Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die riddere metter mouwen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die riddere metter mouwen
Afbeelding van Die riddere metter mouwenToon afbeelding van titelpagina van Die riddere metter mouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

XML (2.04 MB)

tekstbestand






Editeurs

B.C. Damsteegt

M.J.M. de Haan

Ludo Jongen

Marijke J. van der Wal



Genre

poëzie

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die riddere metter mouwen

(1983)–Anoniem riddere metter mouwen, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 188]
[p. 188]

Roman van den Riddere metter Mouwen
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, Hs. IV 818

[pagina 189]
[p. 189]
 
Ga naar margenoot+Hi hadde die moetheyt al verloren,aant. E Ga naar voetnoot1
 
Diene zeere dwanc te vorenaant. E Ga naar voetnoot2
 
Dor haren wille dien hi begart.aant.Ga naar voetnoot3
4[regelnummer]
Met beeden nam hi tswartGa naar voetnoot4
 
Ende ginc slaen slach in slach
 
Op dien hi vor hem sach.
 
Al haddi drievout wapen an,Ga naar voetnoot7
8[regelnummer]
Hen besloet hem niet nochtan,Ga naar voetnoot8
 
Hine hadde dar tlijf verlorenGa naar voetnoot9
 
Die so condich was dar voren.aant.Ga naar voetnoot10
 
Hi ontfinc so menege wonde,
12[regelnummer]
Dat hem crankede sine gesonde.Ga naar voetnoot12
 
Het was scire met hem gedaen,Ga naar voetnoot13
 
Die herte besweec hem saen,
 
Hi viel neder al met alle.aant.Ga naar voetnoot15
16[regelnummer]
Die erde donrede vanden valle,
 
So swaer was hi ende soe groet.
 
Dus bleef hi verslegen doet.aant.Ga naar voetnoot18
 
Dus can die minne werkenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Ende elken man gesterkenaant.
 
Dien herte leget an. E Ga naar voetnoot21
 
Wat sal nu doen die edel man?
 
Sijn ors was gefalgiertGa naar voetnoot23
24[regelnummer]
Ende sinen helm gefaucsiert,Ga naar voetnoot24
 
So dat hijs nemmermeer begerde:Ga naar voetnoot25
 
Hi lach te stucken op die erde.
[pagina 190]
[p. 190]
 
Nu ne heeft hi scilt no spere.
28[regelnummer]
Dartoe haddi eene dere: E Ga naar voetnoot28
 
Boven an sijn vorhoeft
 
Was hem die huut int tween gecloeft,aant.
 
Nalecs tote den beene.Ga naar voetnoot31
32[regelnummer]
Hine hadde wonde anders ne geene,
 
Danc hebbe Cepalus,
 
Die hem te siere zuster huus
 
Den goeden halsberch gaf; E Ga naar voetnoot35
36[regelnummer]
Hen besloet hem niet een caf,Ga naar voetnoot36
 
Diere met swerden op sloech:
 
Hen deerde hem niet diene droech.Ga naar voetnoot38
 
Nu ne weet die ridder wat bestaen,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
No war trecken no war gaen.aant.
 
Ga naar margenoot+H e hadde wapenenaant.
 
Sonder swart endeaant.
 
Hi moeste daneaant.
44[regelnummer]
Est hem quaetaant.
 
Dien langen da
 
Ende clagede sijnaant.
 
Die hi daer ha
48[regelnummer]
Ende hi dane mo
 
Daer toe was d
 
Neder gelopen do
 
Nochtan deerde
52[regelnummer]
Ende dat sire herten
 
Ic mach u seggeaant.
 
Die ridder en hadd
 
Maer hine wilde s
56[regelnummer]
Waen hi was ende ho
 
Doere sijn moeder afaant.
 
Die eens conincs doc
 
Versenden soene ter s
60[regelnummer]
Dat was zine oude
 
Dat har noetsakeaant.
 
Anders waer soe bleaant.
 
TE dien tiden wasaant.
64[regelnummer]
so wat joncvrouwaant.
 
