Poëziekrant. Jaargang 20(1996)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Claus Virginia Hamilton Adair Een sinaasappel pellendGa naar eindnoot+ Foto Patrick de Spiegelaere Tussen jou en een schaal sinaasappels lig ik naakt en lees ‘'s Werelds Begoocheling’ doorheen mijn tranen. Je strekt je over mij uit, hongerig naar werelds fruit, je naakte arm hard harig en warm op mijn buik. Je vingers halen de schil van een navelsinaasappel af en laten licht geknal van gekruide olie los. Je plaatst gepelde gouden schijfjes in een vreemd patroon op mijn wit lijf. Je schikt ze opnieuw, je buigt, je bijt in de schijven tot hun gretige geur zich weer verspreidt. ‘Schei uit. Je kietelt,’ zeg ik, mijn blik nog steeds op het blad. Bosgeuren stijgen. Doorheen groene bladeren glimt de hoge sneeuw. Doorheen rode lippen sluiten je witte tanden zich op een doorzichtig segment. Je gezicht over mijn gezicht verduistert ‘'s Werelds Begoocheling’. Pulp en sap gutsen uit jouw mond in mijn mond. Wij lachen tegen elkaars lippen. Ik hou mijn boek achter je hoofd en blijf lezen, blijf een beetje huilen. Je zegt: ‘Lees verder. Ik ben alleen maar een begoocheling’ en je rolt over mij, bedarend, teder bewegend, groenachtig glimlachend doorheen lange wimpers. En weldra zeg ik: ‘Hou niet op. Ontgoochel mij niet.’ Sneeuw smelt. De berg verzilvert in menige stroom. De sinaasappelen zijn gouden werelden in een donkere droom. Hugo Claus verzorgt in deze rubriek ‘vertalingen van verontachtzaamde of onbekende dichters’, die hij tevens in een biografische noot situeert. eindnoot+ De Amerikaanse Virginia Hamilton Adair is 82 en blind. Zij heeft de laatste twintig jaar niets gepubliceerd, alhoewel zij een paar duizend gedichten heeft liggen. Vorige Volgende