Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2005 (nrs. 109-112) (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2005 (nrs. 109-112)
Afbeelding van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2005 (nrs. 109-112)Toon afbeelding van titelpagina van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2005 (nrs. 109-112)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.99 MB)

Scans (215.65 MB)

ebook (13.91 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2005 (nrs. 109-112)

(2005)– [tijdschrift] Raster–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

E.E. Cummings
Vijf vertalingen

*

 
pity this busy monster, manunkind,
 
 
 
not. Progress is a comfortable disease:
 
your victim (death and life safely beyond)
 
 
 
plays with the bigness of his littleness
 
- electrons deify one razorblade
 
into a mountainrange; lenses extend
 
 
 
unwish through curving wherewhen till unwish
 
returns on itself.
 
A world of made
 
is not a world of born - pity poor flesh
 
 
 
and trees, poor stars and stones, but never this
 
fine specimen of hypermagical
 
 
 
ultraomnipotence. We doctors know
 
 
 
a hopeless case if - listen: there's a hell
 
of a good universe next door; let's go
[pagina 131]
[p. 131]

*

 
beklaag dit nijver monster, onmensheid
 
 
 
niet. Vooruitgang is een aangename ziekte:
 
uw slachtoffer (veilig het leven en de dood voorbij)
 
 
 
speelt met de grootheid van zijn kleinheid
 
- elektronen vergoddeleijken één scheermesje
 
tot bergketen; lenzen verlengen
 
 
 
onwens door kromming waarwanneer totdat onwens
 
op zijn onzelf terugkomt.
 
Een wereld van gemaakt
 
is niet een wereld van geboren - beklaag arm vlees
 
 
 
en bomen, arme sterren en stenen, maar nooit dit
 
fraaie staal van hypermagische
 
 
 
ultraomnipotentie. Wij dokters weten
 
 
 
dat er geen hoop meer is als - luister: er is
 
een puik heelal hiernaast; kom mee

vertaling: ko kooman

[pagina 132]
[p. 132]

*

 
lijd met dit bezig monster, nonmensdom,
 
 
 
niet mee. Vooruitgang is een milde kwaal:
 
daar (veilig voorbij dood en leven) speelt
 
 
 
uw dupe met de grootheid van zijn kleinheid
 
- scheermesje wordt door elektronen tot
 
bergrug vergoddelijkt; de lens vergroot
 
 
 
onwens door waarwanneer te buigen tot
 
onwens weerkeert tot zijn onzelf.
 
Een wereld
 
van makelij is er geen van geboorte
 
- lijd mee met zwakte van vlees, sterren, bomen, stenen,
 
maar nooit met dit fraai staal van hypermagisch
 
 
 
ultra-almachtig zijn. Wij artsen weten
 
 
 
als er geen hoop meer - luister 's: er is een
 
verdomd geschikt heelal hiernaast; ga mee

Uit: Het driehoekig waarom en andere gedichten van e.e. cummings (1982)

vertaling: peter verstegen

[pagina 133]
[p. 133]

*

 
beklaag dit bezig monster, onmensheid,
 
 
 
niet. Vooruitgang is een comfortabele ziekte:
 
je slachtoffer (dood en leven veilig voorbij)
 
 
 
speelt met de grootheid van zijn kleinheid
 
- elektronen vergoddelijken een scheermesje
 
tot een bergketen; lenzen vergroten
 
 
 
onwens door bolling waarwanneer tot onwens
 
terugkeert tot zijn onzelf.
 