Anders dan soe met
 
Dar mense steende a
 
Dies ne mochte gee
68[regelnummer]
Indien dat ment moc
 
Om aldus gedane diaant.
 
Was harde menich joaant.
[pagina 191]
[p. 191]
 
Te dien tiden geleid
72[regelnummer]
Si dogeden horen arbey
 
Die joncvrouwe met listaant.
 
Sine wilde niet dat iemeaant.
 
Al gesciede hem dorperheydeGa naar voetnoot75
76[regelnummer]
Dor te behoudene lijf ende lede.
 
Dus waest den ridder comen,Ga naar voetnoot77
 
Als gi mi hir hort nomen,Ga naar voetnoot78
 
Ende dogede menich swaer gepens E Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Op ende neder hare ende gens.Ga naar voetnoot80
 
Ga naar margenoot+n hier dasaant.
 
was
 
 
84[regelnummer]
heet
 
mintaant.
 
gewint
 
ren
88[regelnummer]
 
 
ende dach
 
ettel verdrach
 
bevaenaant.
92[regelnummer]
no wat bestaen
 
wach
 
cloester lach
 
ogen grijs
96[regelnummer]
in elker wijs
 
ongemakeaant.
 
sine zake
 
ende wideaant.
100[regelnummer]
rideaant.
 
comen was
 
nede das
 
scoene
104[regelnummer]
n crone
 
nen eenen man
 
hadde an
 
 aant.
108[regelnummer]
om sine vrame
 
monc wortaant.
 
behortaant.
 
menne dar in doet
112[regelnummer]
e ne geen goet
 
en drinken mach ende eten
 
dat men can weten
 
wonden sijn genesen.
[pagina 192]
[p. 192]
116[regelnummer]
Die ridder dancte hem van desen. E
 
Hi hadde van gemake noet. E Ga naar voetnoot117
 
Hi ginc dar hem die abt geboet E
 
Ende daer men sire wonden plach;aant. E Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Hi heelde daer men toe sach.aant. E Ga naar voetnoot120
 
Ga naar margenoot+Ende teersten dat hi gevoeltGa naar voetnoot121
 
Ende sijn rouwe was vercoelt,aant.Ga naar voetnoot122
 
Ginc hi achter in dat hof E Ga naar voetnoot123
124[regelnummer]
Metten monken op ende of.Ga naar voetnoot124
 
Dier te sere sinen sin can leidenaant.Ga naar voetnoot125
 
Dor sine groete hovesscheide.aant.Ga naar voetnoot126
 
Ende die abt als te vorenaant.Ga naar voetnoot127
128[regelnummer]
Haddene int harte vercorenaant.Ga naar voetnoot128
 
Dor dat hi was wel geraectGa naar voetnoot129
 
In alre doeght ende vulmaect,Ga naar voetnoot129-30
 
So salne die abt wel ontsienaant.Ga naar voetnoot131
132[regelnummer]
Ende ginc hem an met dienaant.Ga naar voetnoot132
 
Ende daer toe mede dat covent,
 
Die hem waren omtrent,Ga naar voetnoot134
 
So lange, dat sine monc makenaant.
136[regelnummer]
- Ic mach u seggen dor welke zaken -
 
Om te versierne hor hof.Ga naar voetnoot137
 
Met rechte gaven si hem lof, E
 
Die gene diene kinden.
140[regelnummer]
Men soude sijn gelike niet vinden,
[pagina 193]
[p. 193]
 
Die ginge dese werelt dore,Ga naar voetnoot141
 
No soe scone creature
 
Ende wel geraect in sine tale.Ga naar voetnoot143
144[regelnummer]
Aldat hi dede sat hem wale.Ga naar voetnoot144
 
Also hi inden cloester ginc
 
Ende die grise cleeder ontfinc,
 
Namen si sine sekerhede.Ga naar voetnoot147
148[regelnummer]
Hi swoer bi ridderscepe mede
 
