiger jaren bevond Fenton zich in de Filippijnen. Hij maakte er van nabij de val van het Marcos-regime mee, maar raakte ook in de ban van de Filippijnse cultuur. Vooral de traditie van de volksdichters fascineerde hem; hij vond er inspiratie in voor Manila Envelope (1989).
‘Manila Envelope was een uitgave in eigen beheer. Ik woonde op de Filippijnen en stuurde al wie daarom vroeg een bundel toe in de bruine postomslag die men “Manila Envelope” noemt. Er stak een manifest en een poster bij, het was een soort teken van leven aan het thuisfront. Bij het schrijven ervan stonden de volksdichters me voor ogen. In de Filippijnen leeft nog steeds de traditie van ongeletterde volksdichters die zonder voorbereiding meteen een gedicht kunnen improviseren dat past bij het moment. Zij geven uiting aan een poëzietraditie die leeft binnen het collectief geheugen van een volk. Als Westerling en buitenstaander is het natuurlijk moeilijk je in zo'n traditie te werken, maar wat me voor ogen stond, was de muzikaliteit. Manila Envelope is ritmisch opgebouwd, de gedichten hebben een muzikale structuur en zijn gemaakt om voor te dragen.’ (James Fenton)
Manila Envelope bevat zowel politieke verzen als puntdichten, maar ook balladen en opvallend persoonlijke gedichten zoals het glasheldere en genadeloze ‘The mistake’. James Fenton is duidelijk een dichter die een brede waaier van genres beoefent.
‘Dichters die menen slechts één soort poëzie te moeten schrijven, zijn op de verkeerde weg. Je moet als dichter zoveel mogelijk stijlen uitproberen, zoveel mogelijk variatie in vorm en toon zoeken. Ik acht me gelukkig wanneer ik bijvoorbeeld een idee voor een puntdicht heb, een “light verse”, iets dat iemand een week kan amuseren en dat daarna weggegooid wordt, het is een van de vele opties die de poëzie biedt.’ (James Fenton)
Een veelschrijver kan James Fenton bezwaarlijk genoemd worden. In de boekhandel tref je enkel de Penguin-editie van The Memory of War and Children in Exile aan. Manila Envelope was een eigen beheer-uitgave en is stilaan een collectors item aan het worden. Voor James Fenton houdt de vraag naar zijn produktiviteit echter geen steek. De waarde van een dichter wordt volgens hem niet afgemeten aan het aantal bundels, dat is een van de hedendaagse misvattingen omtrent poëzie. ‘Mistakes people make about poetry’ was overigens ook het onderwerp van de lezing die de dichter tijdens Poetry International gaf.
‘Om het met de woorden van Byron te zeggen: poëzie is de expressie van een opflakkerende passie, het heeft te maken met een piekmoment en die kun je nu eenmaal niet voortdurend hebben. Ik ben niet voortdurend bezig met poëzie, dat kan ook niet. Ik beklaag de dichters die enkel met poëzie bezig zijn, vaak zitten ze in een situatie waarbij ze trouw jaar in jaar uit hun bundel moeten publiceren en die dan samen met alle verzamelde recensies naar een of ander fonds moeten sturen, waar dan beslist wordt of ze verder kunnen genieten van subsidies of andere financiële steun. Een leven van poëzie bestaat evenmin als er een eeuwigdurende passie bestaat of een nooit eindigende aardbeving. Ik heb geen behoefte aan een literaire carrière. Ik zal altijd wel een dichter blijven die zijn bekendheid te danken heeft aan een beperkt aantal gedichten. Ik zie poëzie ook niet als een ambacht, iets wat je maakt met hamer en beitel. De idee dat je kunt leren dichten in workshops of door trouw elke dag je drie sonnetten te schrijven, is slechts een poging tot demystificatie van poëzie als kunst. Wat telt, zijn die piekmomenten, die passie die opflakkert en daarna weer plaats maakt voor de andere dingen in je leven.’ (James Fenton)
Voor 1993 is er alvast een nieuwe bundel op til. James Fenton zal ook te gast zijn op Poetry International in Rotterdam. Dat wordt dan een gelegenheid om een van de boeiendste hedendaagse Britse dichters aan het werk te zien en te horen.