Een wereld van gemaakt
 
is niet een wereld van geboren - beklaag arm vlees
 
 
 
en bomen, arme sterren en stenen, maar nooit dit
 
prachtige specimen van hypermagische
 
 
 
ultra-almacht. Wij artsen herkennen
 
 
 
een hopeloos geval als - hoor eens: er is een verdomd
 
goed universum hiernaast; laten we gaan

vertaling: marjoleine de vos en karina van santen

[pagina 134]
[p. 134]

*

 
beklaag dit drukke monster, mensonaardig,
 
 
 
niet. Vooruitgang is een gerieflijke ziekte:
 
je slachtoffer (veilig voorbij dood en leven)
 
 
 
zit te spelen met de grootheid van zijn kleinheid
 
- elektronen vergoden één scheermesje
 
tot een bergketen; lenzen rekken
 
 
 
onwens door bollend waarwanneer op tot onwens
 
weer op zichonzelf uitkomt.
 
Een wereld van gemaakt
 
is er niet een van geboren - beklaag arm vlees
 
 
 
en bomen, arme sterren en stenen, maar nooit dit
 
fraai exemplaar van hypermagische
 
 
 
superalmacht. Wij doktoren herkennen
 
 
 
een hopeloos geval als - weet je: er is een god
 
vergeten goed heelal hiernaast; kom mee

vertaling: hans kloos

[pagina 135]
[p. 135]

De allereerste keer dat ik iets publiceerde (in een vroeg nummer van wijlen De Held), gingen vier van mijn schrijfsels vergezeld van een vertaling van cummings If you can 't eat you got to. En ik heb nog steeds een zwak voor deze eigengereide maniërist. Dus begonnen mijn vertaalvingers prompt te jeuken bij deze uitdaging.

Wat in dit werk altijd meteen in het oog springt, is de speelsheid. Sommige woorden worden in mootjes gehakt en over meerdere regels uitgesmeerd, andere worden verhaspeld tot neologismen, zoals hier ‘manunkind’, en grammaticaal zet cummings de boel ook op zijn kop: werkwoorden (unwish) en voltooid deelwoorden (made, born) veranderen in zelfstandige naamwoorden. In dit gedicht zit hij vooral te vogelen met het voorvoegsel ‘un-’.

In het Nederlands is dat meteen problematisch. Wordt dat ‘on-’ of ‘ont-’? Het laatste, dacht ik. Het werkwoord ‘to unwish’ betekent zoveel als een wens, verlangen ongedaan (willen) maken, ontwensen dus. En bij ‘manunkind’ en ‘unself’ is ook wel iets plausibels te doen met ‘ont-’. Maar hoe dieper ik al vertalend in dit gedicht ben doorgedrongen, hoe meer het me is gaan dagen dat ‘unwish’ hier toch vooral wordt gebruikt als de tegenpool van ‘wish’, als het tegenovergestelde van wens en verlangen, als ‘onwens’ dus.

De vraag is dan of je bij ‘manunkind’ het mensdom of het onaardige laat prevaleren. ‘Onmensdom’ zou zeker kunnen, maar uiteindelijk heb ik voor ‘mensonaardig’ gekozen omdat de w van ‘mensonwaardig’ haast als vanzelf meeklinkt.

 

Dit soort gepriek kan de indruk wekken dat cummings niet zomaar een maniërist is, maar een van het doorgedraaide soort. En al verliest hij zich inderdaad wel eens in gekunsteldheid, vaker resulteert zijn spel in heel aanstekelijke poëzie waar de levenslust vanaf spat. Dat flikt hij door zijn taalstrapatsen te laten dragen door een stem. Spreektaal is zijn fundament. Zijn ritmisch parlando geeft de woordgrappen een bedding waarin de taal kan stromen en de lezer zich kan laten meevoeren.

Vóór alle andere, specifieke keuzes - in hoeverre zitten er seksuele toespelingen in dat ‘plays with the bigness of his littleness’ en ‘ultraomnipotence’, hoe los je de regelovergang ‘there's a heil / of a good universe’ op - is dat hier de taak van de vertaler: het handhaven van die ogenschijnlijk natuurlijke stem die de grilligheden speels houdt en niet laat verzanden in maniertjes. Daar heb ik me op gericht.

En ineens was ik weer blij met mijn jaren ervaring in het ondertitelen waarbij alles draait om het handhaven van spreektaal. Is zo'n baantje dat het droge-brooddichtersbestaan van enig beleg moet voorzien, nog ergens anders goed voor.