Ende dar toe bi sinen ordinen,Ga naar voetnoot149
 
Dat hise tote sine finen E Ga naar voetnoot150
 
Houden soude ende niet ne brake, E
152[regelnummer]
Hen ware alleene bi eere zake,Ga naar voetnoot152
 
Of noch geinde aventure,Ga naar voetnoot153
 
Dat hi die scone creature,
 
Clarette, mochte gewinnen.
156[regelnummer]
Dit heeft hi besproken binnen.Ga naar voetnoot156
 
So wildi die covele begevenGa naar voetnoot157
 
Ende hem wegen in den strideGa naar voetnoot158
 
Ende alse hi dies die
160[regelnummer]
Heeft hi gedaen dien eet, E
 
Ga naar margenoot+Dat hi die ordine niene begeeftGa naar voetnoot161
 
Dor I mensche die nu left, E
 
Want hi wert ter doget bekeert.Ga naar voetnoot163
164[regelnummer]
Hi was clerc ende hadde geleertGa naar voetnoot164
 
menne vant,Ga naar voetnoot165
 
in Ingelant.
 
scole X jaer,
168[regelnummer]
Oec was met hem vonden dar
[pagina 194]
[p. 194]
 
Beede grau ende bondGa naar voetnoot169
 
Ende in selvere C pond,Ga naar voetnoot170
 
Dar hi mede was geliertaant.Ga naar voetnoot171
172[regelnummer]
Ende ter doget wart bekiert.aant.
 
Sider scaemdi hem das,Ga naar voetnoot173
 
Dat hi vondelinc was,
 
Ende vor wech vandaerGa naar voetnoot175
176[regelnummer]
Ut hoer lande VIII jaer,aant.Ga naar voetnoot176
 
Om te soekene sinen vader.aant.
 
Des haddi gehort algader.aant.Ga naar voetnoot178
 
Te Cardeloet quam hi geraect,aant.Ga naar voetnoot179
180[regelnummer]
Dar hi ridder was gemaect.
 
Nu draecht hi die covele an
 
Ende es een begeven man,Ga naar voetnoot182
 
Dat onlange sal gewaren.Ga naar voetnoot183
184[regelnummer]
Wille God sijn leven sparen,
 
Hi sal noch aventure bestaen,
 
Meerre dan hi heeft gedaen.
 
Nu was hi inden cloester daer
188[regelnummer]
Lettel meer dan I jaer,
 
Dar hi lief was ende wartGa naar voetnoot189
 
Hen gaf dat hi
 
Bede de m
192[regelnummer]
Maer hin
 
Ver sco   inctaant.
 
Hem selven d   hi ontfinct
 
Mijns heer Waleways nichte.Ga naar voetnoot194-95
196[regelnummer]
Dor har versuchte hi gedichteGa naar voetnoot196
 
Die hem gaf die witte mouwe
 
Daer te   grote   we
 
Ende   harre   en
200[regelnummer]
Dat   lve die conincineaant.
[pagina 195]
[p. 195]
 
Ga naar margenoot+Alsoe hem   swartaant.
 
Ende ridder d   wart
 
Om h   hi in vel
204[regelnummer]
Ende
 
Dar hi de   ridder af trac
 
Dat hem die luchter arm bracGa naar voetnoot206
 
Beed   es   et slach
208[regelnummer]
Dor haren wille was menege dach
 
Sijn herte
 
Ende dor sinen wille
 
Hir si waren naest so comen,aant.Ga naar voetnoot211
212[regelnummer]
Dat Cephalus hadde genomenaant.
 
Die joncvrouwe teenen wive,aant.
 
Die hi vant in swaren liveGa naar voetnoot214
 
Buten den Fellen Woude, al naect,aant.
216[regelnummer]
Dar soe sere was mesmaectGa naar voetnoot216
 
Biden naen, diese verrietGa naar voetnoot217
 
Ende die hare niet ane liet.Ga naar voetnoot218
 
Hi hadde hare genomen al reyne,aant. E Ga naar voetnoot219
220[regelnummer]
Sonder hor hemde alleyne.
 