 

P.S. Vlak voor de deadline slaat de twijfel toe: on of ont? Dat staat of valt met de lezing van ‘unwish’. Het is duidelijk wat er in die regels gebeurt. Dat beeld krijg je zo met de juiste lachspiegel. Maar wat staat er nu voor die spiegel? Is ‘unwish’ inderdaad de tegenpool van wens en verlangen? Of is het cummings variant op het zeer menselijke had-ik-maar-zus of had-ik-maar-zo, spijt zeg maar? Dan zou het

[pagina 136]
[p. 136]

ont worden. Of is het nog iets anders? Ik tast in steeds dieper duister. Praktisch levert ont geen problemen op: mensontaardig, ontwens en zichontzelf. Een t tussen haakjes toevoegen zou kunnen, zei de gek. Het type frats dat cummings zelf wel eens uithaalt, maar dan belanden we in een gekunsteldheid die het hele gedicht in de weg gaat zitten. Ik kom er nu niet uit. Lees wat je wil.

 

Hans Kloos

[pagina 137]
[p. 137]

*

 
beklaag dit bezig monster, onmensheid,
 
 
 
niet. Vooruitgang is een aangename ziekte:
 
jouw slachtoffer (veilig dood en leven voorbij)
 
 
 
speelt met de grootheid van zijn kleinheid
 
- elektronen vergoddelijken een scheermesje
 
tot een bergketen; lenzen vergroten
 
 
 
een onwens door waarwanneer te buigen tot de onwens
 
in zijn onzelf terugkeert.
 
Een wereld uit gemaakt
 
is geen wereld uit geboren - beklaag arm vlees
 
 
 
en geboomte, arme sterren en stenen, maar nooit deze
 
fraaie proeve van hypermagische
 
 
 
ultra-almacht. Wij artsen herkennen
 
 
 
een hopeloos geval als - luister: er is een
 
verdomd goed universum hiemaast; kom mee

vertaling: jan baeke

[pagina 138]
[p. 138]

Onpoging tot een toelichting in de vorm van een nondialoog

Van: Coolweng8@

Dit gedicht is nogal complex

 

Van: Cavol@

Waar gaat dit gedicht eigenlijk over?

 

Van: Weng Fung <lightarian@>

ik weet waarover het gaat. Het gaat over technologie... en het bezige monster is de mensheid... de mensheid die bezig blijft om de technologie te verbeteren omdat hij zich goddelijk, superieur voelt en de behoefte heeft technologie te perfectioneren (‘...aangename ziekte...’) En over (‘veilig dood en leven voorbij’)... misschien gaat het over de onsterfelijkheid die door technologie ontdekt wordt. Hé Coolweng8... mijn echte voornaam is Weng!

 

Van: ‘mariejan stevig’ <mstevig545@>

Ik heb een interpretatie voor jullie van ‘beklaag dit bezig monster’. Ik geloof dat het gedicht op de eerste plaats dit wil zeggen: ook al ontdekken wetenschappers nieuwe dingen, zoals auto's, er gaan andere dingen verloren, zoals de leefomgeving. Voor ieder nieuw ding dat we uitvinden verliezen we iets anders. De vooruitgang op het gebied van de technologie is een vicieuze cirkel. Door de dingen die we maken voelen we ons groot terwijl we klein zijn. Door de dingen die we maken die op elektriciteit werken (elektronen vergoddelijken) vernietigen we het milieu. Televisie (een grote lens) verandert de dingen die we niet willen in dingen die we wel willen. Advertenties doen mensen naar dingen verlangen waarnaar ze nooit eerder dachten te verlangen. Hij vraagt ons open te staan voor natuurlijke dingen. ‘wij artsen herkennen een hopeloos geval’ betekent dat de uitkomst er niet rooskleurig uitziet en dat dit gedicht daar niet veel aan kan veranderen. Er is een betere wereld hiernaast, de natuur. Laten we gaan. Je ziet niet veel kinderen meer op straat tegenwoordig. Ze zitten allemaal aan de tv geplakt. Laten we de wereld buiten gaan ontdekken.