Ic mochtu wel seggen hoe,Ga naar voetnoot221
 
En dadic niet te lange dar toe aant. E Ga naar voetnoot222
 
Dat se Cephaluse gewanGa naar voetnoot223
224[regelnummer]
Endeaant.
 
 
 
Dat hi doet verslegen was
 
Har ondadege stiefvader,aant.
228[regelnummer]
Diese ontherft hadde algader,aant.Ga naar voetnoot228
 
Ende dattene een ridder versloechGa naar voetnoot229
 
Die eene witte mouwe droech
 
In eenen swarten s   gesaant.
232[regelnummer]
Hi hadde hem genomen tleven.
 
Doen wisten si alle gader wel,aant.
 
Dat hijt was ende niement el,aant.
 
Die die witte mouwe draget.
236[regelnummer]
Die coninc droevet ende claget
[pagina 196]
[p. 196]
 
Dat hine in hem niet vaant.
 
Hem selven
 
Hi deden soeken menegen dach. E Ga naar voetnoot239
240[regelnummer]
Alsmen vinden niet en mach, E Ga naar voetnoot240
 
Ga naar margenoot+Doe bat hi sinen liede, E
 
Dat si hem daer toe gerieden. E Ga naar voetnoot242
 
Ende die liede weder quamenaant. E Ga naar voetnoot243
244[regelnummer]
Ende sire niet af vernamen,Ga naar voetnoot244
 
Hadde die coninc so swar gewach, E Ga naar voetnoot245
 
Dat menne verhogen niet en mach. E Ga naar voetnoot246
 
Hoe men best mochte gewinnen,aant.Ga naar voetnoot247
248[regelnummer]
Daer ne was niemen binnen,
 
Dies hem mochte berechten,aant.Ga naar voetnoot249
 
No ridders no sciltknechte,aant.
 
Sonder alleene die conincinne.aant.Ga naar voetnoot251
252[regelnummer]
Doe soene soe droeve sach van sinneaant.
 
Was sijs sere tongemakeGa naar voetnoot253
 
Ende seide: ‘Here, bi eere zakeGa naar voetnoot254
 
Suldine gecrigen, wetic wel,
256[regelnummer]
Den ridder ende niewet el.aant. E Ga naar voetnoot256
 
DOet eenen tornoy gebieden,aant.
 
Ende maket cont uen lieden,
 
Die drie dage geduren sal,aant.Ga naar voetnoot259
260[regelnummer]
Ende dien gevet geval,Ga naar voetnoot260
 
Dathi op tfelt den prijs bejaget,
 
Men sal hem geven die scone maget,
 
Claretten, teenen wiveaant. E
[pagina 197]
[p. 197]
264[regelnummer]
Ende houdense te sinen liveGa naar voetnoot264
 
Ende tgoet datter toe behort.
 
Doet dese niemare dragen vort
 
In allen lande hare ende tare.aant.Ga naar voetnoot267
268[regelnummer]
Als hi gevreyschet dese niemare,aant.Ga naar voetnoot268
 
Hi sal ten tornoye comen,
 
Deerst dat hijt heeft vernomen,aant. E Ga naar voetnoot270
 
Es levende hi ende gesont.
272[regelnummer]
Want hi hevet lange stont E
 
Claretten gemint, wetic wel,aant. E Ga naar voetnoot272-73
 
Vele meer dan iemen el.
 
Hets mi dicke comen te voren,Ga naar voetnoot275
276[regelnummer]
Dat hise met herte heft vercoren
 
Ende pine doget dor hare.aant. E Ga naar voetnoot277
 
Als hi gevreesschet die niemare,aant.
 
Hi sal comen haestelike;aant. E
280[regelnummer]
Hi en liet niet om een conincrike.’aant. E Ga naar voetnoot280
 
Ga naar margenoot+Doe ne was niemen in die zale,aant.
 