Kathy Stevig.

 

Van: Cummings@

stel dat

Leven een oude man is die op zijn hoofd bloemen meedraagt. jonge dood zit in een café

glimlacht, een muntstuk tussen zijn duim en wijsvinger houdend (ik zeg ‘zal hij bloemen kopen’ tegen jou en ‘Dood is jong

leven draagt een fluwelen broek leven wankelt leven heeft een baard’ zeg ik tegen

[pagina 139]
[p. 139]

jou die zwijgt - ‘Zie jij Leven? het is hier en daar, of dat, of dit, of niets of een oude man voor drie derde in slaap, bloemen op zijn hoofd, altijd tegen niemand iets aan het schreeuwen over les roses les bluets ja, zal Hij kopen? Les belles bottes - luister 's, niet duur) en mijn geliefde antwoordde langzaam ik denk het wel. Maar ik denk dat ik iemand anders zie daar is een vrouw, wier naam Nadien luidt

ze zit naast jonge dood, is slank, houdt van bloemen.

 

Van: Volk@

ik denk dat die cummings laat zien hoe hij zich voelt bij de gedachte dat het niet oké is tegenover de natuur vanwege al die dingen die de mens heeft gedaan en het ecosysteem en zo vernietigd. Misschien belijdt hij wel de zonden van de mensheid of zoiets. Dat denk ik tenminste.

 

Van: ‘David Spaak’ <dallespako845@>

Ik ben het niet eens met Mariejan, het gedicht gaat in op het antropocentrische karakter dat de menselijke verhouding tot de wetenschap zo bepaalt. ‘onmensdom’ is Cummings' satirische reflectie op de ironische terminologie die de mensen voor zichzelf hebben uitgevonden. ‘Vooruitgang is een aangename ziekte’ zinspeelt op de blijkbaar parasitaire natuur van vooruitgang. Leven en dood zijn veilig door ons achtergelaten dankzij deze ziekte. De mens is onverschillig geworden tegenover de natuurlijke schoonheid en is vooral idolaat van zichzelf. Cummings ziet de mensheid als een hopeloos geval. Dit gedicht draagt zijn wens uit te willen ontsnappen.

 

Van: Lespopkat@

dr. electron's cryptic ensemble, mijn vroegere band heeft in 1995 een nummer opgenomen met deze tekst. we hebben dit nummer twee jaar gespeeld tijdens ongeveer al onze optredens. je kan eventueel wel een cd-tje bij mij bestellen. stuur maar een mailtje.

 

Van: Friedman@

Er is een nieuw probleem gerezen dat heeft te maken met de schrijfwijze van Cummings' eigennaam. In 1995 hebben we de eigenaar van Cummings' laatste woning (4 Patchin Place, New York City) gevraagd om een herinneringsplaquette aan de buitenmuur op te mogen hangen. Natuurlijk waren we van plan zijn naam zoals hij zelf altijd wilde met beginhoofdletters te vermelden. De eigenaar zowel als de gemeente hebben ons toestemming verleend.

Terwijl we doende waren een bronzen plaquette te laten vervaardigen ontdekten we op een dag dat iemand anders al een plaquette had aangebracht, één van terracotta, en dat daarop de naam van de dichter geheel in onderkast was gespeld. Bij navraag bleek dat de eigenaar en de gemeente onbedoeld toestemming hadden gegeven voor het aanbrengen van beide plaquettes. We hebben maandenlang geprobeerd de plaquette te laten verwijderen en in plaats daarvan de bronzen plaquette met de juis-

[pagina 140]
[p. 140]

te belettering aan te brengen maar dat is ons niet gelukt. We hebben uiteindelijk moeten besluiten onze plaquette boven de reeds geplaatste te hangen.