Sine volgeden alle diere taleGa naar voetnoot282
 
Die die conincinne seide.aant.
284[regelnummer]
Doe ne was dar ne gene beide,Ga naar voetnoot284
 
Teerst dat die coninc verstoet,Ga naar voetnoot285
 
Sendi uut tors ende te voet
 
Boden die waren snel, E
288[regelnummer]
Ende hi beval hem allen wel,Ga naar voetnoot288
 
Dat sire nauwe omme spienGa naar voetnoot289
 
Ende of sine connen versienaant.Ga naar voetnoot290
 
Dat si cortelike wenden. E Ga naar voetnoot291
292[regelnummer]
Hi salre Waleweine omme senden,
[pagina 198]
[p. 198]
 
Diene bringhen sal bi sire bedenGa naar voetnoot293
 
Ende bi sire groter hovesscheden. E Ga naar voetnoot294
 
‘Dat hopic an onsen here,Ga naar voetnoot295
296[regelnummer]
Den ridder, dien ic begere zeere.’
 
Doe namen die boden orlof
 
Ende ruumden des conincs hof.
 
Si sochten den ridder menech dach,aant.
300[regelnummer]
Alsoe verre als men tornoys plach,aant.Ga naar voetnoot300
 
Ende maectent den riddren cont.
 
Doe quam I bode teenre stontaant.Ga naar voetnoot302
 
In den cloester te herbergen,Ga naar voetnoot303
304[regelnummer]
Die sochte dese bederve,Ga naar voetnoot304
 
Dar die ridder was begevenGa naar voetnoot305
 
Ende dogede I swar levenGa naar voetnoot306
 
Dor Claretten wille van Spangen,
308[regelnummer]
Walewayns nichte van Bartangen.aant. E Ga naar voetnoot308
 
Ic wane hi lettel dochte,Ga naar voetnoot309
 
Wat niemare die bode brochte, E
 
Die droech an sire zide
312[regelnummer]
Eenen zegel bosse wide,Ga naar voetnoot312
 
Dar des conincs teken stont an.aant.Ga naar voetnoot313
 
Dat versach die edel manGa naar voetnoot314
 
Die dar met sire covele ginc.
316[regelnummer]
Den bode hi harde wel ontfinc,
 
Doe hine comen sach int hof.Ga naar voetnoot317
[pagina 199]
[p. 199]
 