De plaquette heeft ons $228 gekost voor het maken en vervoeren, $100 voor de installatie en $16.75 aan materiaal. Aangezien we alles uit onze eigen zak hebben betaald, zouden we het erg op prijs stellen als iedereen die dit leest ons met een bijdrage in de kosten wil helpen (maak geld over op rekening 3197564 ten name van Friedman, a.u.b.)

 

Van: dave <dave2000@>

Ik denk dat jullie er allemaal helemaal naast zitten hij waarschuwt ons voor een nucleaire oorlog wanneer hij het heeft over elektronen... bergen dan heeft hij het over nucleaire explosies en eindigt met te zeggen dat we de wereld hebben vernietigd en overgaan in een nieuwe wereld.

 

Van: Cummings@

mijn moeder hoopte dat ik zou sneuvelen etcetera moedig natuurlijk mijn vader werd gewoonlijk schor als hij het erover had wat een voorrecht het was en had hij zelf maar terwijl mijn ik etcetera intussen in diepe modder etcetera lag (dromend et cetera van Jouw glimlach ogen knieën en van jouw Etcetera)

toelichting op de onpoging

In zijn artikel e.e. cummings, a major minor poet (Spring New Series, number 1, 1992: 37-45) schrijft Richard S. Kennedy dat Cummings problemen had met het structureren van zijn teksten. ‘Bij een poging een beschouwing te schrijven over Eliot's Prufrock and Other Observations passeerden vele ruwe versies de revue en uiteindelijk kwam er niet meer uit dan een teleurstellende opsomming van impressies en citaten. Voor een essay over het werk van zijn vriend de kunstenaar Gaston Lachaise joeg hij er voldoende papier door “to fill a ragman's contract” (brief aan zijn moeder Jan. 9, 1920, Houghton Library bMS Am 1822-1) maar uiteindelijk lukte het hem niet om het beeldhouwwerk adequaat te bespreken; in plaats daarvan werd het essay een samenraapsel van fragmenten uit het werk van andere kunstcritici en een merkwaardige metaforische omwerking van zijn eigen simpele kunsttheorie.’

‘Zelfs in de gedichten waarin hij gebruik maakte van rijmschema's kwam hij niet goed uit met die structurerende aanpak. Hij leek bijvoorbeeld niet te begrijpen dat het rijmschema van een sonnet ook als een raamwerk voor zijn inhoud werkt. In sommige van zijn sonnetten biedt Cummings niet meer dan een lyrische ontboezeming terwijl hij haast mechanisch de Petrarcaanse sonnetvorm of een lukrake variant daarvan toepast. Meestal bracht de sonnetvorm hem niet meer dan de beknoptheid van veertien regels.’

[pagina 141]
[p. 141]

Het is de vraag of Kennedy het bij het rechte eind heeft. Liever gezegd, of wat hij beweert wel zoveel hout snijdt. Een mislukte poging tot structurering of een lukrake toepassing van de sonnetvorm kan ook tot interessante, intrigerende en betekenisvolle teksten leiden. Uit eerbetoon aan de mislukking deze onpoging. Het was te verleidelijk om niet gebruik te maken van de momenteel zo populaire en in gelijke mate mistastende vorm van de discussielijst op internet.

 

Jan Baeke

Bronvermelding

Voor de teksten is geput uit enkele discussielijsten over poëzie; de reactie van Friedman komt uit het artikel ‘Not “e.e. cummings” revisited’ van Norman Friedman, gepubliceerd in Spring New Series, number 5, 1996); de eerste reactie van Cummings is de tekst van het gedicht Post Impressions xii uit ‘& and’ (1925); de tweede reactie van Cummings is het slot van het gedicht two x uit ‘is 5’ (1926).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • E.E. Cummings

  • Hans Kloos

  • Jan Baeke


vertalers

  • Ko Kooman

  • Peter Verstegen

  • Marjoleine de Vos

  • Karina van Santen

  • Hans Kloos

  • Jan Baeke