Sijn herte verlichte dar of;Ga naar voetnoot318
 
Hi vragede om niemare
320[regelnummer]
Ende wane hi comen ware.Ga naar voetnoot320
margenoot+
1ra
voetnoot1
Hi: nl. de RmM; moetheyt: vermoeidheid.
voetnoot2
dwanc: bevangen had.
voetnoot3
begart: begeert, verlangt naar. Het antecedent van dien ligt in haren besloten: daarom zou men die verwachten.
voetnoot4
Met beeden: met beide handen (elliptische formule).
voetnoot7
haddi: had hij, nl. de stiefvader; drievout wapen: een drievoudige wapenrusting.
voetnoot8
Hen ... niet: het zou hem niet geholpen hebben (zie MNW I, 1063).
voetnoot9
Hine hadde: maar hij zou hebben; tlijf: het leven.
voetnoot10
condich: hoogmoedig.
voetnoot12
Dat ... gesonde: dat hij erdoor verzwakt raakte.
voetnoot13
scire: spoedig.
voetnoot15
al met alle: helemaal (loze formule terwille van het rijm).
voetnoot18
verslegen doet: tautologie.
voetnoot19
Dus ... werken: zo'n uitwerking kan de liefde hebben.
voetnoot21
Dien ... an: die moed heeft.
voetnoot23
gefalgiert: bezweken (vgl. RRmM, vs. 1739).
voetnoot24
gefaucsiert: vernield (vgl. MNW II, 781, i.v. fauceren).
voetnoot25
hijs: hij hem (nl. de helm).
voetnoot28
Dartoe: daarbij, bovendien; eene dere: een wond.
voetnoot31
Nalecs tote: bijna tot op.
voetnoot35
halsberch: maliënkolder.
voetnoot36
Hen ... caf: hij schoot er totaal niets mee op.
voetnoot38
diene: die hem (nl. de maliënkolder).
voetnoot39
wat bestaen: wat te gaan doen.
margenoot+
1rb
voetnoot75
Al ... dorperheyde: al zou hem schande ten deel vallen.
voetnoot77
waest ... comen: was het de ridder vergaan.
voetnoot78
nomen: vertellen.
voetnoot79
Ende ... gepens: die diep nadacht.
voetnoot80
Op ... gens: overal over, over alles wat hem betrof.
margenoot+
1va
voetnoot117
van gemake noet: behoefte aan rust.
voetnoot119
plach: verzorgde.
voetnoot120
Hi ... sach: hij genas zienderogen (vgl. MNW VIII, 470).
margenoot+
1vb
voetnoot121
teersten: zodra. Men zou hier het object dat verwachten, verwijzend naar vs. 120.
voetnoot122
rouwe: pijn.
voetnoot123
Ginc: wandelde.
voetnoot124
op ende of: heen en weer.
voetnoot125
De betekenis van deze regel is ons niet duidelijk.
voetnoot126
hovesscheide: hoffelijkheid, wellevendheid.
voetnoot127
als te voren: bovenal.
voetnoot128
Haddene (...) vercoren: had hem lief.
voetnoot129
Dor dat: omdat.
voetnoot129-30
was ... geraect / In ... doeght: uitstekende eigenschappen bezat.
voetnoot131
ontsien: respekt nebben voor.
voetnoot132
ginc (...) an: trachtte te overreden; met dien: terstond.
voetnoot134
Die ... omtrent: die bij hem, om hem heen waren (waren is meerv. ad sensum bij covent).
voetnoot137
Om te versierne: om een sieraad te zijn van; hof: kloostertuin (pars pro toto voor ‘klooster’).
voetnoot141
Die ... dore: wie ook de hele wereld doorging, al ging men...
voetnoot143
wel ... tale: zo wel bespraakt.
voetnoot144
sat hem wale: paste precies bij hem.
voetnoot147
sine sekerhede: zijn gelofte.
voetnoot149
dar toe: bovendien; ordinen: kloosterorde.
voetnoot150
tote sine finen: tot het eind van zijn leven.
voetnoot152
Hen ware: tenzij; bi eere zake: om één reden.
voetnoot153
geinde (eig. gehinde): toestond.
voetnoot156
besproken binnen: zich vast voorgenomen. Vgl. RRmM, vs. 1769.
voetnoot157
So: dan; die covele begeven: de monnikspij afleggen, uit het klooster gaan.
voetnoot158
hem ... stride: ten strijde trekken (MNW IX, 2047).
margenoot+
2ra
voetnoot161
begeeft: verlaat.
voetnoot163
doget: deugdzaamheid, het goede.
voetnoot164
clerc: een geletterd man.
voetnoot165
vant: vgl. vs. 174. Vgl. ter aanvulling van de vzn. 165-167 RRmM, vs. 1772-1774.
voetnoot169
Beede ... bond: kleren van of met grijs of bruin bont. Vgl. RRmM, vs. 1776.
voetnoot170
in selvere: in zilver.
voetnoot171
Dar (...) mede: waarmee, ten koste waarvan; was geliert: onderwezen werd. De vzn. 170-171 zijn een herhaling in omgekeerde volgorde van de vzn. 163-164.
voetnoot173
Sider: later, sedertdien.
voetnoot175
vor: reed.
voetnoot176
hoer: nl. van zijn verzorgers.
voetnoot178
Des: daarover.
voetnoot179
quam (...) geraect: is beland.
voetnoot182
een begeven man: een kloosterbroeder.
voetnoot183
gewaren: duren.
voetnoot189
lief (...) ende wart: geliefd.
voetnoot194-95
De betekenis van deze vzn. is onduidelijk.
voetnoot196
Dor har: om harentwil; gedichte: dikwijls.
margenoot+
2rb
voetnoot206
luchter: linker.
voetnoot211
naest so comen: bijna zover gekomen (?).
voetnoot214
in swaren live: in een ellendige toestand.
voetnoot216
mesmaect: mishandeld.
voetnoot217
verriet: in het ongeluk had gestort.
voetnoot218
niet: niets; ane liet: liet behouden.
voetnoot219
genomen al reyne: alles (volledig) ontnomen.
voetnoot221
mochtu: zou u kunnen.
voetnoot222
En... dar toe: als ik daar niet te veel tijd voor nodig zou hebben (vgl. MNW II, 249).
voetnoot223
Cephaluse: onderwerp in de datiefvorm.
voetnoot228
ontherft: onterfd.
voetnoot229
versloech: had gedood.
voetnoot239
deden: liet hem.
voetnoot240
Alsmen: toen men hem.
margenoot+
2va
voetnoot242
gerieden: raad gaven.
voetnoot243
Ende: toen.
voetnoot244
vernamen: gehoord hadden.
voetnoot245
gewach: druk, zorg (MNW II, 1845).
voetnoot246
verhogen: opvrolijken, in een opgewekte stemming brengen.
voetnoot247
men (= men en): men hem (nl. de RmM); gewinnen: ‘te pakken krijgen’. Deze zin is het proleptisch ld. vw. bij vs. 249.
voetnoot249
berechten: vertellen.
voetnoot251
Sonder alleene: behalve.
voetnoot253
sijs: zij daarom; tongemake: bedroefd.
voetnoot254
bi eere zake: door één middel.
voetnoot256
ende niewet el: door niets anders, op geen andere manier.
voetnoot259
Die: het antecedent is tornoy.
voetnoot260
geval: het geluk.
voetnoot264
Ende houdense: en (hij zal) haar behouden (elliptische zin); te sinen live: zijn leven lang.
voetnoot267
hare ende tare: overal.
voetnoot268
gevreyschet: verneemt.
voetnoot270
Deerst dat: zodra.
voetnoot272-73
hevet (...) / (...) gemint: heeft lief.
voetnoot275
comen te voren: gebleken.
voetnoot277
pine doget dor: verdriet heeft om.
voetnoot280
liet: liet het na.
margenoot+
2vb
voetnoot282
Sine volgeden: of ze waren het eens met; diere tale (gen. enk.): de woorden.
voetnoot284
beide: getalm, uitstel.
voetnoot285
dat (= dat et): nl. wat de koningin zei; verstoet: had gehoord.
voetnoot288
wel: met klem.
voetnoot289
sire ... spien: ze goed naar hem uitkeken.
voetnoot290
of: als; connen versien: zagen.
voetnoot291
cortelike: onmiddellijk; wenden: terugkeren.
voetnoot293
bi sire beden: op zijn verzoek, nl. van de koning.
voetnoot294
bi ... hovesscheden: door zijn (Waleweins) grote hoffelijkheid.
voetnoot295
an onsen here: aangaande onze ridder. De vzn. 295-296 zijn woorden van de koning.
voetnoot300
Alsoe ... plach: overal waar men (wel eens) een toernooi hield.
voetnoot302
teenre stont: op een keer.
voetnoot303
te herbergen: om (daar) te logeren (eig.: herbergene).
voetnoot304
dese bederve: (de vervulling van) deze behoefte (aan onderdak).
voetnoot305
Dar: waar; was begeven: zich teruggetrokken had.
voetnoot306
dogede: leidde, doorstond.
voetnoot308
van Bartangen: van Brittannië (bep. bij Walewayns; zie Stoett par. 163).
voetnoot309
dochte: vermoedde.
voetnoot312
Eenen ... wide: een grote zegeldoos.
voetnoot313
teken: wapen.
voetnoot314
versach: merkte op.
voetnoot317
hof: zie vs. 137.
voetnoot318
verlichte dar of: werd er blij door.
voetnoot320
wane: waarvandaan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken